Samenvatting: Bodem En Gewas
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bodem en Gewas
-
1 College bodem 1
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn allochtone sedimenten?
Elementen die na verwering worden getransporteerd door water en lucht. Dit zijn bijvoorbeeld kleigronden enduinen -
Wat zijn autochtone sedimenten?
Elementen dieverweren op dezelfde plek. Bijvoorbeeldveen . Deze verplaatst niet. -
Wat betekent isomorfe substitutie?
Iso=gelijk
morf=vorm
substitutie=omwisseling
het gevolg van het omwisselen van een element is een negatieve lading.
bijvoorbeeld een aluminium deeltje met een waarde van 3+ word vervangen door een magnesium deeltje van 2+ dus kom je negatief uit. -
1.1 College bodem 2
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke factoren hebben invloed op de bodemvorming?
Moedermateriaal (structuur en mineralogische samenstelling), reliëf (grondwaterstand en beweging), klimaat (neerslagoverschot / Grondwaterstandfluctuatie), tijd (ouderdom oppervlak), biologische factor ( vegetatie, bodemorganismen, mens) -
2 College plant 1
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat kenmerkt een plant?
- autotroof (zelf voedend), slaat energie uit licht op in suikers
- groen
- neemt water met anorganische stoffen op en heeft mechanismen op dat intern te verplaatsen
- staat op een vaste plaats met wortels verankerd in grond
- reageert op prikkels uit de omgeving, bijv. Licht, vocht nutriënten.
- verkrijgt stevigheid dmv turgordruk van cellen, vezels en/of hout
- blijft doorgroeien gedurende leven -
Wat is de functie van het wortelstelsel?
Water ennutriënten opname, verandering, soms opslag reservevoedsel, soms luchttransport. -
Wat is d functie van de bladeren?
Fotosynthese, vastleggen zonne-energie, gasuitwisseling en soms opslag van reservevoedsel of water -
Wat zijn de twee grootste klassen binnen de angiospermen?
- eudicotylen
- monocotylen -
Hoe ziet de levenscyclus van een plant eruit?
1. Zaadkieming (= start vegetatieve groei)
2. Vegetatieve groei, volumetoename, wortels stengels en bladeren
3. Generatieve groei, bloemen ontstaan met eicellen in zaadbeginsels en stijfmeel in helmhokjes
4. Bestuiving
5. Bevruchting
6. Zaadvorming en embryogenese, vruchtgroei
7. Zaad in rust tot zaadkieming -
Hoe en waar groeit een plant?
Groei vind plaats vanuit de groeipunten/meristemen waar cellen zich delen. Ongeveer de helft van de ontstane cellen vergroot zich en specialiseert zich. De cellen in het meristeem blijven zich delen.
(gespecialiseerde plantencellen kunnen onder bepaalde omstandigheden nog gaan delen bijvoorbeeld na verwonding)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden