Bipolar Disorder
47 belangrijke vragen over Bipolar Disorder
Wat is de epidemiologie van ADHD?
- 1.7%-16% bij jongeren
- 1%-5% bij volwassenen --> bij 1/3 houdt het aan tot in de volwassenheid waarbij 2/3 dan nog last heeft van de symptomen.
- Kinderen met ADHD hebben een verhoogd risico op comorbide BD
Op welke drie benaderingen is het verschil tussen ADHD of gemixte episodes van bipolair disease (BD)?
- Vergelijking door overlappende symptomen te elimineren: alle maniesymptomen, behalve hyperenergie en afleidbaarheid zijn hoger bij BD dan ADHD
- Vergelijking door chronologische symptoomvolgorde: 1-6 jaar = woedeaanvallen, frustratie, impulsiviteit, agressie, hyper, irritatie. 7-12 = depressie, manie en psychose. Daarnaast komen nachtmerries, bedplassen en fysieke klachten vaker voor bij BD dan ADHD
- Vergelijking door Child Behaviour Checklist: BD is anders door verhoogde anxiety/depressie, agressief gedrag en aandacht problemen
Wat zijn kenmerken/verschillen van hyperactiviteit bij ADHD en BD?
- chronische of onderbroken perioden van intense hyperactiviteit of agitatie, vaak met verhoogde impulsiviteit en agressie. Meer drijfkracht, slapeloosheid en grandioosheid zorgen voor verhoogde activiteit en meer productiviteit. Er kunnen echter ook perioden van lage activiteit, vermoeidheid en verveling zijn.
- De circadiaanse ritmes zijn aangepast en hierdoor fluctuaties van energie en activiteit. Voorkeur voor avond uren met betere stemming en energie. Belemmerend voor slaap.
ADHD
- Eisen van een klas kunnen zorgen voor meer rusteloosheid, wiebelen en hyperactief gedrag, vooral als er focus wordt verwacht
- er zijn hoge, maar relatief stabiele niveaus van locomotische activiteit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn kenmerken/verschillen van slaap en circadiaanse ritmes bij ADHD en BD?
- ultra snelle cycling zijn frequente fluctuaties van energieniveaus en komt veel voor bij jongeren met BD.
- Hyperactiviteit overdag en 's nachts verstoort circadiaanse ritmes en beïnvloedt gedrag en slaap.
- parasomnie (abnormaal ZS tijesn slaap), verminderde totale slaap, gefragmenteerde slaap en bedplassen
ADHD
- Vroege slapeloosheid en slaapresistentie ( ook bij BD)
Wat zijn kenmerken/verschillen van stemming, suïcidaliteit en psychose bij ADHD en BD?
- prominent in BD maar fluctuaties en disregulatie komen veel voor bij kinderen en ado met ADHD
- Bij BD is er ernstige geïrriteerdheid, dysforie, huilbuien, woedeaanvallen en stemmingslabiliteit
- Deze zijn secundair bij ADHD
Suïcide
- Vooral bij BD maar er is wel een verhoogd risico bij ADHD
Psychose
- Komt vooral voor bij BD en niet bij ADHD
Wat zijn kenmerken/verschillen van agressief en hypersekueel gedrag bij ADHD en BD?
- verbale agressie, geen controle over woede, gewelddadig gedrag dat leidt tot eigendomsvernieling en fysieke agressie
- Vroegtijdige interesse in seksueel afbeeldingen/inhoud en meer seksueel gedrag.
ADHD
- Door geïrriteerdheid ontstaat agressie en is dus een stuk minder bewust dan bij BD
- Hypersekualiteit hoort hier niet bij.
Wat zijn kenmerken/verschillen academisch functioneren bij ADHD en BD?
- Prestaties zijn variabel en oneven, soms doen ze het heel goed en soms ervaren ze perioden van emotionele instabiliteit en depressieve fasen of perioden van verhoogde anxiety.
ADHD
- Moeite met opletten, huiswerk maken en concentratie
Hoe zit het met de familiegeschiedenis bij BD en ADHD?
- De grootste risicofactor bij BD is een positieve familiegeschiedenis (9%). De erfelijkheid is 85% (college)
- Erfelijkheid van ADHD is 60-80%
- Als er ADHD in de familie zit voorspelt dit ook BD (27-30%) en andersom voor 6%
Wat is de conclusie die we kunnen stellen over de verschillen tussen BD en ADHD?
Let op dat er geen bio/neurologische kenmerken zijn vergeleken.
Wat is het doel in het artikel van Uchiha et al.?
Pediatrisch = kinderen
Wat zijn de 4 klinische onderscheidende factoren die overgerepresenteerd zijn in kinderen met bipolaire MDD vergeleken met kinderen met unipolaire MDD?
- 3 onderzoeken hadden hoge psychiatrische comorbiditeit.
- 3 onderzoeken hadden hoge familiegeschiedenis van psychiatrische ziekte.
- 2 onderzoeken hadden hoge ernst van depressie.
- 2 onderzoeken hadden hoger niveau van beperking.
- Niet significant waren 2 onderzoeken met hoge niveaus van geïrriteerdheid en 3 onderzoeken met een vroeg begin van stemmingssymptomen.
Op welke 7 gebieden worden er resultaten besproken in het artikel van Uchida? Vergelijking MDD bipolaire en unipolaire
- Comorbiditeit: kinderen met bipolaire MDD vaker ODD, gedragsstoornissen en anxiety stoornissen. Ado vaker substantiegebruik
- Familiegeschiedenis: komt vaak voor bij bipolaire MDD (eerste graad)
- Ernst van depressie: depressie erger bij bipolair
- Beperkingsniveau: hogere beperkingniveaus bij bipolair
- gedragsmoeilijkheden: relaties gevonden tussen deze moeilijkheden en bipolaire MDD
- Geïrriteerdheid: Extreme/explosieve geïrriteerdheid (super boos/humeurig/chagrijnig) is meer geassocieerd met bipolaire stoornis, terwijl aanhoudende geïrriteerdheid van gemiddelde ernst zonder explosie of ernstige beperking is geassocieerd met unipolaire MDD.
- Vroege leeftijd in begin: bipolaire MDD begint eerder (1.5 jaar) dan unipolaire MDD.
Welke conclusie kan worden getrokken uit het artikel van Uchida? (uni/bipolair)
Limitaties:
- Het bevat maar 4 cross-sectionele informatieve onderzoeken, dus de conclusies moeten als voorlopig worden beschouwd en moeten verder worden getoetst.
Hoe kan je een pediatrische bipolaire stoornis diagnosticeren?
- Prepuberale kinderen voldoen vaak niet aan criteria voor een manische episode, dit komt vaker voor in midden-adolescentie.
- Bij adolescenten is er vaak eerst een ernstige depressieve episode gevolgd door een manische episode, direct erna of maanden tot jaren later.
Wat is een (snelle) cyclus en episode?
Episode = een langdurige periode van stemming disregulatie die vaak meerdere cycli omvat.
Snelle cyclus = 4 of meer stemmingsepisodes in 1 jaar
Wat zijn bekende 'red flags' bij kinderen om naar uit te kijken voor een bipolaire diagnose?
- Woede en agressie: het kind uit agressie meerdere keren per dag, urenlang, met weinig provocatie waardoor de ouders op eieren lopen. Ouders bang voor publieke woede-uitbarsting. Het is is oncontroleerbaar.
- Verminderde slaapbehoefte: kinderen hebben een verminderde slaapbehoefte. Bij ADHD is dit echt slapeloosheid
- Spontane stemmingswisselingen: kan normaal zijn maar kan ook overdreven zijn bij BD. Kan je ook onrealistisch grandioos voelen.
- Hoog risicogedrag: Mensen met BD kunnen dingen doen die ongepast zijn in de context
- Familiegeschiedenis: 10.6% van de kinderen van ouders met BD hadden viploaire spectrumstoornissen vergeleken 0.8% van de ouders zonder BD.
Wat zijn de comorbide stoornissen bij pediatrische bipolaire stoornis?
- 60%-90% van pediatrische patiënten met BD hebben ADHD.
- 47%-88% van patiënten met BD hebben ODD.
- Kinderen met BD hebben vaker anxiety stoornissen dan pediatrische patiënten zonder BD.
- Adolescenten met BD hebben 5x zoveel kans op een substantiegebruiksstoornis.
Manische symptomen herkennen in patiënten met comorbiditeit
- Clinici moeten onderzoeken of stemmingssymptomen of gedragssymptomen eerder kwamen en moeten zich afvragen wat er gebeurt als kinderen stemmingscycli hebben. Vaak verergeren gedragssymptomen bij een bipolaire episode.
Wat is de aanleiding voor het onderzoek van Johnson et al over de relatie tussen creativiteit en BD?
- Stemmingsstabilisatoren voor manische episodes kunnen sommige cognitieve processen die gerelateerd zijn aan creativiteit beïnvloeden.
- Creativiteit en pathologie zijn wellicht beide gelinkt aam extreme niveaus van affectief temperament.
Is BD gerelateerd aan hoge creativiteit?
Is BD gerelateerd aan creatieve banen?
Kiezen mensen met BD eerder een artistieke baan of hobby?
Beschrijven mensen met BD zichzelf als creatief?
Hebben mensen met BD een voorkeur voor stimuli waar creatieve mensen een voorkeur voor hebben?
Is BD gerelateerd aan divergent denkvermogen?
Psychopathologie is gerelateerd aan hogere metingen van divergent denken, maar er is geen bewijs voor meer divergent denken in mensen met BD. Divergent denken is dus positief gerelateerd aan manierisico, maar is niet verhoogd bij mensen met BD. ER ZIJN GEBREKEN IN SET-SHIFTING
Hoe zijn persoonlijkheidskenmerken gerelateerd aan creativiteit?
- Impulsiviteit: zorgt voor expressie zonder beperkingen en zorgt ervoor dat er unieke producten kunnen ontstaan
- Openheid voor ervaringen: gekoppeld aan een risico voor manie. Motivatie om nieuwe dingen te leren
- Commitment en inzet zijn hoofdvoorspellers in creatieve inspanningen. Ambitie en volharding voor creatieve doelen zijn ook vereiste om doelen te halen
Wat wordt er onderzocht in het artikel van Kyaga et al.?
Wat zijn de resultaten bij als er wordt gekeken naar creatieve beroepen en BD in het artikel van Kyaga et al?
- Geen associaties met accountants en bedrijfsrevisoren
- Geen interactie-effecten tussen IQ en creatieve beroepen
Wat is het verschil bij creatieve beroepen tussen BD en schizofrenie?
- Schizofrenie komt dus voor in artiesten en BD in wetenschappers.
- Mensen met schizofrenie hebben een minder gezond verstand en mensen met BD hebben meer vloeiendheid en productiviteit tijdens hypomanie.
Wat is de kritiek van Keller et al op Power et al?
Kritiek:
- Het kan zijn dan mensen met een hogere lading van risicoallelen aangetrokken zijn tot die bepaalde beroepen, zonder dat ze per se creatiever zijn.
- De resultaten gelden alleen voor effecten van de meest voorkomende causale genetische varianten. De vraag blijft nog of zeldzamere, penetrantere risicoallelen ook geassocieerd zijn met meer creativiteit.
Wat wordt er onderzocht in het artikel van Firth et al?
Lifestyle factoren = gedragingen m.b.t. Gezondheid zoals fysieke activiteit, dieet, roken en slaap.
De review bevat 45 onderzoeken: 11 over fysieke beweging, 15 over roken, 12 over dieet, 10 over slaap en de rest over meerdere factoren
Wat zijn de resultaten wat betreft fysieke activiteit in het artikel van Firth et al?
Wat zijn de resultaten wat betreft roken in het artikel van Firth et al?
roken is een belangrijke oorzaak van de 15 tot 30 jaar voortijdige sterfte geassocieerd met ernstige mentale ziekten.
Wat zijn de resultaten wat betreft dieet in het artikel van Firth et al?
Wat zijn de resultaten wat betreft slaap in het artikel van Firth et al?
Wat wordt er gemeten in het artikel van Sun et al?
- Causaliteit van fysieke activiteit bij mensen met BD: geen effecten bij alle drie alleen bij objectief gemeten algemene fysieke activiteit
- Causaliteit van fysieke activiteit bij mensen met schizofrenie: geen effecten bij alle drie
Wat is de discussie in het artikel van Sun et al?
- Algemene fysieke activiteit is dus een effectieve preventieve factor voor BD maar niet voor schizofrenie
- Er is bewijs dat per 1-SD gemiddelde versnelling (8 milli-zwaartekracht) een toename van algemene fysieke activiteit is geassocieerd met een afname van 51% in het risico op BD. BD heeft geen effect op fysieke activiteit, dus de relatie is unidirectioneel. Er zijn geen andere causale associaties tussen andere soorten fysieke activiteiten en beide mentale stoornissen.
Welke 4 dingen worden onderzocht in het artikel van Link et al?
- Herkenning van mentale ziekten
- Overtuigingen over de oorzaken van mentale ziekten
- Overtuigingen over hoe gevaarlijk mensen met mentale ziekten zijn
- De hoeveelheid sociale afstand die mensen met mentale ziekten willen
Omdat: Culturele percepties van mentale stoornissen dramatische gevolgen hebben voor hulp zoeken, stereotypering en behandeling.
Wat zijn de resultaten wat betreft publieke herkenning als mentale stoornis? (link et al)
- Er is een minder grote kloof tussen leken en professionele labels dan Star. Een specifiek psychiatrisch label wordt direct geaccepteerd en een ‘mentale stoornis’ niet.
Wat zijn de resultaten wat betreft publieke oorzaakpercepties als mentale stoornis? (link et al)
- Het eigen slechte karakter van de persoon. Dit is de tweede meest benoemde oorzaak van cocaïneafhankelijkheid.
- Een chemische onbalans in het brein. Dit is de tweede meest benoemde oorzaak van schizofrenie en font-familysans-seriffont-sizetext-indentmajor depression.
- De manier waarop de persoon is opgevoed. Dit is de tweede meest benoemde oorzaak van alcoholafhankelijkheid.
- Stressvolle omstandigheden in het leven. Deze werd het meest benoemt in elke conditie (90%), behalve bij cocaïneafhankelijkheid.
- Een genetisch of geërfd probleem.
- Gods wil.
- Bij Star was de opvoeding de grootste oorzaak, maar tegenwoordig is er een multi-causale blik.
Wat zijn de resultaten wat betreft publieke gevaarpercepties bij Link et al?
- De resultaten zijn hetzelfde als bij Star+ publieke angsten zijn uit proportie met de realiteit, maar een minderheid van mensen met mentale ziekten zijn gewelddadig.
- Het gevaarstereotype is gebleven en toegenomen in de afgelopen 50 jaar.
Wat zijn de resultaten wat betreft attitude sociale afstand bij Link et al?
De afstand werd gemeten door deze dingen te vragen:
- Naast de persoon gaan wonen.
- Een avond socializen met de persoon.
- Vrienden worden met de persoon.
- Samenwerken met de persoon.
- De persoon in de familie willen (aangetrouwd).
Wat is de conclusie uit het artikel van Link et al.?
Wat is er onderzocht in het artikel van Fazel et al.?
De resultaten dragen op 4 manieren bij tot de kennisbasis:
- 3743 mensen met BD werden gematcht met 37.429 mensen zonder BD.
- Bevat alleen mensen met BD die al 2x gediagnosticeerd zijn.
- Gewelddadige misdaad in mensen met BD werd vergeleken met familieleden zonder BD.
- Dit is een systematische review én meta-analyse en dat is de eerste kwantitatieve synthese van het beschikbare bewijs.
Wat is de methode in het artikel van Fazel et al?
- Gewelddadige misdaad was moord, mishandeling, beroving, brandstichting, seksueel misdrijf (verkrachting, seksuele dwang, kindermisbruik, ongepaste blootstelling of seksuele intimidatie), illegale bedreigingen of intimidatie.
- Sociaal-demografische kenmerken zoals burgerlijke status, inkomen en relatiestatus werden ook meegenomen in de data.
- Deze review bevat 8 onderzoeken, waarvan 5 uit de VS, 1 uit Nieuw-Zeeland, 1 uit Israël en 1 uit Zwitserland.
Wat is het resultaat van de longitudinale onderzoeken in het artikel van Fazel et al?
Wat is het resultaat van de sub-groepanalyses in het artikel van Fazel et al?
Wat zijn de twee hoofdbevindingen in het artikel van Fazel et al?
- Er is een verhoogd risico voor gewelddadige misdaad bij mensen met BD. Dit werd meestal gemedieerd door substantiegebruik-comorbiditeit.
- Er is een verhoogd risico voor gewelddadige misdaad bij de broers/zussen zonder BD van mensen met BD. Genen of vroege omgevingsfactoren in families spelen dus een rol.
- Een behandeling van BD met een focus op het verminderen van substantiegebruik kan de gewelddadige misdaad laten afnemen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden