Samenvatting: Brein & Cognitie 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Brein & cognitie 1
-
1 Lecture 1: klinische neuropsychologen
Dit is een preview. Er zijn 67 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Neuropsychologisch onderzoek start altijd vanuit:
Een doorverwijsvraag (referral question). Bijvoorbeeld: 'zijn de cognitieve stoornissen in lijn met het Korsakoff syndroom?'
Als de vraag niet goed is geformuleerd overlegt de neuropsycholoog met de doorverwijzer. Onder het onderzoeken formuleert de neuropsycholoog misschien aanvullende of verdiepende vragen. -
Info die moet worden verkregen uit het interview met de patiënt:
Info over:
- klachten
- symptomen en de progressie daarvan
- educatieve, sociale, professionele en medische achtergrond -
Een interview met de informant van de patiënt komt vaak voor. Informant kan zijn: iemand die de patiënt sinds voor de stoornis of begin van de klachten kent. De informant moet door de patiënt goedkeuring hebben gekregen.een interview met de informant: ....
- isessentieel omdat veel patiënten zelf niet altijdbetrouwbare info hebben over hun eigen klachten en dagelijks levenfunctioneren .
- is vaak zonder de patiënt erbij zodat de informant op zijn gemak kan vertellen.
- er kan bij de informant ook eenvragenlijst ofgedragsschaal worden afgenomenipv een interview. -
Nadelen van interview met informant
- De info is subjectief en misschien niet representatief voor de situatie
- door emotionele overwelming van de informant of relatieproblemen, kan er sprake zijn van over-reporting van klachten en veranderingen. Of juist van minimalisering van klachten door acceptatie problemen. -
Observaties van de patiënt onder de afname van een interview, vragenlijst of test en buiten de testkamer zijn ook belangrijk van neuropsychologische examinatie, want:
Zo zie je de attitude en manier waarop een patiënt de test uitvoert. Dat geeft info over cognitieve functie en of de test score en de manier waarop deze is behaald kloppen met elkaar.
(bijvoorbeeld een patiënt had een hoge score maar eindige met trial-and-error manier van invullen).
slechte score betekent dus niet altijd een cognitieve stoornis. -
Observaties moeten vrij zijn van interpretatie. Want bijvoorbeeld huilen kan ......
Het resultaat zijn van verschillende factoren (boosheid, blijheid, frustratie). -
Welke tests een patiënt nog meer moet krijgen hangt af van de doorverwijsvraag, klachten en psychometrische waarden. Belangrijke factoren bij testen zijn:
- betrouwbaarheid
- validiteit
- normatieve data
- discriminative powe (sensitivity en specifity)
- beschikbaarheid van parallele versies -
Door standaardisatie zijn tests nu veel meer gecomputeriseerd.voordelen en nadelen:
Voordelen:
- accurate recording
- scheelt tijd
- mogelijkheid voor meten van aandacht en reactietijd
nadelen:
- geen kwalitatieve observaties en flexibiliteit waardoor minder significant
- niet iedereen kan een computer gebruiken -
Neuropsycholoog moet zorgen dat een test gestandaardiseerde conditions heeft. Dat betekent dat:
Alle patiënten begrijpen dan hetzelfde als doel van de test en wat ze worden gevraagd.
Als de test instructies moeten worden gemodificeerd (dus als ze niet duidelijk zijn voor de patiënt), dan moet dat worden opgenomen in de observatie.
Het is nodig om de patiënt constant te observeren onder een test om te zien of hij het goed begrijpt. -
Naast een testafname wordt vaak ook de patiënt zijn personality traits, coping styles en mental complaints door gestandaardiseerde vragenlijsten gestest. Dit is omdat:
Deze aspecten kunnen performance op tests beïnvloeden maar ook neuropsychologische problemen in functioneren in dagelijks leven.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Brein & Cognitie 1
-
Klinische neuropsychologen - korsakoff syndrome and alcohol-related cognitive disorders
-
Klinische neuropsychologen - Epilepsy
-
Klinische neuropsychologen - Mild cognitive impairment and Alzheimer's dementia
-
Klinische neuropsychologen - Parkinson's disease
-
Klinische neuropsychologen - Vascular cognitive impairment
-
Klinische neuropsychologen - Multiple sclerosis
-
Klinische neuropsychologen - Neuropsychological rehabilitation