Oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame inhoud van de overeenkomst

14 belangrijke vragen over Oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame inhoud van de overeenkomst

Welke twee elementen in 6:193b lid 2 zijn van belang?

Onrechtmatig en een besluit over een overeenkomst.

Wat is het verrichten een oneerlijke handelspraktijk?

Een onrechtmatige daad.

Tot welke gevolgen kan toepassing van oneerlijke handelspraktijken leiden?

6:193j lid 2 en lid 3: schadevergoeding en vernietigen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke twee doelen heeft de Richtlijn 2005/29/EG (oneerlijke handelspraktijken) en wat is het middel?

Het bevorderen van de interne markt en consumentenbescherming. Het middel is harmonisatie.

In welke relatie is het leerstuk oneerlijke handelspraktijken van toepassing?

Handelaar - consument.

Waar is een besluit over een overeenkomst gedefinieerd?

6:193a lid 1 sub e

Wat wordt verstaan onder gemiddelde consument?

'Redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument'

Welke twee mogelijke causale verbanden bevat 6:193b lid 2?

  1. tussen de handelspraktijk en de beperking van de mogelijkheden van de consument
  2. tussen de beperking van de mogelijkheden van de consument en het al dan niet nemen van een bepaald besluit over een overeenkomst

Een mogelijk causaal verband is voldoende voor de vaststelling dat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, maar geldt dat ook voor het vernietigen van die overeenkomst?

Nee, 6:193j lid 3 er moet sprake zijn van een causaal verband tussen de oneerlijke handelspraktijk en het besluit over de overeenkomst.

Zijn oneerlijke handelspraktijken alleen te bestrijden met privaatrechtelijke sancties?

Nee, ze zijn ook te bestrijden met bestuursrechtelijke handhaving door de ACM.

Geef een samenvatting van misleidende handelspraktijken weer.

  • feitelijk onjuiste informatie 6:193c lid 1
  • informatie die de consument kan misleiden 6:193c lid 1
  • verwarrende vergelijkende reclame 6:193c lid 2 sub a
  • schending gedragscode 6:193c lid 2 sub c

Stel dat uw bedrijf geen service biedt terwijl uw concurrenten dat wel doen en u zegt dat u wel service biedt. Welk leerstuk is hier van toepassing?

Een misleidende handelspraktijk, feitelijk onjuiste informatie 6:193 c lid 1.

Is bij 6:193g een causaal verband vereist voor kwalificatie als oneerlijk?

Nee.

U lijdt nadeel door de oneerlijke handelspraktijken van concurrenten jegens consumenten. Hoe wordt dit beschermd?

Bedrijven die slachtoffer zijn van oneerlijke handelspraktijken worden beschermd door 6:194.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo