Samenvatting: Blok 5 Bloed En Infectieziekten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Blok 5 Bloed en infectieziekten
-
5.1 bloedgroepen
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarop onderzoekt het laboratorium het bloed tijdens het eerste bloedonderzoek: Prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (PSIE) voor de 13e week?
• Wat is je bloedgroep: A, B, AB of O.
• Ben jeRhesus D-negatief ofRhesus c-negatief ?
• Bevat je bloed antistoffen tegen bloedgroepen die je zelf niet hebt?
• Ben je besmet met één van de infectieziekten syfilis (leus)hepatitis-B of hiv. -
Het laboratorium onderzoekt het bloed op 3 infecties:
• Hepatitis B, dit is een ziekte van de lever
• Hiv, dit kan aids geven
• Syfilis, dit is een geslachtsziekte -
De zwangere gaat van 27 t/m 30 weken van de zwangerschap met vakantie, mag het bloedonderzoek van week 27 ook in week 26 plaats vinden?
Nee, het is van groot belang dat de antistofscreening niet wordt uitgevoerd vóór week 27 in verband met de betrouwbaarheid van het onderzoek. In dit geval is het beter om het onderzoek zo snel mogelijk na de vakantie, bij voorkeur voor week 31, te laten uitvoeren. Laat mevrouw terugkomen voor anti-D-toediening als de foetale RhD-typering positief is. Anti-D moet worden toegediend tussen week 30 en week 32. -
Wat houdt de ADCC test in en wat is belangrijk bij de percentages?
Is een test via sanquin die de kans op antistoffen voorspeld
Als de ADCC van Rhesus D antistoffen tot de partus < 10% blijft, zal geen hemolyse bij het kind optreden. -
Wat is de relatie tussen het bepaalde percentage en de mate van hemolyse?
Percentage -Hemolyse bij het kind
0 - 10 - geen
10 - 30 - geen of geringe
30 - 50 - geringe totmatige
50 - hoger - ernstige tot zeer ernstige -
Bij welke risicofactoren FMT en sensibilisatiemomenten word er 1000 IE anti-D toegediend?
partus immaturus/abortus provocatus na 16(20) weken - 1000 IE
chorionvillusbiopsie/amnioncentese > 26 weken - 1000 IE
In 30e week zwangerschap bij RhD+ kind - 1000 IE
stomp buiktrauma - 1000 IE
vaginaal bloedverlies > 26 weken - 1000 IE
uitwendige versie - 1000 IE
PP bij RhD+ kind ( bij sectio, manuele placenta verwijdering, fundusexpressie, meerling mogelijk hogere dosis) - 1000 IE
IUVD - 1000 IE -
Wanneer moet je de dosis berekenen bij extra Anti-D toediening?
- neonatale anemie ten gevold FMT
- transfusie (of transplantatie) met materiaal van RhD+ donor
-
Hoevaak komen rhesus-antistoffen voor bij rhesus-negatieve zwangeren?
Minder dan 1 % (200 vrouwen per jaar) van alle rhesus-negatieve vrouwen krijgt te maken met rhesus-antistoffen -> dan extra controle gynaecoloog.
(bij rhesus-negatieve vrouwen met geen antistoffen -> geen extra controle nodig, bevallen bij VLK) -
Wat zijn Irregulaire antistoffen en hoe/wanneer ontstaan ze?
Irregulaire antistoffen zijn normaal niet in het bloed aanwezig. Het zijn afweerstoffen tegen andere bloedgroepen dan A en B.
Ze ontstaan nabloedtransfusie of na een eerdere zwangerschap. -
Welke gevolgen kunnen irregulaire antistoffen voor het kind hebben?
Irregulaire antistoffen van de moeder komen tijdens de zwangerschap via de placenta bij het kind terecht. Niet alle irregulaire antistoffen hebben gevolgen voor het kind, maar sommige kunnen het bloed van de kind geleidelijk afbreken, waardoor het na de geboorte meer kans heeft om geel te worden. In zeldzame gevallen ontstaat tijdens de zwangerschap bloedarmoede bij het kind.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden