Samenvatting: Boerman Morele Comminucatie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van boerman morele comminucatie
-
1 probleemsituatie op school
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.2 moraal waarden en normen
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
3 factoren bij een moreel dilemma
- Feiten: kennen/weten
- normen: afwegen, oordelen/waarderen
- emoties: beleven/emoties
-
2 verschillende benaderingen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 gevolgen ethiek
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
De vraag die gesteld word in de gevolgen ethiek
Welkalternatief is voor zoveel mogelijk mensen de besteoplossing ?
de gevolgen worden vertaald in "geluk en welzijn van zoveel mogelijk mensen" -
Wat word er verstaan onder 'welzijn en geluk'?
Sommige mensen vertalen dat in termen van nuttigheid: wat levert het meeste nut op voor zoveel mogelijk mensen?
-> dan spreek je van utilisme (nut)
andere mensen vertalen nut meer in het psychisch welbevinden of in termen van genot en plezier
-> dan spreken we van hedonisme -
2.3 beginselen ethiek
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Beginselen ethiek van Kant
Gaat uit van 1 hoofdbeginsel: je mag een persoon nooit als middel gebruiken (waardigheid van de mens), maar als doel op zich. -
2.4 kwaliteits en deugdethiek
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Kwaliteit of deugd ethiek
Kijken naar de kwaliteiten van de persoon die dehandeling uitvoert.
wat telt zijn de persoonlijke kwaliteit, intentie, de houding en deskundigheid van de desbetreffende persoon.
deze kwaliteiten vallen af te lezen uit het werk van de persoon in de achterliggende periode. -
Kwaliteit/deugdenethiek heeft een oude traditie
Populair in de Griekse oudheid bij Plato en Aristoteles:
zij vonden wijsheid, matigheid, moed en rechtvaardigheid de belangrijkste deugden. -
3 2 methodes om over morele dillemmas te comminuceren
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
3.1 voorwaarden voor een moreel gesprek
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Het normatieve (h)erkennen
'afschuwelijke kindermishandeling, het neemt nog steeds toe, terwijl iedereen het slecht vind.'- feit: toename
- norm: slecht
- gevoel: afschuwelijk
in een ethische discussie gaat het over de norm.
feiten zijn van belang in de beschrijving van de situatie, gevoelens kunnen ons op het spoor zetten van het morele.
maar de norm is het onderwerp van de discussie. -
Geen autoriteiten van buiten halen
Het gaat om de argumenten van de participanten. In morele kwesties zijn we gelijkwaardig. Het beroep op de 'gewoonte hier op school' of 'onze traditie' zijn een belemmering voor het redelijke overleg. -
Met belangen van alle betrokkenen rekening houden
In principe moet iedere betrokkene. aan een moreel beraad kunnen deelnemen. We willen namelijk niet via macht, maar via overleg en overeenstemming dilemma's oplossen. Dat betekent mensen met verschillende verantwoordelijkheid en belangen -
3.2 stappenplan
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Vier fasen/stappen
- Verkenning van de situatie, beschrijving van feiten, precieze
formulering van wat er gebeurt. - bepalen welke
concrete realistische handelingsalternatieven er zijn. - bepalen welke waarden en belangen een rol spelen en voor wie. Welke prioriteiten wordt daaraan gegeven?
- beslissen en toetsen aan de criteria gelijkheid en wederkerigheid
- Verkenning van de situatie, beschrijving van feiten, precieze
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden