Economische globalisering: productie - Economische globalisering: handel

16 belangrijke vragen over Economische globalisering: productie - Economische globalisering: handel

Wat schaft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zoal af?

Beperkingen zoals tariefmuren en importquota (hierbij mag je maar een beperkte hoeveeleheid van een product importeren).

Er worden twee soorten technologie genoemd, welke zijn dit en wat betekenen ze?

1) Transporttechnologie, dit is alle technologie die nodig is om het vervoer van grondstoffen, goederen en mensen mogelijk te maken.
2) Informatie/ Communicatietechnologie, dit is alle technologie die nodig is om de uitwisseling van informatie mogelijk te maken.

Sinds 1980 zijn er drie belangrijke ontwikkelingen gaande, welke zijn dit?

1) Reis& vervoerstijden zijn gedaald
2) Transport& communicatie zijn goedkoper
3) Infrastructuur rond transport en dataverkeer is enorm verbeterd, echter alleen in de meest ontwikkelde regio's. Hierdoor verloopt tijd-ruimte compressie in het ene gebied veel sneller dan in het andere.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvoor staat het begrip Triade?

Triade zijn kerngebieden voor de internationale goederen- en kapitaalstroom. Hieronder vallen Noord-Amerika, de EU en Japan.

Volgens de interactietheorie van geograaf Ullmen moet er aan drie basisvoorwaarden worden voldaan voordat er handel tussen twee gebieden plaatsvindt, welke zijn dit?

1) Complementariteit, het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied vraag naar is.
2) Transporteerbaarheid, het product moet tegen een redelijke prijs en binnen een redelijke tijd vervoerd kunnen worden tussen de gebieden.
3) Er mogen geen tussenliggende mogelijkheden zijn.

Noem twee voorbeelden van grote handelsblokken met een vrije markt?

De EU en de NAFTA (Canada, VS, Mexico)

Welke basisvoorwaarden staan er in de interactietheorie van Ullman?

- Complementariteit, het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied vraag naar is
- Transporteerbaarheid, de goederen moeten binnen een redelijke tijd en prijs vervoerbaar zijn
- Er mogen geen tussenliggende oplossingen zijn

Noem kenmerken van de:

  • 19e eeuw;
  • 20e eeuw;
  • 21e eeiw.

  • 19e eeuw: spoort en het stoomschip
  • 20e eeuw: autoweg en het vliegtuig
  • 21e eeuw: glasvezelkabel en de satellietverbindingen

Welke drie ontwikkelingen zijn sinds 1980 van belang?

  1. Reis- en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald, alles verloopt sneller.
  2. Transport en communicatie zijn goedkoper geworden, vooral door de toenemende capaciteit van schepen en vliegtuigen en de komst van containers.
  3. De infrastructuur rond transport en dataverkeer (wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie) is enorm verbeterd.

Waar heeft de verbetering van de infrastructuur de neiging zich te concentreren?

In de best ontwikkelde regio's. Het gevolg is dat de tijd-ruimtecompressie in het ene gebied veel sneller verloopt dan in het andere gebied.

Richting welke kant schuift het economische zwaartepunt langaam op?

Van de Noord-Atlantische naar de Pacifische zone.

Tegenwoordig verdwijnen in de westerse landen naast onderdelen van de maak-industie ook 'witteboordenbanen' (bij administratiekantoren, callcenters, laboratoria).

Waar gaan deze witteboordenbanen nu naartoe?

Naar Aziatische landen: China is nu al de werkplaats van de wereld, zal het ooit het laboratorium en het 'hoofdkwartier' worden?

Voordat er handel en uitwisseling van goederen tussen twee gebieden paatsvindt, moet er aan een aantal basisvoorwaarden zijn voldaan.

De Amerikaanse geograaf Ullman noemt er in zijn interactietheorie drie, welke drie zijn dat?

  1. Complementariteit.
  2. Transporteerbaarheid.
  3. Er mogen geen tussenliggende mogelijkheden zijn.

In Japan is veel vraag naar olie maar het land heeft dat niet zelf. Dus wordt olie geimporteerd uit bijvoorbeeld Indonesie.

Van welk onderdeel van de interactietheorie is er hierbij sprake?

Complementariteit.

Olie bijvoorbeeld vervoer je goedkoop met grote olietankers van Indonesie naar Japan. Maar aardappelen per vliegtuig van Nederland naar Australie vervoeren ligt wat minder voor de hand. Ook mogen er geen politieke barrieres zijn. Tot 1989 vond er nauwelijks een goederenuitwisseling plaats tussen West-Europa en het Oost-blok. Pas na instorting van het communisme in 1991 kwam deze goederenstroom op gang.

Van welk onderdeel van de interactietheorie is er hierbij sprake?

Transporteerbaarheid.

Japan importeert nu een deel van zijn olie uit Indonesie maar wanneer in de toekomst de exploitatie van de oliebronnen voor de kust van China op gang komen, zal deze goederenstroom zich verplaatsen. Dat is immers dichterbij.

Van welk onderdeel van de interactietheorie is er hierbij sprake?

Geen-tussenliggende-mogelijkheden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo