Jurisprudentie - verplicht

6 belangrijke vragen over Jurisprudentie - verplicht

HR 14 maart 2003, NJ 2003, 313 (Cremers/Gassler) (Leereenheid 7)

Belang aanwezig derde aangesproken tot voldoening

Het in art. 285 (oud) Rv (217 Rv) genoemde belang bij een tussen andere partijen aanhangig geding is, behoudens bijzondere omstandigheden, ook aanwezig wanneer degene die volgens de tussenkomst vorderende partij zijn schuldenaar is, door een derde wordt aangesproken tot voldoening van de desbetreffende vordering

HR 8 juni 2007, NJ 2008, 142 (leereenheid 8)

Berusting

Aanvankelijk volgde uit jurisprudentie van de HR dat als er sprake is van berusting, de rechter de niet ontvankelijkheid ook ambtshalve diende uit te spreken. In 2007 is HR hierop teruggekomen: HR heeft geoordeeld dat de rechter de niet ontvankelijkheid van het beroep op grond van berusting slechts kan uitspreken indien de verwerende partij in beroep een daartoe strekkend verweer heeft gevoerd. Die uitspraak kan dus niet meer ambtshalve worden gedaan!

HR 2 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9877, NJ 2012, 629 (leereenheid 8)

Herroeping termijn bedrog

De termijn voor herroeping wegens bedrog vangt aan op het moment dat de partij die bedrogen is kennisneemt van feiten en omstandigheden die zozeer de verdenking van bedrog rechtvaardigen dat de zaak nogmaals aan de rechter moet worden voorgelegd
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1917,NJ 2020, 366 (leereenheid 8) (Tweeconclusieregel)

Het hof heeft het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. Zolang de procedure is geschorst, kunnen geen proceshandelingen worden verricht. Gelet daarop kon van de franchisenemers niet worden verlangd dat zij toch, vooruitlopend op een mogelijk andersluidend later oordeel van het hof, uit eigen beweging in hun memorie van antwoord zouden ingaan op de grieven die betrekking hadden op vorderingen van de franchisenemers waarvan het hof achteraf oordeelde dat deze onder het bereik van art. 28 Fw en niet onder dat van art. 29 Fw vielen.

HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026, NJ 2020/425, m.nt. A.I.M. van Mierlo (Leereenheid 11)

Vonnis dient ten uitvoer te worden gelegd ookal is hoger beroep ingesteld. Afwijking hiervan is gerechtvaardigd indien..

Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan gerechtvaardigd zijn indien het belang van de veroordeelde, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen. Toepassing van deze maatstaf in incident respectievelijk kort geding. Bepalend of beslissing in vorige instantie is gemotiveerd.

HR 15 februari 2008, NJ 2008, 437 (Leereenheid 11)

Executiegeschil, onmogelijkheid om aan vonnis te voldoen, alleen de rechter die de dwangsom heeft opgelegd mag daarover oordelen

Executiegeschil. Slechts oordelen als executierechter. De vraag of iemand in onmogelijkheid verkeerde om aan het vonnis te voldoen kan door de executierechter niet worden betrokken bij het geschil. Op grond van 611d Rv mag alleen de rechter die de dwangsom heeft opgelegd daarover oordelen. Hetzelfde geldt voor eventuele onevenredigheid.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo