Bewegingsapparaat - Skeletdelen - Arm en hand
4 belangrijke vragen over Bewegingsapparaat - Skeletdelen - Arm en hand
5.3.6 Beschrijf de bouw van het ellebooggewricht.
Het opperarmbeen vormt samen met ellepijp en spaakbeen het ellebooggewricht.
Onderarm kan hier scharnieren t.o.v bovenarm en hier kan het spaakbeen draaien t.o.v de ellepijp.
5.3.6 Beschrijf de bouw van het polsgewricht
Complex gewricht -> bewegingen die de pols moet maken.
Beschrijf de bouw van het skelet van de hand.
aan. De gewrichtjes geven de vingers beweeglijkheid. 3 kootjes per vinger.
Duim 2 kootjes. Vingergewrichtjes -> buigen en strekken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Leg uit waar de kracht in de handen vandaan komt.
Er lopen lange pezen door de handpalm en over de handrug die door lange peesscheden worden omhuld.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden