Obsessive Compulsive Disorder
15 belangrijke vragen over Obsessive Compulsive Disorder
Welke symptoomdimensies heeft OCD?
- Besmetting: besmettingsobsessie en ontsmettingsrituelen
- Verantwoordelijkheid voor schade en fouten: agressieve obsessies en checkrituelen. --> hierbij is ego dystonie het overduidelijkst. Dit is de mate waarin iemands obsessies inconsistent zijn met de manieren waarop iemand zichzelf ziet mbt zijn idealen.
- Incompleetheid: obsessies over volgorde en symmetrie en rangschikrituelen
- Onacceptabele gewelddadige, seksuele of godslasterlijke gedachten met mentale rituelen.
Welke soorten inzicht kunnen mensen met OCD hebben?
- Goed/eerlijk inzicht: erkenning van OCD. Betere uitkomsten EX/RP
- Slecht inzicht: denken dan OCD overtuigingen echt waar zijn door gebrek aan zelfbewustzijn
- Geen inzicht: compleet overtuigd dat de overtuigingen waar zijn (realistisch en redelijk)
Wat is het verband tussen OCD-patiënten en intolerantie van onzekerheid (IU)?
OCD-patiënten hebben vaak pathologische twijfel en IU m.b.t. de gevreesde objecten, situaties en overtuigingen. Mensen met een hoge IU vinden onzekerheid stressvol en verontrustend en vermijden het hoe dan ook en ondervinden belemmering in onzekere of dubbelzinnige situaties.
- Het kan komen door belemmeringen in het geheugen en/of verminderd vertrouwen in iemands geheugen. Rituelen kunnen komen door een verhoogd verlangen voor zekerheid en een levendig geheugen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kan OCD door relaties gestimuleerd (positief/negatief) worden (vicieuze cirkel)?
- Symptoomaccommodatie: is als een vriend of familielid deelneemt aan de rituelen, vermijdingsstrategieën vergemakkelijkt, dagelijkse verantwoordelijkheden op zich neemt of problemen door obsessieve angsten en compulsieve neigingen van de patiënt oplost. Het heeft dus dezelfde mechanismen als vermijding en compulsieve rituelen aangezien de overtuigingen van de patiënt zo niet ontkracht kunnen worden ==> aanpassing
- Relatieconflict: zorgt voor het behoud van OCD. OCD-patiënten hebben vaak problemen met onderlinge afhankelijkheid, onbevangenheid en vermijdingspatronen in communicatie. Er is vaak een bidirectionele relatie. Slechte probleemoplossingsvermogens, vijandigheid en kritiek kunnen distress verhogen en bijdragen aan OCD.
Wat houdt de two-factor theory van Mowrer in wat betreft OCD?
Kritiek:
- Veel OCD-patiënten kunnen de conditionering niet herinneren die heeft kunnen leiden tot de ontwikkeling van de obsessieve angst.
- Ze kunnen het begin, behoud en inhoud van seksuele, religieuze en gewelddadige obsessies niet verklaren.
- Ze kunnen niet verklaren hoe de thema’s en obsessies en compulsies kunnen veranderen over tijd.
Wat stellen algemene modellen van cognitieve tekortkomingen?
- OCD-patiënten hebben minder vertrouwen in hun eigen geheugen. Dit kan checkgedrag verklaren.
- OCD-patiënten zijn minder goed in staat om gedachten over zinloze (of negatieve) mentale stimuli te vergeten of af te wijzen.
- Slechte cognitieve inhibitie kan de frequentie van obsessieve gedachten verklaren, maar het is nog niet duidelijk of OCD komt door algemene cognitieve tekortkomingen. Het lijkt dat geheugen- en verwerkingstekortkomingen beter verklaard kunnen worden door cognitieve biases waarin obsessieve anxiety leidt tot preferentiële verwerking van bedreigingsrelevante stimuli.
Welke specifieke modellen van cognitie zijn er wat betreft OCD?
- Cognitieve specifiteit-hypothese van Beck
- Cognitieve benadering van Salkovski
- Thought-action fusion (TAF) van Rachman
- OCCWG model van Frost en Steketee = bepaalde overtuigingen zijn belangrijk voor specifieke soorten van OCD-symptomen
Wat houdt de cognitieve specifiteit-hypothese van Beck in wat betreft OCD?
Vb: Overtuigingen over opgeblazen persoonlijke verantwoordelijkheid in OCD-patiënten zijn gelinkt aan obsessies over schade en fouten en checkcompulsies.
Wat houdt TAF van rachman in wat betreft OCD? (specifiek cognitief)
TAF = het idee dat iemands ongewilde gedachten onvermijdelijk in daden zullen worden omgezet, of dat gedachten het morele equivalent zijn van daden.
gedachten --> daden door misinterpretaties (persoon denkt slecht over zichzelf)
Welke neurobiologische modellen voor OCD zijn er en wat houden ze in?
- Serotoninehypothese: hypergevoeligheid van de postsynaptische serotoninereceptoren
- Structurele modellen: orbitofrontale-subcorticale circuits met directe en indirecte paden. Overactiviteit van het directe pad --> OCD. Kan onderzocht worden middels neuroimaging
- Genetische bijdragen: er is geen bewijs van specifieke genen die OCD-symptomen beïnvloeden. OCD-patiënten hebben meer kans om eerstegraads familieleden te hebben met dezelfde stoornis. Tweelingonderzoeken lieten zien dat OCD-symptomen erfelijk zijn.
- Evaluatie en empirische status: er is weinig tot geen bevestigend bewijs gevonden dat er biologische of genetische markeringen zijn voor OCD.
Wat is de methode van het artikel; "Pavloviaanse walgingconditionering als een model voor besmetting-gebaseerde OCD"?
Materialen = CS's waren twee neutrale mannengezichten, CS+ en CS- waren onderscheiden door de acteur die de gezichten uitdrukte. US waren uitwerpselen, kots en rottend voedsel. CS+ gepaard met US en CS- met niets.
Procedure = er waren 3 fasen in een leertaak:
- Gewenning: deelnemers zagen 8 presentaties van elke CS zonder US. Daarna volgde er een inter-trial interval.
- Acquisitie: de CS+ werd gevolgd door US maar de CS- werd gevolgd door de inter-trial interval
- Extinctie: herhalen acquisitie maar dan zonder US
Wat waren de resultaten van het artikel: "Pavloviaanse walgingconditionering als een model voor besmetting-gebaseerde OCD"?
- Mensen met HCC vonden de US's walgelijker vergeleken met LCC
- trad geen gewenning op
- Acquisitie: de US werd meer verwacht tijdens de CS+ dan de CS-, dus de CS-US associatie werd geleerd tijdens deze fase. Er was meer walging bij de CS+ dan de CS- en de HCC ervaarde meer walging bij de CS’s.
- grotere ongeconditioneerde responses voorspelden grotere geconditioneerde responses.
Wat zijn de kritiekpunten op het artikel over walging en besmettingsbezorgdheid?
- Er moet een patiënt-steekproef gebruikt worden i.p.v. een analoge steekproef.
- Er moeten objectieve metingen van geconditioneerde walging responses komen.
- De zelfbeoordeling van geconditioneerde walging responses en US-verwachting kunnen trial-by-trial worden i.p.v. retrospectief.
- Er moet een latere extinctie-recall test komen.
- Er moeten betere US-stimuli gebruikt worden voor betere geconditioneerde responses.
- Er moet meer naar de etniciteit gekeken worden.
Hoe werkt de activatie en vernietiging van angst binnen sessies en buiten sessies?
- angstactivatie wordt niet vernietigt
- aandacht focussen op gevreesde obsessieve stimuli leidt niet tot vernietiging
- wel verbetering maar minder goed dan tussen sessies
Tussen sessies
- angstactivatie tijden in vivo exposure en tussen sessies zijn geassocieerd met verbeteringen
- aandacht focussen op de gevreesde obsessieve stimuli is goed
- beter dan binnen-sessies
Hoe ging experiment 5 over checkgedrag en onzekerheid in zijn werk?
- Geheugenaccuraatheid: zelfde bij experiment 1.
- LDV: zelfde bij experiment 1.
- Waargenomen moeite en verantwoordelijkheid: bij beide waren de tijd- en groepseffecten niet significant, maar de interactie wel. De voorspelling is dus bevestigd: bij relevant checken neemt de moeite en verantwoordelijkheid meer af.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden