Samenvatting: Bronteksten Jodendom

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bronteksten Jodendom

• College 1

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/09/2014
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer werd de Tora canoniek?

  Ongeveer 500 v.Chr. De andere teksten zijn er al wel, maar niet nog canoniek.

• Wanneer werd Neviiem canoniek?

  200 v.Chr.

• Wanneer werd Ketoeviem canoniek?

  Rond 100 v.Chr.

• Wat betekent het woord 'testament' en waar komt het vandaan?

  Het woord 'testament' betekent letterlijk 'verbond'. In het Hebreeuws is dit berith, in het Grieks diathèkè en in het Latijns testamentum. 

• College 2

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/09/2014
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke teksten worden pseudepigraaf genoemd (voorbeeld) en waarom?

  Teksten zoals bijvoorbeeld 4 Ezra, Henoch en het Thomas Evangelie worden pseudepigraaf genoemd, omdat zij geschreven zijn onder de naam van iemand anders. Er wordt mee bedoeld dat het werk is geschreven onder de naam van een gezaghebbende figuur uit het verleden, waarbij het doel van de auteur is om het werk meer aanzien te geven. De aanduiding zegt niets over de inhoud van het werk.

• Wat is een woestijn en geef twee voorbeelden met verschillende klimaten

  Een woestijn is een gebied waar het klimaat zo onvriendelijk is dat biologisch leven bijna niet mogelijk is.
  - De Sinaï woestijn is een rotswoestijn
  - Antarctica is ook een woestijn.

• Tussen 2000 en 1200 v.Chr. spelen er twee belangrijke processen. Welke twee zijn dit?

  1. Van Zwervan naar vestigen.
  2. Clanvorming.

• Let het proces 'clanvorming' uit (in 3 stappen)

  1. Familiare banden: een nomadisch bestaan is een familie samen. 10/20 mensen maximaal.
  2. Groot-Familie verbanden: families voegen zich samen tot groot-families vanuit geografisch, politieke of economische noodzaak.
  3. Clan: een verzamling van groot-families, om dezelfde mogelijke redenen als in stap 2, betsaande uit 100-250 mensen. Er ontstaat publieksrecht en gezinsrecht.

  
  
  Er ontstaat een eenheid in taal, cultus geschiedenis en bloed.

• Noem een voorbeeld van geografische noodzaak tot groot-familie/clan vorming.

  Er is slechts één geschikte weide in de omgeving, die moet gedeeld worden.

• Noem een voorbeeld van politieke noodzaak tot clanvorming.

  Wie is sterker, samen sterker tegenover een vijand, bescherming.