Samenvatting: Blok4: Thema 11 H. 29
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Blok4: Thema 11 H. 29
-
1 Blok4: Thema 11 H. 29
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
4. Waar bestaat de uitwendige bouw van de grote hersenen
- Bestaan uit 2 helften=hemisferen
- Tussen de 2 helften zit een diepe spleet = longitudinale fissuur
- Ze bestaan uit witte en grijze stof
- De grijze stof ligt aan de buitenkant en vormt de hersenschors ( Cortex)
- De witte stof ligt aan de binnenkant in de vorm van banen -
5. benoem de groeven en windingen in de hersenen
- Longitudinale fissuur: scheid 2 hersendelen
- Laterale groeve: loopt aan de zijkant min of meer horizontaal
- Centrale groeve; dit is een verticale groeve die in het midden vanaf de longitudinale fissuur naar de laterale groeve
- De precentrale winding ligt in de voorhoofdskwab voor de centrale groeve
- De postcentrale winding ligt in de wandbeenkwab achter de centrale groeve -
6. Hoeveel hersenkwabben zijn er per hersenhelft en benoem deze
Er zijn per hersenhelft 4 kwabben
- voorhoofdskwam
- wandbeenkwab
- wandbeenkwab
- achterhoofdskwab -
12. Afdalende banen zijn in 2 soorten te onderscheiden, benoem deze.
- piramide banen
- extrapiramidalebanen -
13. Wat zijn de kenmerken van de piramidebanen
- Ze beginnen in de precentrale winding
- de zenuwcellen van deze banen hebben een grote priramide vormige cellichaam en een opvallende lange axon
- De axonen lopen in een bundel richting het rugenmerg -
15. Wat zijn opstijgende banen, en wat zijn de kenmerken
Die bestaan uit sensibele axonen die opstijgen vanuit het ruggemerg en een tussenstop maken in de tussenhersenen en eindigen daarna in de postcentrale winding -
16. Wat is een ander woord voor hersenholte
hersenventrikel -
18. Waar hebben de schorsgebieden voor de centrale groeve mee te maken en onder welke 2 soorten gebieden zijn deze weer te verdelen.
- Met de bewuste beweging van het lichaam: dat noem je motoriek
( motorische schorsgebieden )
- in primaire en secundaire motorische schorsgebieden -
19. Waar hebben de schorgebieden achter de centrale groeve mee te maken en onder welke 2 soorten gebieden zijn deze weer te verdelen.
Die spelen een rol bij de sensoriek: de bewustwording van de waarneming door zintuigen. ( sensorische schorsgebieden)
- in primaire en secundaire sensorische shorsgebieden -
20. Wat regelt de primaire motorische schors en wat regelt de secundaire motorische schors.
De primaire motorische schors zet de skeletspieren aan tot eenvoudige bewegingen.
De secundaire motorische schors regelt gecompliceerde bewegingen (zoals pianospelen, schrijven). Hier ligt ook het brocacentrum (motorisch spraakcentrum); het stuurt de spieren aan die bij spreken betrokken zijn.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden