Samenvatting: Bodem En Landschap
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bodem en landschap
-
De aardkundige basis van NL
-
noem de laatste drie ijstijden en interglacialen (dus in het kwartair) van jong naar oud. Geef ook aan hoe de ijsbedekking in die periode liep.
1. Holoceen - inter
2. weichselien - glaciaal - geen ijs in NL - poolwoestijn.
3. eemien - inter
4. saalien - glaciaal - ijs tot HUN-lijn.
5. Holsteinien - inter
6. Elsterien - glaciaal - ijs tot Drenthe. -
Hoe zijn de oudere ijstijden (vóór het Saalien) nog terug te herkennen? (2)
1. Aan grovere riviersedimenten in de bodem: In ijstijd werd NL een rivierdelta en door minder begroeiinggrovere sedimentenlagen die werden neergelegd door rivieren in ijstijden.
2. dalen gevuld met potklei: die dalen zijn waarschijnlijk door smeltwater onder het ijs uitgesleten. -
Noem kenmerken die de periode van het Elsterien weergeven (4):
- landijs tot Drenthe
- vorming geulen met potklei door smeltwaterrivieren: formatie van Peelo
- vorming huidige loop Maas
- vorming Nauw van Calais -
Wat is het verschil tussen ablatiemorene en grondmorene?
Ablatiemorene is materiaal dat wordt neergelegd als de gletsjer smelt.
Grondmorene is materiaal dat onder het ijs wordt meegenomen en neergelegd. -
wat is het verschil tussen morene en stuwwal?
Morene wordt onder het ijs neergelegd, door het ijs meegenomen. Stuwwal is juist het materiaal dat NIET in het ijs komt maar voor het ijs wordt uitgeschoven. Beide kunnen wel keileem zijn: alleen de manier van vervoeren is anders. -
Wat zijn de kenmerkende aspecten van het Saalien? (4)
- afzetting keileem (door grondmorene en ablatiemorene, maar ook door stuwing ijs)
- vorming stuwwallen zoals utrechtse heuvelrug
- vorming Hondsrug
- definitief afbuigen rivieren richting westen: vorming 'oerstroomdalen'.
- In Limburg: löss door pool-klimaat -
Wat zijn de kenmerken van het Eemien? (2)
- opvulling oerstroomdalen met zeewater: mariene afzetting met wat veen.
- boombegroeiing ontstaat: hierdoor weinig tot geen erosie, dus landschap blijft stabiel.
- zeespiegelstijging: kustlijn langs stuwwallen texel, noordoostpolder, veluwe en oerstroomdalen. "Amersfoort aan zee" -
Wat zijn de kenmerken van het Weichselien?
- geen landijs in NL
- poolwoestijn
- dekzand-afzetting: vorming dekzandruggen
- Lössafzetting in Limburg
- periglaciale verschijnselen zoals pingoruïnes en cryoturbatie. -
Welke kenmerken zijn karakteriserend voor Pleistoceen Nederland (verdeel onder in Glaciaal en Periglaciaal):
Glaciaal:
- stuwwallen en glaciale dalen
- spoelzandwaaiers
- potklei
- Grondmorene: keileem
Periglaciaal:
- dekzand
- löss -
Hoorcolleges
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/05/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Welke landschapskenmerken werden in het Holoceen gevormd? (4)
- laag en hoogveen
- zeekleigebieden
- duinen
- rivierengebied
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden