Startpagina / Samenvattingen / Blok 5 / dysartrie-afp-motoriek

Dysartrie - Team 1 (Blauw)

Q: Er zijn 6 typen dysartrie, noem er 4 en geef aan waar de aandoening ligt in het zenuwstelsel:

Slappe dysartrie (Perifeer Zenuwstelsel) Spastische dysartrie (Centraal Zenuwstelsel) Hypokinetische dysartrie (Extra Piramidale Centra) Hyperkinetische dysartrie (Extra Piramidale Centra) Atactische (of cerebellaire) dysartrie (Cerebellum) Gemende dysartrie (niet gespecificeerd)

Q: Stoornissen bij Dysfagie kunnen in de volgende hersenzenuwen liggen; 5, 7, 9, 10 en 12. Noem de bijbehorende namen (en kun je ook kenmerken noemen???):

. . . . V. Nervus Trigeminus ( AFP: Met name gevoelszenuw. Motorisch; muscules temporalis & muscules masseter) ( IC: motoriek onderkaak o.a. musculus masseter, sensibiliteit gelaat en mondholte) . VII. Nervus Facialis ( AFP: aangezichtsspieren & smaak) ( IC: motoriek aangezicht, heeft mond- en oogtak) . IX. Nervus Glossopharyngeus ( AFP: achterste gevoel van de tong & keel) ( IC: motoriek velum, farynx, o.a. verwijden) X. Nervus Vagus ( AFP: met name gevoelszenuw. Motorisch; middenrif & larynx) ( IC: motoriek velum, farynx, larynx) . XII. Nervus Hypoglossus ( AFP: belangrijk voor tong) ( IC: motoriek tong)

4 belangrijke vragen over Dysartrie - Team 1 (Blauw)

Er zijn 6 typen dysartrie, noem er 4 en geef aan waar de aandoening ligt in het zenuwstelsel:

Slappe dysartrie (Perifeer Zenuwstelsel)
Spastische dysartrie (Centraal Zenuwstelsel)
Hypokinetische dysartrie (Extra Piramidale Centra)
Hyperkinetische dysartrie (Extra Piramidale Centra)
Atactische (of cerebellaire) dysartrie (Cerebellum)
Gemende dysartrie (niet gespecificeerd)

Stoornissen bij Dysfagie kunnen in de volgende hersenzenuwen liggen; 5, 7, 9, 10 en 12. Noem de bijbehorende namen (en kun je ook kenmerken noemen???):

.
.
.
.
V. Nervus Trigeminus (AFP: Met name gevoelszenuw. Motorisch; muscules temporalis & muscules masseter) (IC: motoriek onderkaak o.a. musculus masseter, sensibiliteit gelaat en mondholte)
.
VII. Nervus Facialis(AFP: aangezichtsspieren & smaak) (IC: motoriek aangezicht, heeft mond- en oogtak)
.
IX. Nervus Glossopharyngeus(AFP: achterste gevoel van de tong & keel) (IC: motoriek velum, farynx, o.a. verwijden)
X. Nervus Vagus (AFP: met name gevoelszenuw. Motorisch; middenrif & larynx) (IC: motoriek velum, farynx, larynx)
.
XII. Nervus Hypoglossus(AFP: belangrijk voor tong) (IC: motoriek tong)

Hoe kun je slikproblemen indelen qua plaats in het zenuwstelsel?

1. Slikstoornis boven de hersenstam
2. Slikstoornis op stamniveau
3. Slikstoornis onder de hersenstam

Noem kenmerken van ALS wat betreft het slikken.

krachtverlies: lipsluiting onvoldoende, tongmotoriek is slap, speeksel wordt taai en draderig, gehemelte trekt niet goed op, vertraagde slikinzet, te weinig drukopbouw van de keelspieren

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Blok 5

Bekijk samenvatting