Successie en bosdynamiek - Successietheorie: een korte geschiedenis

10 belangrijke vragen over Successie en bosdynamiek - Successietheorie: een korte geschiedenis

Wat is het idee van Clements?

Een superorganismen als pioniervegetatie.

Wat is de opvatting van Gleason?

Het individualistische concept van plantengemeenschappen. Successie is gevolg van trendmatige veranderingen in milieu condities in wisselwerking met de vegetatie en niet zozeer een progressieve ontwikkeling in de richting van een min of meer gedefinieerde climax.

Waarom is climax een onhandige term?

1. Mogelijke paden van successie zijn heel complex en onvoorspelbaar
2. Groeiplaatsfactoren zijn nooit constant op de lange termijn
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de visie van Connell en Slatyer?

Successie treedt op uit:
1. Facilitatie
2. Soorten verschillen in hun tolerantie van beschikbare groeiplaatsfactoren
3. Inhibitie (aanwezige soorten houd nieuwkomers buiten, successie alleen mogelijk als deze dood gaan)

Wat was de visie van Borman en Likens?

Successie is als een ontwikkeling van het ecosysteem die zich kenmerkt door een toenemende controle van de vegetatie over de energie water en nutrientenstromen. Nadruk op systeemkenmerken.

Wat is de visie van dit boek?

Benaderen successie en bosdynamiek vanuit het individualistische concept van de plantengemeenschap. Het gaat om de aard van lokale en regionale verstoringen, de eigenschappen van soorten in de lokale flora (en fauna) en de wisselwerking tussen vegetatie en bodem van belang.

Hoe zorgt de adelaarsvaren voor stagnatie in de bossuccessie?

Omdat hij de ondergroei van het bos voor lange tijd kan domineren en als gevolg daarvan kan de verjonging van boomsoorten volledig uitblijven.

Hoe verspreid de adelaarsvaren zich?

Vegetatieve vermeerdering via wortelstokken. Verbreid alleen langs de randen van gevestigde populaties. Jonge planten zijn heel zeldzaam.

Waarom is de adelaarsvaren een indicator voor oudbosgroeiplaatsen?

Omdat hij geen nieuwe habitats kan koloniseren en afhankelijk is van een bosklimaat op droge zandgronden.

Waarom kan er onder een adelaarsvaren niks groeien?

1. Te donker
2. Slecht afbreekbaar strooisel, dikke ectorganische laag wat kieming onmogelijk maakt
3. Veel muizen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo