Voortplantingstelsel - Geslachtskenmerken
3 belangrijke vragen over Voortplantingstelsel - Geslachtskenmerken
15.2. Leg uit welke factoren bepalend zijn voor het ontstaan van de vrouwelijke of mannelijke secundaire geslachtskenmerken.
Onder invloed van de epifyse wordt de remming op de vorming van GnRH minder. Het GnRH zorgt voor de vorming van het FSH en LH, die de aanmaak van testosteron en oestrogeen en progesteron stimuleren en tevens de aanmaak van zaadcellen en de rijping van eicellen.
15.2.2 Noem voor zowel het mannelijk lichaam als voor het vrouwelijk lichaam vijf of meer secundaire geslachtskenmerken.
Man:
- lichaams- en gezichtsbeharing
- zaadrijping
- meer spierweefsel
- hogere stofwisseling
- langere groei
Vrouw:
- menstruatie
- verbreding van de bekken
- groei van de melkklieren of borstvorming
- versnelde lengtegroei
- toename van vetweefsel
- lichaams- en gezichtsbeharing
- zaadrijping
- meer spierweefsel
- hogere stofwisseling
- langere groei
Vrouw:
- menstruatie
- verbreding van de bekken
- groei van de melkklieren of borstvorming
- versnelde lengtegroei
- toename van vetweefsel
15.2.3 Noem drie of meer redenen waarom de puberteit niet alleen met grote fysieke, maar ook met psychische veranderingen gepaard gaat.
De puberteit gaat ook gepaard met psychische veranderingen omdat in deze tijd de persoonlijkheid en het karakter flink veranderen en er moet een losmaking ontstaan van de ouders om op eigen benen te kunnen komen staan.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
