Zenuwstelsel - Zenuwweefsel - (Eigenlijke) Zenuwcellen
16 belangrijke vragen over Zenuwstelsel - Zenuwweefsel - (Eigenlijke) Zenuwcellen
12.2.1 1) Beschrijf hoe een zenuwcel (neuron) is opgebouwd:
Een langere axon = een zenuwvezel en deze zijn omwonden door steuncellen met myeline (hogere geleiding)
myelineschede = de omhulling over de gehele lengte van het axon
Vertakkinkjes aan het einde van een axon eindigen in een synapsknopje (verwijding van het uiteinde = contactplaats)
Hoe geleidt een zenuwcel een zenuwsignaal?
12.2.1 2a) Op welk manier heeft zenuwweefsel contact met het bloed
Toelichting:
Zenuwweefsel is goed doorbloed, maar de eigenlijke zenuwcellen staan niet in direct contact met de bloedbaan.
Uitwisseling van stoffen vindt alleen plaats via de omringende zenuwsteuncellen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
12.2.1 1) Hoe is een zenuwcel opgebouwd?
cellichaam met uitlopers
dendrieten dit zijn meerdere korte uitlopers
ze brengen signalen naar het lichaam
axon dit is één langere uitloper. Lange axon = zenuwvezel
Axon voert signaal af van cellichaam aan:
- volgende neuron
- spier
- klier
- meeste zenuwvezels zijn omwonden door steuncellen met myeline, wat zorgt voor een veel hogere geleidingssnelheid= myelineschede
- vertakkinkjes einde axon, eindigen weer in synasknopjes
Dit kan/mag ook in een tekening worden weergegeven.
12.2.1 3b) Waartoe dient de mergschede of myelineschede?
De meeste steunvezels (lange axonen) zijn omwonden door gespecialiseerde zenuwsteuncellen die een vettige elektriciteits-isolerende stof (myeline) bevatten.
Dit zorgt voor een hogere geleidingssnelheid.
12.2.1 Geef aan wat het verschil is tussen een zenuwbaan en een zenuw
Zenuwbanen liggen in hersenen en ruggenmerg.
Hierbuiten heten het zenuwen, deze liggen dus in de rest van het lichaam m.u.v de hersenen en ruggenmerg.
H12 1. Uit welke twee celsoorten is zenuwweefsel opgebouwd.
- zenuwcellen
- zenuwsteuncellen
Functie:
Zenuwcellen = de zenuwsignalen vervoeren en verwerken.
De functie van zenuwsteuncellen is:
- elektrische isolatie en
- voeding,
- groei,
- afweer en
- herstel van de eigenlijke zenuwcellen.
12.2.1 4) Wat zijn sensibele, motorische en schakelsignalen en -cellen?
Signalen lopen altijd richting synaps of motorisch eindplaatje.
Sensibele signalen - doorgeven van zintuigelijke informatie
van Perifeer naar Centraal (zenuwcellen in hersenen of ruggenmerg)
De zenuwvezels die ze vervoeren worden sensibele zenuwvezels.
Afferent / opstijgend
Motorische signalen - opdracht richting spier of klier
van Centraal naar Perifeer (bv spier- en kliercellen)
De zenuwvezels die ze vervoeren heten motorische zenuwvezels.
Efferent / dalend
Schakel signalen - Registratie en interpretatie van zintuigelijke signaal
In het centraal zenuwstelsel
(Cellen liggen tussen sensorische en motorische neuronen in).
12.2.1 (3) Wat verstaan we onder een zenuwsignaal (=actiepotentiaal), hoe geleidt een zenuwcel deze en wat is het belang van de myelineschede daarbij?
Een zenuwsignaal is niets meer dan een electrische prikkel=actiepotentiaal.
Een electrisch signaal wordt in het synapsknopje omgezet in een chemisch signaal naar spiercel, kliercel of volgende zenuwcel:
een geprikkeld synapsknopje geeft een neurotransmitter af
- de neurotransmitter heeft een activerende of remmende werking, afhankelijk van de soort receptor op de ontvangende cel
- neurotransmitters worden hergebruikt
- tientallen verschillende neurotransmitters bekend
- signaaloverdracht gebeurt in duizensten van seconden (vindt plaats in myelineschede)
12.2.1 5) Hoe wordt het signaal aan het uiteinde van een zenuwcel overgedragen? (synapskapje / motorische eindplaatje)
Elektrisch signaal wordt in synaps omgezet in chemisch signaal naar spiercel, kliercel of volgende zenuwcel:
- een geprikkelde synaps geeft een neurotransmitter af
- de neurotransmitter heeft een activerende of remmende werking, afhankelijk van de receptor op de ontvangende cel
- neurotransmitters worden hergebruikt
- tientallen verschillende neurotransmitters bekend
- signaaloverdracht gebeurt in duizendsten van een seconde
12.2.1 (4) Wat verstaan we onder Sensibele signalen en cellen?
- Lopen van Perifeer naar centraal (van zintuigen via zenuwen richting hersenen en ruggenmerg)
- Voorzien ons centrale zenuwstelsel van zintuigelijke informatie (bv jeuk aan de grote teen)
12.2.1 6) Welke 2 effecten kunnen neurotransmitters hebben op een cel en waar hangt dat effect vanaf?
Deze belandt in de ruimte tussen synapsknopje en aangrenzende doelcel (spier, klier of zenuwcel) de synaptische spleet.
Afhankelijk van de aard van de receptor op de doelcel, leidt de neurotransmitterstof tot activatie of afremming van de doelcel
Daarna wordt de neurotransmitterstof direct weer opgenomen door het synapsknopje om te worden hergebruikt.
12.2.1 (4) Wat verstaan we onder Motorische signalen en cellen?
- Lopen van Centraal naar perifeer (van centrale zenuwstelsel naar weefsels en organen in rest van het lichaam)
- Geven opdrachten van onze hersenen en ons ruggenmerg door aan spieren en klieren (bv span de beenspieren aan)
12.2.1 (5) Hoe wordt een signaal aan het uiteinde - synapsknopje of motorisch eindplaatje - overgedragen?
Een geprikkeld synapsknopje geeft een neurotransmitter af in spleet
12.2.1 (6) Welke twee effecten kan een neurotransmitter hebben op een cel waar deze aan wordt afgegeven?
Wat is een zenuwsignaal en in welke richting loopt het?
Zo heeft een zenuwsignaal dat pijn doorgeeft, dezelfde fysische waarde als een zenuwsignaal dat pijn afremt.
De richting is standaard: van dendriet naar cellichaam, van cellichaam naar axon en
van axon en synaps.
De andere kant op vindt geen prikkelgeleiding plaats.
Daarmee is de richting waarin de axon loopt en de plaats waar de synapsen zich bevinden bepalend voor de richting waarin het signaal verloopt in een zenuwcel.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden