IC stotteren

16 belangrijke vragen over IC stotteren

Welke onderzoeken kunnen worden gedaan bij het oudere kind dat stottert of broddelt? En wat voor soort behandeling wordt er gegeven?

  • Onderzoeken: SSI, CAT-DR, omgevingsfactoren, etc..
  • Behandeling: Directe therapie aansluitend bij de hulpvraag van de client, met realistische doelen. Rekening houdend met mogelijkheden van de client.

Hoe wordt stotteren beschreven vanuit het 'Klinisch werkmodel' (Ad Bertens, 1993)?

Stotteren = een zwakke aanleg voor timing van spraakbewegingen

Wat zijn uitlokkende factoren vanuit het 'Klinisch werkmodel' (Ad Bertens, 1993)? En noem hierbij voorbeelden:

Spanning:
  • Externe spanning, zoals; decembermaand (sinterklaas / kerst / oud en nieuw) of spreekbeurt houden
  • Interne spanning, zoals; temperament
Snelheid:
  • Hoe sneller je spreekt hoe sneller een stottermoment voor kan komen
Belemmeringen:
  • Ziek of vermoeidheid
  • Taalontwikkelingsstoornis
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Soms vindt het kind zelf een oplossing waardoor het stotteren afneemt, welke oplossingen kunnen dit zijn?

Voorbeelden:
  • Langzamer te spreken
  • Zinslengte aan te passen
  • Ruimere interactietijden te nemen

Door het zelfbewustzijn en het vergelijken met anderen kunnen er ook complicaties ontstaan, doordat het kind niet meer wil stotteren. Welke complicaties kunnen er ontstaan? En noem hierbij voorbeelden:

Fight = vechten:
  • Stotteren wordt krampachtiger (pepepepaard vs. PpPpPpaard)
  • Bij bewegingen in de motoriek (ogen knijpen / hoofd omhoog / enz.)
Flight = vluchten:
  • Terug trekken (afzijdig houden); Geen presentaties wil geven / niet durven vragen of antwoord geven / vinger niet opsteken
  • Synoniemen zoeken (=vermijden van een stotter)
Freeze = bevriezen
  • Stotters worden langer
  • Er kunnen blokkades ontstaan (…….Stilvallen)

* Ontstaan van een cyclus omdat het niet lukt om niet te stotteren (negatieve emoties en gevoelens gaan zich ontwikkelen), hierdoor wordt het stotteren erger.

** Dit zijn conditioneringsprocessen en kunnen dus ook weer worden afgeleerd.

Wat kenmerkt een stotterende schoolkind en hoe wordt dit stotteren genoemd?

The intermediate stutter (overgangsstotteren)

Kenmerken:
  • Meestal tussen 6 en 12 jaar
  • Woorddeel- en/of lettergreepherhalingen met spanning
  • Gespannen verlengingen en blokkades (toonhoogtestijging of stilvallen)
  • Vecht-, ontsnappings- en vermijdingsgedrag (door bewustwording)
  • Gevoelens: schaamte, frustratie, bang voor luisteraarsreacties, spreekangst
  • Cognities: ziet zichzelf als stotteraar (gedachte ontwikkeling, zoals; vervelend vinden)

Van Riper beschrijft 3 punten voor de persoon als therapeut waar hij aan moet voldoen en Guitar voegt daar 3 punten aan toe, noem deze 6 punten:

Van Riper:
  • Empathie: het vermogen om de gevoelens, de gedachten en het gedrag van een persoon die stottert te begrijpen.
  • Warmte: onvoorwaardelijke positieve houding t.o.v. de persoon die stottert (interesse, non-verbale communicatie)
  • Echtheid: eerlijk, realistisch (doelen stellen, eigen ongemakkelijkheden bespreken, enz.)
Guitar:
  • EBP als uitgangspunt:
  • Bijscholen/specialiseren: Nederlandse Vereniging voor Stottertherapie (NVST), ECSF, CIOOS
  • Kritisch en creatief zijn: mbt nieuwe methodes

Wat voor soort therapie wordt er gebruikt om de stotterfrequentie te verminderen?


spraakverandering, (bijv langzamer spreken) “fluency shaping”, vloeiendheid trainen met gebruikmaking van operante conditionering (belonen = complimenteren en “straffen” = vragen naar het stotteren)

* Hierbij mag geen abnormaliteit bij worden aangeleerd (o.a. ritmisch spreken)

Wat voor soort therapie wordt er gebruikt om de abnormaliteit van de stotters te verminderen?

Spraak/Stottermodificatie (“stuttering modification”), de stotter gemakkelijker maken, ook met gebruikmaking van operante conditioneringsprincipes (bijv. bij vechtgedrag; waar zit de spanning / wat voor soort stotter / hoe gaat de stotter / hoe is dit makkelijker te maken)

Wat voor soort therapie wordt er gebruikt om negatieve gevoelens over het stotteren en spreken te verminderen?

Deconditionering en contraconditionering, bijv. opzettelijk stotteren (waarbij het kind succesbeleving krijgt), blijven hangen in een stotter , opener zijn over stotteren, counselen (van m.n. ouders)

* hangt veel samen met therapie bij 'negatieve gedachtevermindering'

Wat voor soort therapie wordt er gebruikt om negatieve gedachten over het stotteren en spreken te verminderen?

Cognitieve therapie: hoe gevoelens en gedrag bepaald worden door gedachten, denkbeelden (stotteren is oke i.p.v. stotteren vinden anderen vervelend)

* hangt veel samen met therapie bij ' negatieve gevoelsvermindering'

Wat voor soort therapeutische oefeningen worden er gebruikt om vermijdingsgedrag te verminderen?


Bijv. freezing, opzettelijk stotteren, hiërarchielijsten spreeksituaties (van makkelijke situaties naar steeds moeilijker te werken, om angst te overwinnen)
* wordt snel uitvergroot (door beloning van vermijdingsgedrag houdt het zichzelf in stand), om er aan te werken moet het stottergedrag aan worden gegaan.

Wat voor soort therapeutische oefeningen worden er gebruikt om communicatieve vaardigheden te versterken?

Sociale vaardigheden, assertiviteit. (bijv. oogcontact verbeteren om non-verbale communicatie te versterken)

* Vooral in een groep vind hierin snellere progressie! (door ervaringen te delen)

Wat voor soort therapeutische oefeningen worden er gebruikt om de omgeving van de client te beinvloeden?

Openheid over stotteren, voorlichting op school (Gesprek aangaan met kinderen bij een presentatie op school), ouderbegeleiding (bijv. om de familie, die het minder goed begrijpt, hier beter mee om te laten gaan), etc.

* omgeving meer geduld meegeven (wat langer wachten)

Wat zijn belangrijke onderwerpen om als stottertherapeut in een voorlichting voor op school te verwerken?

  • Wat stotteren inhoudt
  • Klasgenootjes vragen of ze opzettelijk durven te stotteren
  • Hoe wil het kind het liefst dat er gereageerd wordt op het stotteren
  • Pestgedrag


* Let op: Aansluitend bij leeftijd (Powerpoint met geschreven woorden of plaatjes)

Waarop kan je identificeren worden bij het stottergedrag?

  • Of er een stotter is (therapeut maakt af en toe stotter, kind gaat het vangen)
  • Waar de stotter vastzit (wat er in je mond gebeurt; alveolair = tong / klinker = stembandniveau)
  • Welke soort stotter het is (stuiter, slang, slot)



* identificeren = therapeut die opzettelijk stottert of de toevallige echte stotters van het kind (je stelt nog geen eisen aan het kind)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo