Samenvatting: Boekhouden Geboekstaafd 2 : [Theorieboek] | 9789001784287 | H Fuchs, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Boekhouden geboekstaafd 2 : [theorieboek] | 9789001784287 | H. Fuchs en S.J.M. van Vlimmeren.

• 1 De bedrijfsadministratie 3

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat voor soort vogel is Calimero?

  Calimero is een zwart kuikentje. De soort is nogal onbekend, maar ik denk een kip.

• 2 De kosten van grond- en hulpstoffen 17

• 2.1 Kosten en kostensoorten 18

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Geef een aantal voordelen van het werken met vaste verrekenprijzen in een industriële onderneming, minimaal 3:

  1. Vereenvoudiging en verbetering van de voorraadadministratie.

  2. Vereenvoudiging van de afgite-administratie.

  3. Belangrijk hulpmiddel bij de controle op de efficiency (doelmatigheid) in het verbruik.

• In wat voor een soort ondernemingen wordt vvp toegepast en waarom?

  1. Handelsondernemingen: omdat het vaststellen van de inkoopwaarde  van de verkopen lastig is bij (sterk) wisselende inkoopprijzen.

  2. Industriële ondernemingen: omdat het vaststellen van de kosten van het (werkelijke) grondstoffenverbruik lastig is bij wisselende inkoopprijzen.

• Leg uit wat het verschil is tussen directe en indirecte kosten en gee van elk 2 voorbeelden.

  1. Directe kosten: kosten waarvan eenvoudig en nauwkeurig kan worden vastgesteld voor welk soort grondstof ze worden gemaakt (invoerrechten, vrachtkosten)

  2. Indirecte kosten: kosten die niet specifiek gemaakt worden voor een bepaalde grondstof (salaris inkoper, opslagkosten, salaris magazijn meester)

   

• 3 De kosten van menselijke arbeid 39

• Op welke 2 manieren kun je afschrijven?

  1. Afschrijven volgens een vast percentage van de aanschafprijs (=afschrijven met jaarlijks gelijke bedragen)

  2. afschrijven volgens een vast percentage van de boekwaarde (=afschrijven met jaarlijks afnemende bedragen)

• 5 De overige kostensoorten 73

• Geef 3 voorbeelden waarvoor een onderneming een voorziening kan vormen.

  1. Betalingsverplichtingen die in de toekomst kunnen ontstaan en die in omvang redelijkerwijs in te schatten zijn (garantie op goederen).

  2. Betalingsverplichting die al zijn ontstaan, waarvan de grootte onzeker is, maar die in omvang redelijkerwijs zijn in te schatten (Schadeclaim).

  3. Het gelijkmatig over een aantal jaren verdelen van kosten, waarvan de betaling aan het einde van een periode plaats vind (groot onderhoud b.v. aan gebouwen)

• 7 De kostenplaatsenmethode 99

• Leg uit wat het belangrijkste doel bij het opstellen van de voorcalculatorische kostenverdeel- en dekkinstraat is?

  Het belangrijkste doel is het berekenen van de tarieven van de verschillende kostenplaatsen.

• 8 Boekingen bij toepassing van de kostenplaatsenmethode 119

• Leg uit op welke 3 manieren afdelingsresultaten kunnen ontstaan?

  1. door Efficiencyresultaten.

  2. door Prijsresultaten.

  3. door Bezettingsresultaten.

   

• 9 De budgettering van de indirecte kosten 141

• 9.1 Indirecte-kostenbudgetten 142

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.1
  Laat hier meer flashcards zien

• We onderscheiden voor het opstellen van een budget voor indirecte kosten de volgende budgetten:

  vast budget

  variabel budget

  gemengd budget

• Geef  per budget aan voor welke soort kosten dit geschikt is:

  Vast budget ligt voor de hand bij afdelingen waarin uitsluitend constante kosten voorkomen.

  Variabel budget is zeer geschikt voor afdelingen waarin uitsluitend proportioneel variabele kosten voorkomen.