Activiteit en rentabiliteit
9 belangrijke vragen over Activiteit en rentabiliteit
Om te bepalen of de onderneming financieel gezond is kijken we naar…
A. Verhoudingsgetallen
B. Het totaal aan vreemd vermogen
C. De nettowinst
D. Omzet
A. Verhoudingsgetallen
B. Het totaal aan vreemd vermogen
C. De nettowinst
D. Omzet
Waarom moet de opslagduur zo kort mogelijk zijn?
A. De meeste omzet behaald, lage rentekosten en lage opslagkosten
B.Meer crediteurenbudget, lage opslagkosten en meeste omzet behaald
C. Lage rentekosten, weinig risico en lage opslagkosten
D. De meeste omzet behaald, weinig risico en meer crediteurenbudget
A. De meeste omzet behaald, lage rentekosten en lage opslagkosten
B.Meer crediteurenbudget, lage opslagkosten en meeste omzet behaald
C. Lage rentekosten, weinig risico en lage opslagkosten
D. De meeste omzet behaald, weinig risico en meer crediteurenbudget
Wat is het gevolg van een hoog debiteurensaldo?
A.De onderneming heeft meer vermogen nodig
B. De onderneming kan minder afzet genereren
C.De onderneming heeft hogere opslagkosten
D. De onderneming betaald te crediteuren minder snel
A.De onderneming heeft meer vermogen nodig
B. De onderneming kan minder afzet genereren
C.De onderneming heeft hogere opslagkosten
D. De onderneming betaald te crediteuren minder snel
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
1. Een gemiddelde kredietduur debiteuren geeft aan voor elke euro omzet op de rekening aan interestkosten betaald moet worden.
2. De gemiddelde kredietduur crediteuren geeft aan hoelang het duurt voordat de eigen onderneming de rekeningen betaald.
A. Allebei zijn juist
B. Alleen 1 is juist en 2 onjuist
C. Alleen 2 is juist en 1 onjuist
D. Allebei zijn onjuist
2. De gemiddelde kredietduur crediteuren geeft aan hoelang het duurt voordat de eigen onderneming de rekeningen betaald.
A. Allebei zijn juist
B. Alleen 1 is juist en 2 onjuist
C. Alleen 2 is juist en 1 onjuist
D. Allebei zijn onjuist
1.RTV = RVV is er een positieve hefboomwerking
2. Bij RTV > RVV is er een negatieve hefboomwerking
A. Allebei is juist
B. Alleen 1 is juist en 2 onjuist
C. Alleen 2 is juist en 1 onjuist
D. Allebei zijn onjuist
2. Bij RTV > RVV is er een negatieve hefboomwerking
A. Allebei is juist
B. Alleen 1 is juist en 2 onjuist
C. Alleen 2 is juist en 1 onjuist
D. Allebei zijn onjuist
Bij een verlaging van de voorraad…
A. Verbetert de rentabiliteit
B. Verminderd de rentabiliteit
C. Verbetert de liquiditeit
D. Verminderd de liquiditeit
A. Verbetert de rentabiliteit
B. Verminderd de rentabiliteit
C. Verbetert de liquiditeit
D. Verminderd de liquiditeit
Wat is de nettowinstmarge?
A. Nettowinst na belasting ten opzichte van het gemiddeld vreemd vermogen
B. Nettowinst voor belasting ten opzichte van het gemiddeld vreemd vermogen
C. Nettowinst na belasting ten opzichte van het gemiddeld eigen vermogen
D. Nettowinst voor belasting ten opzichte van het gemiddelde eigen vermogen
A. Nettowinst na belasting ten opzichte van het gemiddeld vreemd vermogen
B. Nettowinst voor belasting ten opzichte van het gemiddeld vreemd vermogen
C. Nettowinst na belasting ten opzichte van het gemiddeld eigen vermogen
D. Nettowinst voor belasting ten opzichte van het gemiddelde eigen vermogen
Winst maken met aandelen in andere bedrijven wordt ook wel …. Genoemd
A. Operationele activiteiten
B. Buitengewone activiteiten
C. Investeringsactiviteiten
D. Handelsactiviteiten
A. Operationele activiteiten
B. Buitengewone activiteiten
C. Investeringsactiviteiten
D. Handelsactiviteiten
6. Wanneer is er sprake van winst met buitgengewone activiteiten?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden