The older the wiser?
31 belangrijke vragen over The older the wiser?
Wat is het doel van het artikel van Drag en Bieliauskas?
- Biologische veranderingen
- Moderators in cognitieve veroudering
- Theorieën van veroudering
- Domein-specifieke veranderingen
- Conclusie
Welke biologische veranderingen vinden er plaats in het cognitief functioneren volgens Drag en Bieliauskas?
Welke moderators in cognitieve veroudering zijn er volgens Drag en Bieliauskas?
- Educatie
- intelligentie
- Zintuigelijke vermogens = verminderen
- Intra-individuele variabiliteit = in de ochtend is het beter en dit verminderd in de loop van de dag. Koffie kan deze vermindering minimaliseren en kan leiden tot verbeterde cognitieve prestatie in de middag
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke theorieën over veroudering zijn er volgens Drag en Bieliauskas? (niveaus)
- Neuro-chemisch niveau = dopaminehypothese
- Lokaalniveau = Frontale verouderingshypothese
- Verwerkingsniveau = Inhibitie-controle theorie en verwerkingssnelheid-hypothese
Welke domein-specifieke veranderingen zijn er volgens Drag en Bieliauskas?
- Mentale status
- Aandacht
- Executieve functionering
- Geheugen --> 9 soorten!!
- Taal
- Visueel-ruimtelijke functionering
Wat houden structurele breinveranderingen in volgens Drag en Bieliauskas?
- Het brein daalt in volume in bepaalde gebieden en dan vooral in de frontale cortex. Zowel vermindering van witte en grijze massa in voorste delen
- De hippocampus daalt ook in volume (Alzheimer) Hierdoor heb je verminderde geheugenprestaties
- Dit is NIET lineair maar WEL exponentieel
Wat is de relatie tussen cognitieve veroudering en educatie volgens Drag en Bieliauskas?
- Er is een positieve relatie tussen educatieniveau en prestatie van cognitieve taken
- Educatie beïnvloedt het recall-vermogen maar heeft geen effect op herkenning (dus vooral strategische eisen)
- Jaren in het onderwijs zijn geassocieerd met minder cognitieve achteruitgang, betere prestatie, minder kans op dementie
Wat is de relatie tussen cognitieve veroudering en intelligentie volgens Drag en Bieliauskas?
- Cognitieve reserve (CR) kan passief of actief zijn en zorgt ervoor dat er beter omgegaan kan worden met leeftijd-gerelateerde breinveranderingen (soort bescherming). Hoe meer, hoe beter je kan omgaan met verstoringen in het verouderde brein.
- Mensen met hoge CR beginnen met meer bronnen en doen er dus langer over om de kritische drempelwaarde te bereiken waar tekorten beginnen te komen. Let op: het kan dus dementie uitstellen maar als je het eenmaal hebt kan het wel sneller gaan.
Wat houdt de theorie op neuro-chemisch niveau in volgens Drag en Bieliauskas?
Wat houdt de theorie op lokaal niveau in volgens Drag en Bieliauskas?
- sans-serifHet zou kunnen dat niet alleen de frontale kwabben gevoelig zijn hiervoor. Dit zou te maken hebben met een verwerkingsnetwerk.
Welke verandering vindt er plaats in aandacht volgens Drag en Bieliauskas? (4 soorten aandacht)
- Aanhoudende aandacht: aandacht en waakzaamheid behouden over tijd --> niet beïnvloedt door veroudering
- Selectieve aandacht: focussen op relevante dingen, gemeten met Strooptaak --> wel beïnvloedt door veroudering
- Verdeelde aandacht: info uit meerdere bronnen opmerken en verwerken, geassocieerd met kortetermijngeheugen --> wel beïnvloedt
- Taak-switchen: switchen tussen verschillende taken --> wel beïnvloedt
Welke verandering vindt er plaats in executieve functionering volgens Drag en Bieliauskas?
- Meer invloed op werkgeheugen dan kortetermijngeheugen. Deze dus zo min mogelijk belasten
Het geheugen verminderd volgens Drag en Bieliauskas op 9 verschillende aspecten, welke?
- Episodisch geheugen
- Semantisch geheugen
- Autobiografisch geheugen
- Impliciet geheugen
- Vertrouwdheid (soort herkenning)
- Flashbulb memory
- Vals geheugen
- Brongeheugen
- Prospectief geheugen
Wat doet veroudering met het episodisch geheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Neemt af met de leeftijd
- Ouderen kunnen wel een goed geheugen hebben, maar slagen er soms niet in om de benodigde processen te starten
Wat doet veroudering met het semantisch geheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Stijgt met de leeftijd (er wordt meer kennis verkregen)
- Voorbeelden zijn vocabulaire
- tegenovergestelde is vloeibare intelligentie, dus het werkgeheugen en lange termijn geheugen en dit wordt wel slechter
Wat doet veroudering met het autobiografische geheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Neemt af door veroudering
- Wel is dit beter terug te halen het episodische geheugen
Wat doet veroudering met het impliciet geheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Minder beïnvloed door veroudering als expliciet geheugen
Wat doet veroudering met de vertrouwdheid (geheugen) volgens Drag en Bieliauskas?
Er wordt vertrouwd op de entorinale cortex die relatief niet beïnvloed wordt door veroudering vergeleken herinnering. Vertrouwdheid en herinnering werken samen voor het herkenningsgeheugen, maar ouderen hebben de neiging om te erg te vertrouwen op hun vertrouwdheid en dit kan zorgen voor valse herinneringen.
Wat is een flashbulb memory volgens Drag en Bieliauskas?
Wat is een vals geheugen en het false fame effect volgens Drag en Bieliauskas?
Wat doet veroudering met het brongeheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Het wordt meer beïnvloed door veroudering dan geheugen voor inhoud.
- Ouderen kunnen vaak wel nieuwe feiten onthouden, maar vergeten waar ze het hebben geleerd. De leeftijd-gerelateerde tekorten kunnen komen door het falen om contextuele details te verbinden met andere inhoudscomponenten van de herinnering. Tekorten in dit geheugen zijn geassocieerd met minder frontale functionering en de hippocampus.
Wat doet veroudering met het prospectief geheugen volgens Drag en Bieliauskas?
- Er zijn leeftijd-gerelateerde verminderingen, want zelf-geïnitieerde retrieval en interne cues worden minder betrouwbaar met de leeftijd.
- Ouderen zijn gevoeliger voor fouten in het prospectief geheugen.
Wat voor verandering wat betreft taal vindt er volgens Drag en Bieliauskas plaats?
- Specifieke taalvermogens worden niet echt beïnvloedt door veroudering, maar taalmoeilijkheden kunnen komen door veranderingen in frontale of sensorische processen. Heeft meer te maken met retrieval moeilijkheden.
- Ze hebben taken puntje-van-de-tong ervaringen (TOT) --> fonologische tips geven ipv semantische --> Eifel.... Ipv het ligt in Parijs
- Inhibitiecontrole is verminderd en daarom praten over niet-relevante dingen
Wat voor verandering wat betreft visueel-ruimtelijke functionering vindt er volgens Drag en Bieliauskas plaats?
- Daalt sneller dan verbale vermogens.
- Het is onduidelijk of visueel-ruimtelijke informatie gevoeliger is voor veroudering of dat de informatie zelf complexer is dan verbale informatie. Hoe complexer de taak, hoe meer executieve functies nodig zijn en dus hoe meer deze wordt belemmerd bij ouderen. Visueel-ruimtelijke tekorten kunnen komen door veranderingen in de frontale functies, zoals de frontale verouderingshypothese stelt.
Dit kan getest worden met de kloktekeningtaak = maken ze meer fouten hoe ouder ze worden. Positief associatie met educatieniveau
Wat zijn de conclusie en implicaties van het artikel van Drag en Bieliauskas?
Implicaties:
- het waren zelfrapportages
- activiteit, fitness en gezond eten kunnen cognitie verbeteren
- Training kan het verbeteren, maar wel minimaal
Wat is het doel van de review van Reijnders?
- Deze interventies zijn erop gericht om de effecten van cognitieve veroudering te minimaliseren en in een eerdere meta-analyse was een effectgrootte van 0.16 gevonden.
Wat is de methode uit de review van Reijnders?
- Een gerandomiseerde control trial (RCT) of klinisch onderzoek.
- Gezonde oudere volwassenen of mensen met MCI.
- Een cognitieve interventie.
- Objectieve en/of subjectieve uitkomstmetingen.
- Engels.
- Er werden in totaal 35 onderzoeken geselecteerd, waarvan 27 RCT’s en 8 klinische.
- Het aantal gezonde mensen varieerde van 13 tot 242 met gemiddelde leeftijden van 63.5 tot 80.2 jaar. --> is veel meer, dus meenemen in je conclusie!!
- Het aantal mensen met MCI varieerde van 11 tot 104 met gemiddelde leeftijden van 53.7 tot 78 jaar
Wat zijn de conclusie, implicaties en limitaties van de review van Reijnders?
- Conclusie = interventies zijn effectief bij geheugenprestatie, executieve functionering, verwerkingssnelheid, aandacht, vloeibare intelligentie en subjectieve cognitieve prestatie (ALLEEN gezonde mensen). Er is wel heterogeniteit. Bij onderzoeken met een actieve controle groep is er wel een positief effect bij de gezonde mensen maar niet bij de milde.
- Implicaties = Kijken of het gegeneraliseerd kan worden naar dagelijks leven, inclusiecriteria, methodologische kwaliteit verbeteren.
- Limitaties: Er kon geen kwantitatieve meta-analyse uitgevoerd worden en zoektermen en de publicatiebias kunnen de resultaten beïnvloeden.
Wat is het doel van de single study van Corbett et al?
- Hypothese: online cognitieve training is gericht op zowel algemene cognitief taken als specifieke redeneertaken over een periode van 6 maanden baten zalen opleveren vergeleken met de controle groep --> het zou dus moeten werken!!!
- Het zou makkelijk toe te passen zijn en dus minder duur
Wat is de methode in de single study van Corbett?
- Het was een dubbelblind online gerandomiseerde trial die 6 maanden duurde. Mensen werden toegewezen aan een redenering-en-probleemoplossings-cognitieve training (ReaCT), een algemene cognitieve training (GCT) of een controlebehandeling.
- Alle volwassenen ouder dan 50 jaar konden meedoen.
- Er werd geadviseerd de training dagelijks 10 minuten te doen.
- De meetmomenten waren na de registratie, na 6 weken en na 3 en 6 maanden. De uitkomstmetingen waren zelfgerpapoteerde instrumentele activiteiten van het dagelijks leven (IADL), redenatie, het ruimtelijk werkgeheugen, digit waakzaamheid en het verbale kortetermijngeheugen.
- In totaal waren er 6742 volwassenen ouder dan 50 jaar waarvan 2912 ouder dan 60 jaar.
Wat zijn de resultaten van de studie van Corbett et al?
- ReaCT en GCT hadden bij volwassenen ouder dan 60 jaar significant betere uitkomsten op IADL dan de controlegroep na 6 maanden.
- Bij volwassenen ouder dan 50 jaar zorgden zowel ReaCT als GCT voor betere uitkosten bij redenatie na 6 maanden vergeleken de controlegroep. Er waren ook kleine, significante verbeteringen in het verbale kortetermijngeheugen en het ruimtelijke werkgeheugen door ReaCT, maar niet door GCT. De digit waakzaamheid had geen verbetering.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden