Totstandkoming overeenkomsten, vertegenwoordiging en bronnen van verbintenissen
6 belangrijke vragen over Totstandkoming overeenkomsten, vertegenwoordiging en bronnen van verbintenissen
Wie wekt het vertrouwen in de artikelen 3:61 lid 2, 3:35 en 3:36 op?
- 3:61 lid 2: de derde kan een beroep doen op gerechtvaardigd vertrouwen in het bestaan van de vertegenwoordigingsbevoegdheid als dit is opgewekt door een verklaring of gedraging van de achterman.
- 3:35: De geadresseerde kan een beroep doen op gerechtvaardigd vertrouwen in het bestaan van een rechtshandeling met een bepaalde strekking als dit is opgewekt door een verklaring of gedraging van de handelende persoon.
- 3:36: de derde kan een beroep doen op gerechtvaardigd vertrouwen in het ontstaan, bestaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking jegens degene die dit door middel van een verklaring of gedraging heeft opgewekt.
Waar gaat HR ING/Bera over?
- Feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen
- Waaruit naar verkeersopvattingen een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Geef voorbeelden van relevante omstandigheden als bedoeld in HR ING/Bera.
- Tussenpersoon is bij achterman betrokken
- Bankafschriften zijn op verzoek van de achterman naar de tussenpersoon gestuurd
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe moet de uitzondering op het toedoen vereiste HR ING/Bera worden uitgelegd en waaruit blijkt dat?
Theorie HR Misverstand: wanneer is de ‘geen overeenkomst uitkomst’ gerechtvaardigd?
Wat is de overeenkomst tussen 3:61 lid 2 en 3:70?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden