I feel pretty, oh so pretty

10 belangrijke vragen over I feel pretty, oh so pretty

Wat zijn de hypotheses in het artikel van Judge & Cable?

  1. A: Lengte is positief gerelateerd aan overwicht naar leiderschap. B: Lengte is positief gerelateerd aan inkomen.
  2. Lengte heeft een enkelvoudige relatie met status, prestatie en carrièresucces, zodat lengte het sterkst gerelateerd is aan status en het minst aan carrièresucces.
  3. Lengte is sterker gerelateerd aan subjectieve dan objectieve uitkomsten.

Wat wordt er onderzocht in het artikel van Judge et al?

Er wordt longitudinale data gebruikt om te kijken of opleidingsniveau en zelfevaluaties (algemeen zelfbeeld) worden beïnvloedt door aantrekkelijkheid en of ze de effecten van aantrekkelijkheid op inkomen mediëren. Er wordt ook gekeken hoe zelfconcept de financiële druk beïnvloedt, die de productiviteit weer beïnvloedt.

Welke 7 hypothesen zijn er in het artikel over aantrekkelijkheid? HYPOTHESE MODEL

  1. Fysieke aantrekkelijkheid is positief geassocieerd met inkomen, opleidingsniveau en zelfevaluaties (meer acceptatie, uiterlijk en minder druk)
  2. algemeen mentaal vermogen is positief geassocieerd met inkomen, opleidingsniveau en zelfevaluaties
  3. Opleidingsniveau is positief geassocieerd met inkomen
  4. Zelfevaluaties zijn positief geassocieerd met inkomen
  5. Relatie tussen aantrekkelijkheid en inkomen worden gedeeltelijk gemediteerd door door opleidingsniveau en zelfevaluaties
  6. het algemeen mentaal vermogen wordt gemediteerd door opleidingsniveau en zelfevaluaties
  7. financiële druk is negatief geassocieerd met inkomen en zelfevaluaties. Inkomen mediteert de relatie tussen zelfevaluaties en financiële druk gedeeltelijk
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de methode in het artikel van Judge et al over aantrekkelijkheid?

Er waren in totaal 191 respondenten van 25-75 jaar, waarvan 62.8% getrouwd, 64.3% man, 95.9% Kaukasisch, 28.6% had lager of een schooldiploma, 23.4% had enige hogeschool gehad en 48% had minstens een bachelorsgraad.

Wat waren de directe effecten (resultaten) in het artikel van Judge et al?

  • Hypothesen 1a, 1b en 1c worden aangenomen, want fysieke aantrekkelijkheid beïnvloedt het inkomen, het opleidingsniveau en zelfevaluaties significant.
  • Hypothesen 2a, 2b en 2c worden aangenomen, want algemeen mentaal vermogen heeft een positieve, significante invloed op inkomen, opleidingsniveau en zelfevaluaties.
  • Hypothesen 3 en 4 worden aangenomen, want opleidingsniveau en zelfevaluaties hebben significante effecten op inkomen.
  • Hypothesen 7a en 7b worden aangenomen, want inkomen en zelfevaluaties beïnvloeden financiële druk negatief.

Wat waren de mediërende effecten (resultaten) in het artikel van Judge et al?

  • Hypothesen 5a en 5b worden aangenomen, want fysieke aantrekkelijkheid had significante directe en indirecte effecten op inkomen, en dat indirecte effect is via educatie (hypothese 5a) en zelfevaluaties (hypothese 5b).
  • Hypothesen 6a en 6b worden aangenomen, want algemeen mentaal vermogen had significante directe en indirecte effecten op inkomen, en dat indirecte effect is via educatie (hypothese 6a) en zelfevaluaties (hypothese 6b).
  • Hypothese 7c wordt aangenomen, want zelfevaluaties hebben significante directe en indirecte effecten op financiële druk, en dat indirecte effect is via het effect van inkomen op de financiële druk.
  • De mediatie-effecten waren dus significant.

Wat is de methode uit het artikel van Kanazawa en Still? (schoonheidspremie/lelijkheidsboete)

  • 20.745 adolescenten deden mee die geïnterviewd werden op 4 momenten van 1994-2008.
  • De afhankelijke variabele is het inkomen en de onafhankelijke de fysieke aantrekkelijkheid.  Er werd gecontroleerd voor het soort beroep en demografische en socio-economische variabelen. Er werd ook gekeken naar de correlaten van fysieke aantrekkelijkheid, zoals gezondheid, intelligentie en persoonlijk. Er werd ook gekeken naar de correlaat van algemene intelligentie, namelijk lengte.

Wat is het resultaat van de testen naar zelfselectie? Hypothese 2

  • Hier werd weer enig bewijs gevonden voor de schoonheidspremie, maar geen bewijs voor de lelijkheidsboete.
  • Hypothese 2 wordt verworpen, want het controleren voor de beroepen maakte geen verschil in het effect van fysieke aantrekkelijkheid op inkomen. De relatie wordt dus niet verklaard doordat werknemers zichzelf sorteren/selecteren in bepaalde beroepen door hun aantrekkelijkheidsniveau.

Wat staat er in de discussie van het artikel van Kanazawa en Still?

Hypothese 1 en 2 worden verworpen en hypothese 3 wordt aangenomen. Hele lelijke mensen verdienden altijd meer dan hun lelijke collega’s en soms zelfs meer dan hun gemiddelde of aantrekkelijke collega’s, dit duidt dus op een lelijkheidspremie. Het beroep maakte niet uit. Gezondere, intelligentere, en mensen met meer conscientiousness, extraversie en minder neuroticisme verdienden meer dan anderen.
Limitaties:
- Inkomen werd op een relatief jonge leeftijd gemeten (29 jaar).
- Er kunnen niet zo snel causale conclusies getrokken worden.
Implicaties:
w Er moet meer onderzoek gedaan worden naar de unieke aard van hele lelijke mensen: waarom zijn zij intelligenter?

Wat is de algemene discussie en conclusie in het artikel van Luxen en van de Vijver?

Effecten van de evolutievoorkeur waren alleen aanwezig als het verwachte contact hoog zou zijn, zowel studenten als HRM-professionals lieten deze aantrekkelijkheidsheuristiek zien.
Implicaties:
  • Er moet rekening gehouden worden met deze heuristiek in selectieprocessen.
  • Er moet ook gekeken worden naar de effecten van status.
  • Er moet systematisch gemanipuleerd worden.
  • Er moet ook gekeken worden naar andere heuristieken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo