WC - Pre operatieve screening

12 belangrijke vragen over WC - Pre operatieve screening

Waar bestaat pre-operatieve screening uit?

- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek
- Evt. aanvullend onderzoek.

Hoe maak je op basis van POS consult risico-inschatting:

  • - Inschatting luchtwegmanagement. Als je van te vormen inschat dat het lastig zal zijn dan kun je daarbij voorzorgsmaatregelen nemen.
  • - Algehele voorgeschiedenis van patiënt:
    • o ASA score
    • o Allergie à welke medicatie wel of niet geven
  • - Risico-inschattingen specifieke peri-operatieve complicaties (op basis van voorgeschiedenis, maar ook op basis van het type operatie).
    • o Cardiale complicaties
    • o Pulmonale complicaties
    • o Complicaties bij specifieke voorgeschiedenis patiënt

Waar let je op bij de risicoinschatting van de A: Airway?

Luchtweg beoordelen: LEMON
  • - Look externally: geen rare anatomie die het lastig maakt om een intubatie te doen. Bv. grote zwelling lip, mond, tumor keel.
  • - Evaluatie (mondopening à hoe ver kan hij open, thyromentale afstand à afstand tussen thyroid en mond, hoe kleiner hoe lastiger intubatie).
  • - Mallampati score: hoe wijd de mondopening is.
  • - Obstructie (stridor, tumor)
  • - Neck (beweeglijkheid, omtrek) à lastig bij dikke mensen. Kunt hoek niet maken dan misschien laryngoscoop met andere hoek inbrengen.
    • o 40 cm à 5% moeilijke intubatie
    • o 60 cm à 35% moeilijke intubatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de upper lip bit test?


Upper lip bit test: onder kaak boven bovenlip krijgen. Als dit makkelijk gaat dan gaat intubatie beter, en jaw thrust ook makkelijker.

Risico peri-operatieve pulmonale complicaties verhoogd bij:

Patiënt gerelateerde factoren: Leeftijd > 60, COPD, instabiel astma, hartfalen, slechte functionele status (weinig uit bed, weinig spier om bijv. te hoesten, laag albuminegehalte à hoort bij slechte voedingstoestand.

Operatie gerelateerde factoren: Oesophagusresectie, abdominale chirurgie, hartchirurgie, neuro-, hoofdhals-, perifere vaatchirurgie, niet electieve chirurgie, operatie die lang duurt (> 2.5 uur), >4 packed cells geven.

Wat is aanvullend onderzoek wat je voor de B kunt doen?

Aanvullend onderzoek:
- Saturatie meten
- Evt. spirometrie als je twijfelt over pulmonale conditie
- OSAS – apneu, wil je ook weten. Je geeft vaak opiaten. Als je iemand met OSAS opiaten geeft dan kunnen ze een echte apneu krijgen en, dood in bed gevonden worden.

Je kunt eventueel ook medicatie geven, bijv. bij astma, om ze beter in te stellen.


Risico inschatten met lee revides cardiac risk index.

Voornamelijk risicofactoren voor coronairlijden verhogen ook het risico op peri-operatieve cardiale complicaties.

Spoed operaties hebben hogere mortaliteit peri en post operatief omdat je een minder goed plan kan maken en patiënt minder goed kan analyseren.

- High risk surgery wordt gedefinieerd als intrathoracic, intra-abdominal, or suprainguinal vascular.
- Ischemisch heart disease wordt gedefinieerd als: history of MI, pathologic Q waves on the ECG, use of nitrates, abnormal stress test, or chest pain secondary to ischemic causes.

Wat wil je daarnaast weten van patiënt, lo een aanvullend onderzoek bij C?

Wat wil je weten van de patiënt?
- Inspanningstolerantie, pijn op de borst, palpitaties, orthopnoe, nycturie, cardiovasculaire voorgeschiedenis etc.
Aanvullend onderzoek?
- ECG
Lichamelijk onderzoek:
- Auscultatie – souffles

Soms moet je eerst het hartprobleem oplossen voordat je opereert. Bijv. eerst een dotter voordat je een heup opereert.


Mensen na PTCA krijgen dubbele plaatjes aggregatie remmers voor een jaar. Als je er eentje stopt dan kan stent dicht gaan zitten. Maar tijdens operatie moet je stoppen. Dan kijken of je het uit kan stellen, of iets anders kan bedenken voor bloedverdunners.

Wat wil je weten bij disability (neurologie)?

  • - Pre-existente neurologische status bepalen
    • o Pre-existente neurologische uitval zoals pupilverschil, hangende mondhoek, krachtsverschil.
    • o Zo hoef je je geen onnodige zorgen te maken bij postoperatief bemerkte, maar reeds pre-OK aanwezige neurologische uitval, en dat er juist snel aanvullend onderzoek kan worden gedaan bij nieuwe neurologische problemen.
  • - Je wilt ook pre-existente ziektes weten. Bij ziekte van parkinson mag je bepaalde medicijnen niet geven (bijv. bepaalde anti-emetica, haldol). Daarnaast bij ziekte van parkinson: patiënten moeten pre-operatief en zo nodig zelfs peroperatief hun medicijnen krijgen zodat zij niet een exacerbatie krijgen van hun klachten.

Wat wil je weten bij E - Exposure?

  • - Temperatuurmanagement: oude mensen, of kleine dunne mensen kunnen ontzettend afkoelen. Je stolling verslechterd als je koud bent. Hier een plan voor maken
  • - Milieu interieur en endocrinologie
    • o Als iemand diabetes heeft kan hij hypoglycemisch worden als ze nuchter zijn.
    • o Nierfunctiestoornis
    • o Bijschildklierinsufficiëntie
    • o Schildklierziekte: als dit niet goed gereguleerd is  kun je in thyreotoxische crisis komen (kan uitiendelijk voor hartinfarct en andere dingen zorgen). Medicatie heeft direct actie op schildklier.

Kennis van de operatie: Beredeneer wat specifieke risico’s zijn van:
- Thoracotomie: kom je bij de longen. Kan ontzettend bloeden.
- Laparotomie
- Craniotomie

Kennis van de operatie: Beredeneer wat specifieke risico’s zijn van:
- Thoracotomie: kom je bij de longen. Kan ontzettend bloeden.
- Laparotomie
- Craniotomie


Casus 3: 73-jarige vrouw, acute arteriële embolie bij atriumfibrilleren de novo. à embolie in hersenen waarbij je trombectomie doet.
VG hypertensie

- VG: hypertensie: heeft zie hier medicatie voor, adequaat gebruikt. Beta blokkers zorgen ervoor dat je hartfrequentie laag blijft: als je iemand met algehele narcose beta blokkers geeft dan kun je vertroebeling van beeld krijgen (kunt bijv. minder goed zien als iemand pijn heeft).
- VG: atriumfibrilleren: mogelijk antistolling. Wil je weten van bloedingsrisico. Je wilt weten of atriumfibrilleren nog aanwezig is en hoe lang al. Als iemand al heel lang atriumfibrilleren heeft, dan kun je hartfalen krijgen (doet bijv. ook iets met longen à bijv. overvuld, naar longen luisteren, kan iemand goed plat liggen).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo