Stromingen & ontwikkelingen - Ontwikkelingen sinds 1950
13 belangrijke vragen over Stromingen & ontwikkelingen - Ontwikkelingen sinds 1950
Systeembenadering is gebaseerd op het werk van Russel Ackoff en Kenneth Boulding (1953) het geeft een analytische kijk op organiseren. Zij benaderen dit als volgt: Afhankelijk van de positie in een organisatie is kennis nodig. Maar een directeur hoeft niet alles over het verkoopproces te weten en de inkoop niet van de planning. Hoe bepaalt men op welk niveau de kennis wel nodig is?
Hoeveel niveaus heeft systeemindeling van Boulding? Bedenk hier voorbeelden voor de operationele zaken in een ziekenhuis.
2. Het uurwerk (afspraken over declareren en gemaakte kosten met verzekeraars)
3. De thermostaat (de ziekenhuis directie)
4. De cel ( rechtstreeks contact met patiënten)
5. De plant (planningsafdeling)
6. Het dier
7. De mens
8. Het sociale systeem
9. Het transcendentale
Wat is het verschil tussen een open en een gesloten systeem als we kijken naar systeembenadering?
Open: organisaties moeten adequaat reageren op veranderingen in de omgeving. Bij open systemen spelen maatschappelijke, culturele, technologische en economische contexten een belangrijke rol.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De beste manier om te organiseren is afhankelijk van de situatie waarin een organisatie zich bevind. Deze situatie wordt zowel door interne als externe factoren bepaald. Structuur en stijl van leidinggevende zijn daarom situatie gebonden.
Over welke benadering wordt hier gesproken?
Fred Fiedler heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de contingentiebenadering. Welke drie factoren zijn volgens Fiedler bepalend voor de invloed die een leider kan uitoefenen op een groep?
2. De stuctuur van de taak die door de groep uitgevoerd moet worden: gesturctureerd is eenvoudiger dan complexe taken.
3. Positionele macht: Hoe meer formele autoriteiten en machtsbronnen een leider bezit hoe succesvoller hij of zij leiding kan geven.
Bij Total quality management TQM (1980) is alles er op gericht om alle belanghebbende op zo'n efficiënt mogelijke manier tevreden te stellen. Welk model hoor hier bij? En hoe ziet dit model er uit?
Deze tabel bestaat uit een linker helft waar het management invloed op uit kan oefenen (de maakfactoren) en uit een rechter helft waar de resultaten zichtbaar worden (de resultaten)
Bij het INK model staan aan de linker kant vijf vlakken (maakfactoren) en aan de rechter kant vier vlakken (de resultaten). Wat hoort bij de linkerhelft en wat hoort bij de rechter helft?
1. Leiderschap
2. Strategie en beleid
3. Management van medewerkers
4. Management van middelen
5. Management va processen
Rechter helft (de resultaten)
1. Bestuur en financiers (alle resultaten komen hier samen. Meetpunten zijn: rendement, winst, marktaandeel en groei.)
2. Klanten en leveranciers (hoge klanttevredenheid en leverancierstevredenheid leidt tot goede resultaten)
3. Medewerkers (medewerkers tevredenheid beïnvloed direct en indirect de eindresultaten)
4. Maatschappij (Vertegenwoordigd alle andere belanghebbende, gaat om het imago)
De Juran-trilogie (1904-2008) bestaat uit drie basale processen gericht op kwaliteit. Welke drie processen zijn dit en wat wordt hiermee bedoelt?
2. Kwaliteitsbeheersing: onderneem bij uitval of verspilling direct actie om problemen te voorkomen.
3. Kwaliteitsverbetering: het management dien projectmatig acties uit te voeren op de processen te verbeteren.
Een veel gebruikt instrument in kwaliteitsmanagement is de PDCA-cyclus van Deming (2000). Wat zijn de vier activiteiten uit deze cyclus en wat houden deze activiteiten in?
2. Do: welke stap kun je rii het doel zetten
3. Check: werkte het?
4. Act: Standaardiseer en stabiliseer wat werkte.
Lean managemetn is erop gericht om verspillingen te elimineren. De oorsprong hiervan vind plaats bij de Japanse autofabricant Toyota. Juran en Deming (van juran-trilogie en PDCA-cyclus_ hebben hier aan kwaliteitsverbetering gewerkt. Welke verschillende methodes zijn er om budget te bepalen?
2. Muda (werk zonder toegevoegde waarde)
3. Mura (inconsistenties) waardoor knelpunten en problemen in een proces duidelijk worden.
Geeft de definitie bij de volgende vier begrippen die uit het lean management voortkomen:
5S: Sorteren, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, Systematiseren
Poka Yoke: een proces of product is op een bepaalde wijze ontworpen zodat het bijna onmogelijk is om een fout te maken.
JIT just in Time: onderdelen worden precies optijd geleverd zodat er geen voorraad nodig is.
Six sigma is een managementstrategie die in 1986 is ontwikkeld. Het probeert de kwaliteit en resultaten van processen te verbeteren door op een wiskundige wijze naar processen te kijken. Waar streeft men bij Six sigma naar?
In deze tijd is het belangrijk dat organisaties wendbaar zijn en de medewerkers veerkrachtig. Dit kan onder andere door een lerende organisatie te zijn. In het boek The fifth discipline beschrijft Peter Senge het belang van systeemdenken bij het creëren van een lerende organisatie. Wat zijn de deze vijf disciplines?
2. Mentale modellen
3. Teamleren
4. Persoonlijk meesterschap
5. Systeemdenken
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden