Farmacologie - Basale Farmacokinetiek

44 belangrijke vragen over Farmacologie - Basale Farmacokinetiek

Uit welke 4 processen bestaat de farmacokinetiek?
Leg kort uit wat ze inhouden.

absorptie = heeft als gevolg de biologische beschikbaarheid
distributie = over het fictief verdelingsvolume
metabolisme = afbraak tot wateroplosbare stoffen
eliminatie = daadwerkelijke uitscheiding via gal of urine

Waar staan de volgende tekens voor in de farmacokinetiek?
C0 =
F =
D =
Vd =
T1/2 =
D/ T =
Css =

C0 = piekspiegel
F = biologische beschikbaarheid
D = dosis
Vd = verdelingsvolume
T1/2 = halfwaardetijd
D/ T = dosis per tijdinterval
Css = steady state

Welke factoren bepalen de steady state concentratie?
Welke formule kun je gebruiken om de steady state concentratie te berekenen?

Css = (F x D) / (ΔT x Cl)

In:
F = biologische beschikbaarheid
D = dosis

Uit:
ΔT = tijdsinterval
Cl = klaring
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een andere manier om de benodigde dosis om de steady state te bereiken is met het adjusted bodyweight. Leg uit hoe dit in zijn werk gaat?

ABW = LBW + (0,4 (TBW-LBW)) voor wateroplosbare stoffen.

ABW = adjusted bodyweight
TBW = total bodyweight
LBW = lean bodyweight = vetvrij lichaamsgewicht wat te berekenen is met de formule:  

LBW= 0,9 x l(cm) – 93

Wat is de nulde orde kinetiek?
Noem een voorbeeld van een stof dat zo geklaard wordt.

Verzadiging enzymen --> maximale afbraaksnelheid.
Dit houdt in dat als alle enzymen bezet zijn de bloedspiegel (eindeloos) blijft doorstijgen bij te hoge dosis.

De eliminatie van de stof verloopt met een constante snelheid. Dat wil zeggen dat er per tijdseenheid (bijvoorbeeld per minuut) een constante hoeveelheid geëlimineerd wordt. Deze hoeveelheid is onafhankelijk van de concentratie in het bloed.

Een voorbeeld van een stof die zo geklaard wordt is alcohol, ethanol en fenytoine.

Bij 1e orde kinetiek: als de dosis verhoogd wordt  waar heeft het dan GEEN effect op? Waarom?

op de halfwaardetijd omdat de klaring efficienter wordt

Wat is de eerste orde kinetiek?
Welke stoffen worden zo geklaard?

Hogere concentratie --> snellere afbraak

Per tijdseenheid wordt er een constante fractie (bijvoorbeeld x%) van de hoeveelheid van een in het lichaam aanwezige stof geëlimineerd. Deze fractie is onafhankelijk van de concentratie. Een en ander houdt dus in dat er per tijdseenheid een afnemende hoeveelheid van het middel uit het lichaam verdwijnt (en dus geen constante hoeveelheid zoals bij nulde-ordeprocessen).

Vrijwel alle lichaamseigen stoffen en farmaca worden via eerste-ordeprocessen geklaard.

Om welke reden wil je de onderhoudsdosis bepalen?

om een steady state concentratie bereiken. Je wil dat er per tijdseenheid evenveel geneesmiddel wordt toegediend als dat er wordt uitgescheiden zodat het leven van werkzaamheid constant blijft in de patient.

Hoeveel procent water bestaat 1 normale lichaamskilo uit?
En uit hoeveel procent water bestaat 1 kilo vetweefsel?

60% bij mannen en 50% bij vrouwen.
30% water in 1 kg vet.
dit is de helft in water van een normale lichaamskilo dus daarom dien je de helft van het middel toe per kg wat je per normale lichaamskilo aan geneesmiddel zou toedienen.

Tip! Als je moet rekenen bij EEN patient zonder dat het geslacht bekend is reken dan met de 60% van de man!

Gentamycine is een wateroplosbaar geneesmiddel. Er wordt bij normaal gebouwde volwassenen één maal daags een dosis van 5 mg/kg gegeven waarbij het van belang is dat er steeds een bepaalde topspiegel gehaald wordt.

Welke dosis moet gegeven worden bij een morbide adipeuze patiënt van 140 kg, die een lean body mass van 70 kg heeft (en dus 70 kg surplus aan vet).

a) 350 mg
b) 500 mg
c) 700 mg
d) 1000 mg

Antwoord b)
Extreme adipositas heeft een Groter Vd, ook van wateroplosbare stoffen

• ABW = LeanBW + 0,4 (TBW-LBW) voor wateroplosbare stoffen

80 + 0.4 (140-80) = 104; 104 * 5 = 520 mg genta

• Daardoor grotere T ½
• T ½ = 0,7 x Vd/Cl


Gentamicine
• hydrofiel antibioticum
• ernstige infecties met Gram-negatieve bacteriën
• gedoseerd op lichaamsgewicht: 5 – 7 mg/kg

Hoeveel zou u toedienen aan een patiënt:
1. Patient met lengte van 1.70m, waarbij het gewicht door oedeem is toegenomen tot 70 kg?
2. patient met lengte van 1.70m en gewicht van 60kg, wanneer deze door een terminale nierinsufficiëntie dialyse-afhankelijk is?

1. 1kg oedeem = 100% H2O. Daar dien je 10mg/kg genta voor te geven: 10 x 10 = 100mg extra genta.
60kg lichaamsgewicht x 5mg genta = 300.
Totaal: 100 + 300 = 400mg genta in totaal.

2. Het gewicht is hetzelfde dus het verdelingsformule ook wat maakt dat de oplaaddosis hetzelfde is als bij ieder ander! Anders wordt er geen therapeutische spiegel bereikt.
De onderhoudsdosis is wel anders of je kunt ook het tijdsinterval aanpassen waarin je de meds geeft.

*bij veel meds maakt dit niet uit omdat ze een grote therapeutisch breedte hebben, maar bij sommige zoals gentamycine wel!

Gentamicine
• hydrofiel antibioticum
• ernstige infecties met Gram-negatieve bacteriën
• gedoseerd op lichaamsgewicht: 5 – 7 mg/kg

Gebruik nu de formule voor het adjusted bodyweight:
Hoeveel zou u toedienen aan een patiënt met een lengte van 1.70 m en een gewicht van 90 kg?

ABW = LBW + (0,4 (TBW-LBW))
LBW= 0,9 x l(cm) – 93

Dus LBW = 0,9 x 170 - 93 = 60kg
ABW = 60 + (0,4 x (90 - 60)) = 72kg

72kg x 5mg = 360mg genta in totaal

Waarom zijn concentraties geen handige rekeneenheid?
Met wat wordt er dan gerekend?

Omdat geneesmiddelen zich niet alleen verspreiden over het bloed maar vaak ook over het spier en vetweefsel waardoor het verdelingsvolume lastig in te schatten is. Als je het bloed zuivert dan komt het gnm weer uit spier en vet vandaan het bloed terug in. Je weet niet hoe groot deze hoeveelheid gnm is dus is het onhandig om ermee te rekenen.

Je rekent met het fictief verdelingsvolume: In hoeveel liter bloed lijkt de totale hoeveelheid geneesmiddel te zijn opgelost, gekeken naar de plasmaconcentratie?

De klaring is een vast gegeven, in mL/min, ongeacht de concentratie. Wat is de klaring?

de hoeveelheid bloed die per tijdseenheid wordt gezuiverd. dit is per tijdseenheid steeds gelijk = % van het volume waar het gnm in zit.

Bij een hydrofiel gnm halveer je de dosis dat verdeeld is over het vetweefsel.
Is dit hetzelfde voor een lipofiel geneesmiddel? Leg je antwoord uit.

Bij een lipofiele stof dat zich dus over mn vetweefsel verdeeld is de redenatie andersom en moet je ipv de dosis halveren het juist verhogen bij een obees persoon.

Als ouderen de dosis benzodiazapinen wordt voorgeschreven zoals bij een volwassene wat ontstaat er dan voor verhoogd risico?
Hoe kan dit?

Dan ontstaat er een verhoogd valrisico.
Dit komt door een veranderde lichaamsbouw: meer vet en minder spieren waardoor er een ander verdelingsvolume is ontstaan. Dit veranderde verdelingsvolume heeft tot gevolg dat de halfwaardetijd toe neemt omdat benzo's zich verdelen over het vet.
Omdat het middel langer aanwezig is in het lichaam van een oudere treed er accumulatie op wanneer de volgende dosis wordt gegeven wat weer leidt tot een verhoogd valrisico.

Van sommige geneesmiddelen moet er eerst een oplaaddosis worden gegeven. Hoe wordt de oplaaddosis bepaald?

Wordt bepaald op basis van de concentratie bij toediening = Co.

Wat is de definitie van de biologische beschikbaarheid?
Welke formule gebruik je bij het bepalen van de oplaaddosis bij een infuus?
Hoe groot is de Biologische beschikbaarheid (F) bij het infuus?
En welke formule gebruik je wanneer het middel oraal gegeven wordt? 
Wat is er anders waar je rekening mee moet houden bij het bepalen van de oplaaddosis van een gnm tov infuus?

De biologische beschikbaarheid is de fractie van de dosis van een geneeskrachtige stof die onveranderd in de algemene circulatie (voorbij het poortaderstelsel en de lever) terechtkomt ten opzichte van de intraveneuze toediening en de snelheid waarmee dit gebeurt.

Infuus: C0 = dosis (mg) / Vd (L)
Biologische beschikbaarheid (F) = 1 dus kun je weglaten uit de formule itt de orale formule.

Oraal: C0 = F x dosis (mg) / Vd (L)
Er is sprake van first pass effect waardoor er maar een fractie van de toegediende dosis in de systemische circulatie terecht komt.
• afbraak in darm en lever
• transporteractiviteit darm
• fractie in bloedbaan

Welke 2 zaken hebben geen invloed op de steady state?

verdelingsvolume & lichaamsbouw, het gaat namelijk om de klaring.
Hoe efficienter de uitscheiding, des te sneller het evenwicht wordt bereikt.
Die efficientie wordt bepaald door klaring en verdelingsvolume.

Als de nierfunctie verslechterd met welke factor moet de dosis dan aangepast worden om dezelfde steady state te behouden?
Welke middelen moeten dan aangepast worden?

Ze moeten met een factor 2 verhoogd of verlaagd gegeven worden afhankelijk van het soort middel.
Middelen die door de nieren geklaard worden zijn de middelen die aangepast moeten worden.

Waar leidt een te hoog gedoseerd nulde orde middel toe?
Hoe wordt dat in de praktijk geprobeerd om te voorkomen?

Het leidt relatief gemakkelijk tot intoxiteit. Vandaar dat er intensieve spiegelmonitoring wordt toegepast.

Renale klaring
Verbind de juiste zaken met elkaar:
 
A. Tubulaire secretie
B. Actieve resorptie
C. In beide gevallen 

1. competitie
2. specifieke carriers (glucose, aminozuren, vitamines)
3. transportsystemen met brede substraataffiniteit zoals P-glycoproteine (organische kationen en anionen)     
4. endocytose (eiwitten)
5. actief proces in proximale tubulus
6. maximale capaciteit

Tubulaire secretie:
– transportsystemen met brede substraataffiniteit zoals P-glycoproteine (organische kationen en anionen)

Actieve resorptie:
– specifieke carriers (glucose, aminozuren, vitamines)
– endocytose (eiwitten)

In beide gevallen:
- actief proces in proximale tubulus
- maximale capaciteit
- competitie

Hoe groot is de normale renale klaring door de glomerulaire filtratie, tubulaire secretie en reabsorptie per minuut?

0-140 ml/min

Als de renale klaring afneemt wat gebeurt er dan met Css en T1/2?

nemen toe.

Waar is creatinine het afbraakproduct van?
Waarom wordt deze stof gebruikt als maat voor de nierfunctie?

Afbraakproduct van creatinefosfaat
Volledig renaal geklaard > ideale maat voor “nierfunctie” .

Interpretatie:
– spiermassa?
– kreatinine stabiel?

Maar dat is nog niet alles…..
– glomerulaire filtratie
– tubulaire secretie (15% bij normale nierfunctie) kent een Individuele variatie! Bij gestoorde nierfunctie tot 50% vd renale klaring. Geremd door trimethoprim….

Welke 3 condities leiden tot hyperfiltratie?

– IC patiënten – Overgewicht – Zwangerschap

Wat is belangrijk om op te letten bij het risico op onderschatting van de renale klaring?
En wat is belangrijk bij overschatting?

Risico op onderschatting: let op efficacy, grote therapeutische breedte: doseer hoger!

Risico op overschatting: let op toxiciteit (zeker bij smalle therapeutische breedte) let op nefrotoxische middelen .

Patient met een normale nierfunctie die je gentamycine wil voorschrijven:
• Gewicht: 140 kg. Lengte: 165 cm
• Hydrofiel geneesmiddel, weinig in vet

Dosering?
A. 700 mg
B. 275 mg
C. 450 mg      

Welk risico loop je bij deze patiënte?

Handig!! http://www.necf.nl/presentaties/COIG_2014/COIG_2014_Workshop_Kinetiek_MZ.pdf

LBW= 0,9 x l(cm) – 93
ABW : LBW + (0,4 x (TBW-LBW)

Dosering:
TBW (140 kg) : 700 mg
LBW (55,5 kg) : 275 mg
ABW (89,3 kg): 450 mg

Risico:
Cl = 0,7 x Vd / T ½
T ½ neemt toe … Dus tijd tot dalspiegel neemt toe
Consequentie bij genta beperkt (oplaaddosis)

Mevrouw Oud, bejaard met een normale nierfunctie wil je gentamycine voorschrijven.
Gewicht: 70 kg. Lengte: 170 cm.
Wat gebeurt er fysiologisch met het spier-, vetweefsel en de nierfunctie van deze dame?
Welk gevolg heeft dit voor het verdelingsvolume en de uiteindelijk te geven (oplaad)dosis?
Welke uitzondering op dat gevolg ken je?

Fysiologische veroudering:
• Afname spierweefsel --> afname Vd
• Toename vetweefsel --> afname Vd
• Nierfunctie    

C0 = F x D / Vd dus (Oplaad)dosis lager!

Er is geen afname van het Vd als het een lipofiel middel zou zijn. Dan zou er eerder een toename zijn.

Een patient met een normale nierfunctie die opgenomen ligt op de IC ivm sepsis heeft nu oedeem all over. Je wilt gentamycine voorschrijven.
Gewicht: 70 kg. Lengte: 170 cm.

Hoe nu doseren en waarom kies je dat antwoord?
• Hoger
• Lager
• Gelijk

Hoger, omdat genta is hydrofiel en de klaring gebeurt hoofdzakelijk door de nier.
Als er sprake is van oedeem dan is er ook verdeling in het 3e compartiment waardoor het Vd stijgt.

Oplaaddosis: C0 = F x D / Vd wat leidt tot een hogere toe te dienen dosis voor hetzelfde effect.

Link juist aan elkaar wat algemeen op de IC geldt:
A. Hyperfiltratie
B. Nierfunctieverlies
C. Oedeem

1. dosis lager
2. dosis hoger
3. dosis even hoog maar let op het volume!     

Bij welke zaken (A,B,C) is er spiegelcontrole nodig?

Hyperfiltratie dosis hoger
Nierfunctieverlies dosis lager
Oedeem dosis even hoog maar let op het volume! 

Spiegelcontrole bij hyperfiltratie en nierfunctieverlies.

Welke stap in de farmacokinetiek is de snelheidsbepalende stap bij een benzo?
Is een benzo een hydrofiele of een lipofiele stof?

Opname uit maag/darm snelheidsbepalende stap tot werking (=breinspiegels) ≈ lipofiliteit

Waar is de distributie (meestal) bepalend voor van een benzo?

(Meetal) bepalend voor de werkingsduur (≠ eliminatiehalfwaardetijd).
Lange eliminatiehalfwaardetijd ≠ lange werkingsduur.

Hoe is de metabolisatie van benzo's?
Welke 3 benzo's is er een relatieve voorkeur voor bij de metabolisatie?

Hepatogene omzetting lipofiel naar hydrofiele stof t.b.v. excretie (Fase 1 en 2):
• Cave actieve metabolieten
• Fase 2 reactie relatief langst ‘gespaard’ bij leverfunctieverlies

Relatieve voorkeur voor: Lorazepam, Oxazepam & Temazepam.

Als benzo's herhaaldelijk worden toegediend in welke weefsels accumuleren ze dan?
Welke 3 middelen hebben geen accumulatie als je ze 1DD1 doseert?

vetweefsel, plasma en brein
Oxazepam, lorazepam, zolpidem

Wanneer wordt de steady state bereikt bij chronisch gebruik van benzo's?

Tot Css 3-5x eliminatiehalfwaardetijd.

Wat zijn oorzaken van een verminderde leverfunctie?
Welke benzo's kies je bij een verminderde leverfunctie?

hepatitis, alcoholabusus, hogere leeftijd en  polyfarmacie.

Bij verminderde leverfunctie kies benzodiazepinen die minder levercapaciteit vergen (LOT).

Welke benzo's zet je in voor anxiolyse en waarom?

Langerwerkende benzo’s voor anxiolyse ivm continu effect.

Maakt het uit of een benzo lipofieler is of niet dan een andere benzo? Waarom wel/niet?

Hoe lipofieler hoe sneller effect.

Je wilt een benzo voorschrijven bij de volgende patient:
Topatleet
Normale nierfunctie
Gewicht: 90 kg. Lengte: 198 cm

Dosering temazepam?

Dosis
• Theoretisch: 13 mg (90/70 x 10 mg)
• Praktisch: 10 mg evt ophogen

Je wilt een benzo voorschrijven bij de volgende patient:
Obesitas
Normale nierfunctie
Gewicht: 140 kg. Lengte: 165 cm

Dosering temazepam?
Waar moet je rekening mee houden?
Wat is jou advies?

Lipofiel geneesmiddel, veel in vet normaal zou je advies: 1 dd 20 mg zijn.

Nu moet je rekening houden met ‘hangover’ t.g.v. verhoogd Vd.
Advies: Doseerinterval verlengen & Herhaalde mini-oplaaddoseringen.

Je wilt een benzo voorschrijven bij de volgende patient:
Bejaarde
Normale nierfunctie
Gewicht: 70 kg. Lengte: 170 cm

Dosering temazepam?
Waar moet je rekening mee houden?
Wat is jou advies? 
Waar loopt zij risico op en wat zijn daar de oorzaken van?

Advies: 1 dd 10 mg.

Fysiologische veroudering
• Afname spierweefsel
• Toename vetweefsel 

Risico op hangover agv een verhoogde eliminatiehalfwaardetijd door een groter verdelingsvolume en een afgenomen leverfunctie/nierfunctie.

Wat is de indicatie van theofylline? Wanneer zet je het middel in?

Indicatie: onderhoudsbehandeling bij astma en COPD indien een β2 -sympathicomimeticum in combinatie met een parasympathicolyticum onvoldoende effect heeft.

Theofylline heeft een bijzondere kinetiek en een smalle therapeutische breedte.

Dhr A: donderdag 10u 1200mg/24u theofylline
• Oplaaddosis 240mg/30min.
• Rookt 2 pakjes per dag.

Dhr B: donderdag 10u 1200mg/24u theofylline
• Oplaaddosis 240 mg/30min.
• Rookt niet, hartfalen.   

Vrijdag (dag 1) wordt de bloedspiegel gemeten.
Bij beide heren 15 mg/l.

Dhr A, de roker, krijgt na ontslag een ernstig auto-ongeluk. Hij raakt beide benen kwijt. Zijn lichaamsgewicht daalt van 60 kg naar 40 kg.
Een paar maanden later wordt hij weer opgenomen wegens een exacerbatie COPD.   

A. Hoe pas je de oplaaddosis aan? 
B. En de onderhoudsdosis?

A. C0= F x D/Vd
• Vd 2/3 van oude dosis

B. Css = F x D/(T x Cl)
• Cl is constant gebleven (hij heeft zijn nieren nog)
• In principe dezelfde onderhoudsdosis als eerder
• Cl = 0,7 x Vd / T ½
• Doordat Vd kleiner is, en de Cl constant zal T ½ afnemen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo