Samenvatting: Bouwkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bouwkunde
-
1 Woningbouw en bouwwetgeving
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Van wie waren de hofjes eigendom?
Filantropische instellingen. -
Welk doel hadden de eerste woningbouwverenigingen?
arbeidende bevolking betere woningen verschaffen - huur in redelijke verhouding - huuropbrengsten kostendekkend -
Welke bezwaren had de etagewoning?
1. Grotendeels besteden en alkloven
2. trappenhuis was niet van de woningen gescheiden. -
Welke variant kent men op de etagewoning?
soutterain - vloer van de woonlaag op begane grond ligt ongeveer 1 meter boven de straat. Woonlaag wordt ookwel beletage genoemd. -
Wat wordt onder etagen (middelhoogbouw) verstaan?
Woongebouwen met drie of vier gestapelde woningen. -
Welk onderscheid maakt het Bouwbesluit ten aanzien van woongebouwen?
wel of niet in een woongebouw gelegen woningen. -
Wat is een z-type woning?
De keuken ligt diagonaal ten opzichte van de entree. tegen hinderlijke inkijk beschermd. Nadeel: looplijn door woonkamer. -
Hoe ziet de huidige vorm van etagebouw eruit?
trapportaal met bordessen waaraan de toegangsdeuren van woningen grenzen. entreeportaal voorzien van brievenbussen, meestal afgesloten door gemeenschappelijke deur. -
Wanneer moet een woongebouw voorzien zijn van een lift?
wanneer de vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 3,5 meter boven het meetniveau. meetniveau is aansluitend terrein ter plaatse van de toegang van het gebouw -
Welke vijf woonvormen kunnen we in de hoogbouw onderscheiden?
galerijwoningen, maisonnettes, corridorwoningen, portiekflats en torenflats.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden