Gedragsproblematiek bij dementie

10 belangrijke vragen over Gedragsproblematiek bij dementie

Epidemiologie gedragsproblematiek bij dementie

Depressie meer bij vasculaire oorzaak van dementie en hallucinaties meer bij lewy-body-dementie.
Universeel: apathie, depressie, bewegingsonrust, prikkelbaarheid en agitatie.
80 - 85% van de patiënten met dementie ten minste één relevant gedragsprobleem. Rusteloosheid (44%), apathie (34%), en vloeken of verbale agressie (31%).

War zijn biologische aspecten van gedragsproblemen?

Medische comorbiditeit, medicatiegebruik en veranderingen in het brein.

Wat zijn psychologische factoren van gedragsproblemen?

Individuele kenmerken, zoals persoonlijkheid, aanpassingsvermogen en ziekte-inzicht.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn omgevingsfactoren van gedragsproblemen?

Betreffen zowel de fysieke als de sociale leefomgeving. De wijze waarop familie of zorgverleners omgaan met de persoon met dementie kan gedragsproblemen uitlokken of versterken.

Wat zijn drie verschillende zorgstoelen volgens MAASBED?

Een verzorgende, een ondersteunende en een confronterende strategie.
Verzorgende: kenmerkt zich door het overnemen van veel taken en het bij de hand nemen van de persoon met dementie.
Ondersteunende: persoon met dementie wordt gestimuleerd om zo veel mogelijk zelf te doen. Alleen ingrijpen wanneer nodig is.
Confronterende: wordt gekenmerkt door onbegrip voor de veranderingen in gedrag en cognitie. Vergissingen en fouten worden gecorrigeerd. Risico op gedragsproblemen, vooral agitatie.

Wat is een van de meest gebruikte meetinstrumenten  om gedragssymptomen op valide en systematisch wijze in kaart te brengen?

Neuropsychiatric Inventory (NPI)

Hoe kan je de effectiviteit vergroten als het gaat om psychosociale interventies?

Richten op zowel de persoon met dementie als diens verzorger, uit meerdere elementen bestaan (bijv. Zowel psycho-educatie als vaardigheidstraining), voldoende intensief zijn en afgestemd zijn op de individuele kenmerken en behoeften.  Een one site fits al bestaat niet.

Wat zijn voorbeelden van belevingsgerichte interventies?

Sensorische stimulatie (=snoezelen), validatie (erkennen van gevoelens en emoties van patiënten), reminiscentie.

Wat zijn middelen met een bewezen effect op de depressieve klachten?

Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s), de tricyclische antidepressiva (TCA’s) en de reversibele monomanie-oxidaseremmers (MAO-remmers).

Waarom worden cholinesteraseremmers en memantine voorgeschreven?

Vanwege hun effect op het geheugen, de aandacht en het dagelijks functioneren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo