Samenvatting: Bouw En Functie Dier 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van bouw en functie dier 2

  • 1 Circulatie

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Uit welke 3 onderdelen bestaat het circulatiesysteem? (bloedvaten)

    - slagaders (arterie) en is O2-rijk
    - aders (vene) en is O2-arm
    - haarvaten (capillair)
  • Hoe stroomt het bloed in de kleine bloedsomloop?

    1. zuurstof armbloed komt via de bovenste en onderste holle ader binnen in de rechterboezem.
    2.  het bloed stroomt naar de rechterkamer die het daarna in de longslagader pompt.
    3. In de longen neemt het bloed zuurstof op en geeft het CO2 af, waardoor je deze afvalstof vervolgens kunt uitademen.
    4. Daarna gaat het zuurstofrijke bloed via de longader terug naar het hart, naar de linkerboezem.
  • Hoe stroomt het bloed in de grote bloedsomloop?

    Vanuit de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer en vervolgens via de aorta (grote lichaamsslagader) naar de rest van je lichaam. Via de aderen komt het bloed weer in de onderste en bovenste holle terug in de rechter boezem.
  • Wat zijn de kenmerken van een ader (vene)?

    - vervoert zuurstof arm bloed naar het hart
    - minder spier/elastische vezels dan een slagader
    - soms kleppen
    - spieren rondom het bloedvat helpen ook
    - dunnere wand dan een slagader
  • Wat zijn de kenmerken van de haarvaten (capillairen)?

    - enkele laag endotheel
    - zorgen voor de gaswisseling
    - opname/afgifte stoffen
    - langzaam
  • Wat is het verschil tussen de a. pulmonalis (long slagader)  en de a. renalis (nier slagader)?

    de een is van de longen en de ander van de nieren
  • welke stoffen vervoert het bloed door het lichaam ?

    - gas in oplossing (O2 en CO2)
    - voedingsstoffen: aminozuren, vetzuren en glucose
    - afvalstoffen naar de nier en de lever
    - hormonen en enzymen van endocriene klieren naar target orgaan
  • Op welke manieren reguleert het bloed in het lichaam?

    - door bloedstolling
    - verdediging tegen infecties (witte bloedcellen, antilichamen en antitoxinen)
    - zure-base balans -> pH.  (bicarbonaat en H+ afgifte in nier)
    - lichaamstemperatuur: vasoconstrictie/vasodilatatie
    - volume en samenstelling lichaamsvloeistof: albumine
  • welke 3 zijn de belangrijkste plasma-eiwitten en wat zijn hun functies?

    - albumine: osmotische druk
    - fibrinogeen en protrombine: bloedstolling
    - immunoglobulines: afweersysteem
  • Wat zijn de belangrijkste mineralen en wat zijn hun functies?

    - Na en Cl: zouten, bepalen de osmotische balans en ECF
    - K: zenuwen en bloedstolling
    - Ca: bloedstolling, spieren, zenuwen
    - Mg: spieren en zenuwen, botopbouw
    - HCO3- : zuurbase balans

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart