Klinische neuropsychologen - Mild cognitive impairment and Alzheimer's dementia

38 belangrijke vragen over Klinische neuropsychologen - Mild cognitive impairment and Alzheimer's dementia

Dementie is een syndroom dat bestaat uit cognitieve verslechteringen. Er zijn veel verschillende soorten. De meest voorkomende is:

Alzheimer

Bij Alzheimer ervaren patiënten .... Wat kan leiden tot......

Geleidelijk geheugenverlies,
wat kan leiden tot globale cognitieve verslechtering wat samen gaat met het verliezen van onafhankelijkheid

De neuropsychiatrische symptomen waarmee alzheimer vaak samen gaat zijn

Depressie, angst, apathie.

Deze symptomen, samen met globaal cognitieve verslechtering, komen vaak later in het verloop pas.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

46 miljoen mensen wereldwijd leiden aan alzheimer. Dit getal zal de komende decennia hard stijgen, door het fenomeen double aging. Dat komt door:

  1. Een veranderende demografische structuur: toename aantal senioren.
  2. Toename van de gemiddelde levensverwachting.

In 2000 was de prevalentie van dementie 6.4% (alle vormen) en van alzheimer 4.4% voor 65-jarigen. Deze prevalentie ontwikkelt zich zo:

Deze prevalentie verdubbelt bij iedere toename van 5 jaar vanaf de 65 jaar.

Ondanks dat is alzheimer nog steeds een ziekte, en niet een algemene vorm van ouder worden.

daarbij:
dementie kan ook voorkomen bij jongere leeftijden. (54/10.000 tussen de 30-64 jaar oud)

De incidentie (relatieve aantal nieuwe gevallen in bepaalde tijd en populatie) van dementie neemt op deze manier toe:

Het neemt exponentieel toe met leeftijd.

van 0.24% in leeftijden 65-69
tot 7.02% in leeftijden 90+

2 stappen van het diagnosticeren van alzheimer:

1: syndroom diagnose = de ernst van de syndromen worden beoordeeld

2: etiologische diagnose = het type dementie wordt vastgesteld

Dementie kan worden gediagnosticeerd wanneer er sprake is van deze onderdelen:

  • Geheugen beperkingen;
    afasie (taalstoornis);
    apraxia (moeite met complexe handelingen);
    agnosie (problemen herkenning);
    beperking van ten minste 2 executieve functies

  • duidelijke verslechtering ten opzichte van eerdere staat

  • beperkingen kunnen niet het gevolg zijn van delirium (plotselinge verwardheid) of psychiatrische stoornis

NIA-AA (national institute of aging in alzheimer's association) kwam met criteria die helpen om de kans op Alzheimer te definiëren als laag, medium of hoog.

een definitieve diagnose kon eerder altijd pas gesteld worden op deze manier:

Pas als die gene dood is. Dus post-mortem, met een autopsie van het brein.

De transitionale fase voor de volle manifestatie van alzheimer heet:

Mild cognitive impairment (MCI) ofwel Prodromal alzheimer's disease

Peterson's criteria voor MCI (mild cognitive impairment)

  • Geheugen klachten
  • objectief verlies van geheugen
  • relatief normale prestaties in andere domeinen
  • relatief intacte functionering zonder dementie


De NIA-AA helpt hier om de MCI toe te schrijven aan onderliggende alzheimers pathologie (laag, medium, hoog)

Subtypen van MCI (Mild cognitive impairments) (door Peterson) zijn:

- amnestic MCI: geheugen beperkingen

- non-amnestic MCI: andere cognitieve beperkingen (vooral episodisch geheugen)

- MCI in various domains: beperkingen in meerdere cognitieve domeinen

De NIA-AA helpt hier om de MCI toe te schrijven aan onderliggende alzheimers pathologie (laag, medium, hoog)

Episodisch geheugen & semantisch geheugen

Episodisch = persoonlijke gebeurtenissen

semantisch = feitenkennis, algemeen geheugen en betekenis van woorden

zijn beide decleratief

Dit veroorzaakt doding van breincellen en dus atrofie (krimping) van het brein:

De aanwezigheid van senile(oude) plaque en neurofibrillary tangles (knopen).

De amyloid cascade hypothesis (AC hypothese) =

De beste hypothese voor de pathogenesis van alzheimer. Hij is nog under debate..

het houdt in:

- De amyloid precursor proteïne (APP) (= de precursor van de amyloid beta proteïne)

- de amyloid beta proteïne

Bij alzheimer is er een imbalans tussen de productie en afbraak van amyloid beta proteïne.
Daardoor hoopt de proteïne op en vormt het plaquette's.

later worden de knopen van tau proteïne toegevoegd. Het aantal knopen correleert met de ernst van dementie.

- Reden waarom sommige mensen wel en sommige niet alzheimer krijgen is:
- medicatie voor alzheimer:

- niet bekend
- bestaat nog niet

Vaak laten patiënten een combinatie van alzheimer's - gerelateerde schade zien (senile plaques & neurofibrillary tangles) MET cerebrovasculaire schade (schade aan bloedvezels in het brein).

dit wordt het meest gezien bij:

Oudere patiënten.

Een derde hypothese voor alzheimer, naast de AC hypothese (amyloid cascade hypothese) en de cholinergic hypothese is de:

Vasculair hypothese (mixed pathology)

Het is nog niet bekend of alzheimer's pathologie en vasculaire pathologie tegelijk voorkomen in ongerelateerde processen of dat ze:

Elkaar beïnvloeden en versterken.

Neurpsychologische symptomen in alzheimer die uiteindelijk resulteren in gegeneraliseerde cognitieve disfunctie:

  • (geleidelijk) geheugen verslechtering

  • verminderd gevoel van oriëntatie wat betreft tijd, plek en uiteindelijk ook bij mensen zorgt uiteindelijk vaak voor taal problemen

  • problemen met executieve functies (planning etc.) en aandacht

  • apraxia (moeite met complexe handelingen) en visuospatiale problemen

(geleidelijk) geheugenverlies is het meest voorkomende symptoom van alzheimer. Het gaat samen met (in de hersenen):

Atrophie van de mediale temporale kwab (afname door tekort aan voeding).

Een verminderd gevoel van oriëntatie in tijd, plek en uiteindelijk bij mensen, gaat vaak samen met taal verslechtering. Want:

Beide worden veroorzaakt door een vermindering in semantische kennis.

Dit betekent ook dat syntax en lexicale structuren vaak NIET verslechterd zijn.

Problemen met executief functioneren (planning etc.) en aandacht komen voor door schade aan:

De frontale kwab.

dat zorgt voor vermindering in cognitieve flexibiliteit, wat duidelijke dagelijke structuur voor patiënten behoeft.

Apraxie (moeite complexe bewegingen) en visuospatiale problemen kun je bijvoorbeeld testen met:

Het tekenen van de klok.

Hoewel het moeilijk te onderscheiden is tussen de twee (praxis vs. Perceptie).  En je kan ook nog onderscheid maken tussen visuospatiale perceptie, visuele vorm en object herkenning.

Verschillende soorten dementie en symptomen voor diagnose zijn:

1. Alzheimer: geheugenverlies in initiale fase

2. dementie met lewy bodies: motorische problemen, geheugen beperkingen en de initiale fasen zijn minder prominent

3. semantische dementie & primair progressieve afasie: taal problemen in de initiale fase

4. vasculaire dementie: langzaamheid en vermindering in mentale flexibiliteit

Eerder werd er onderscheid gemaakt tussen corticale en subcorticale dementie. Maar dat concept van onderscheid maken is nu afgewezen, doordat:

Op zo'n ondubbelzinnige manier een onderscheid maken tussen twee breinstructuren die er mee te maken hebben, niet mogelijk kan.

corticale dementie werd geassocieerd met
  • geheugenverlies
  • afasie
  • apraxia of agnosia
subcorticale dementie werd geassocieerd met
  • langzaamheid
  • verslechterde info verwerken
  • motorische problemen  

Bij alzheimer is er een typisch verloop waarbij geheugen problemen de voornaamste zijn. Maar er zijn varianten van alzheimer die atypische neuropsychologische symptomen hebben, zoals:

Posterieure cortical atrofie (PCA):

een visuele variant van alzheimer: visuele problemen terwijl geheugen relatief intact blijft.

Dementie bij jonge onset (aanvang van de ziekte bij jonge mensen, onder de 65 jaar oud) ziet er vaak zo uit:

- Bij hen heeft het vaak een atypisch verloop. Er zijn eerder taal- en visuospatiale problemen dan geheugenproblemen.

- bij jonge mensen heeft de ziekte een sneller verloop 

- het is bij hun ook moeilijker te diagnosticeren doordat werk/relatie gerelateerde problemen vaak eerder verdacht worden

- door de jonge leeftijd kunnen gevoelens van boosheid, verdriet, machteloosheid en frustratie veel meer intens voelen

95% van dementie betreft veranderingen in gedrag en psychologisch functioneren (neuropsychiatrische symptomen). Het brede spectrum aan symptomen dat hierbij hoort (depressie, apathie, angst, disinhibition, etc.) werden lang genegeerd.

waaraan zijn deze symptomen vaak gelinkt, waar zorgen ze vaak voor en hoe ontwikkelen deze zich meestal?

Ze zijn vaak gelinkt aan stress en ze verminderen de levenskwaliteit voor iedereen om die persoon heen, wat kan resulteren in opname in een verzorgings/verplegingstehuis.

in een later stadium van de ziekte kunnen specifieke neuropsychiatrische symptomen verminderen, doordat de patiënt minder bewust wordt van de ziekte.

Wat kan helpen om alternatieve diagnoses dan alzheimer uit te sluiten, onder het vinden van bewijs vóór de diagnose van alzheimer =

Neuroimaging

De meest distinctieve karakteristieken op een MRI scan bij een een patiënt met alzheimer =

Atrofie van de mediale temporale kwab, inclusief de hippocampus

Welke schaal wordt gebruikt om te meten in welke mate er sprake is van atrofie in het brein, te zien in de scan? En hoe werkt deze?

Scheltens' visual rating scale.

een score van 2 of hoger geeft atrofie aan in de mediale temporale kwab.
Dit kan ook verder gaan naar globale atrofie.

Bij alzheimer patiënten worden bloedtesten afgenomen, dat wordt getest op:

Tekort aan vitamine B12 en hypothyroidism.

(Hypothyroidism is a common condition where the thyroid doesn't create and release enough thyroid hormone into your bloodstream. This makes your metabolism slow down. Also called underactive thyroid, hypothyroidism can make you feel tired, gain weight and be unable to tolerate cold temperatures.  )

De CSF (cerebrospinal fluid) kunnen alzheimer-gerelateerde proteïnes laten zien omdat het met direct contact met het brein staat. Die proteïnes zijn:

De concentratie van proteïnes zoals amyloid-beta en tau.

F-FDG PET scans laten dit zien in het brein als het gaat om alzheimer:

Alzheimer is minder actief in de patietotemporale delen van het brein.

Alzheimer kan niet worden genezen, maar wat is er wel mogelijk?

Met sommige medicatie kunnen de symptomen tot op een bepaalde hoogte worden geinhibeert.

Dit is waarom neuropsychologie centraal blijft staan aan het diagnosticeren van alzheimer:

Omdat cognitieve verslechtering het meest belangrijke symptoom is.

Behandeling van alzheimer volgens de cholinergic hypothese =

om meer actylcholine vrij te maken, worden cholinesterase inhibitors gebruikt voor de behandeling van alzheimer.
(galantamine, donepezil, rivastigmine)


die hebben een klein maar positief effect op het cognitieve en dagelijks functioneren.

maar er zijn wel mogelijke bijwerkingen:
misselijkheid, diarree, overgeven

de behandeling wordt als succesvol gezien als de ziekte voor 6 maanden gestabiliseerd word.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo