Samenvatting: Bvj
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BVJ
-
1 voortplanting
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 puberteit
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kun je het geslacht van een baby zien?
Het geslacht noem je een sekse. De lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent, noem je geslachtkenmerken. De geslachtkenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn, heten primaire geslachtdelen. Een jongetje herken je aan zijn penis en zijn balzak. Een meisje herken je aan haar schaamlippen clitoris en de opening van de vagina. -
Hoe heet iemand waarvan je niet zeker weet of hij man of vrouw is?
Zo iemand heet een intersekse. De baby heeft mannelijke en vrouwelijke geslachtkenmerken. Soms merk je dit pas in de puberteit. -
1.1.2 lichamelijke veranderingen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn voorbeelden van lichamelijke veranderingen in de puberteit?
Een groeispurt komt heel vaak voor in de puberteit. Jongens krijgen vaak haar onder hun oksel en schaamhaar bij hun geslachtorganen. Andere lichamelijke veranderingen kun je niet zien. Bijvoorbeeld dat zich in je lichaam je voortplantingsorganen zich ontwikkelen. -
Wat zijn voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken?
Een vrouw krijgt rondere lichaamsvormen. De vrouw heeft in de puberteit borsten en bredere heupen gekregen.
de volwassen man heeft een meer gespierde lichaamsbouw gekregen. In de puberteit heeft hij baardgroei en borsthaar gekregen. Ook is zijn stem lager geworden. Schaamhaar groeit bij alle twee. -
1.1.3 je eigen tempo je eigen lijf
-
Wat zijn de verschillen in de puberteit?
De lichamelijke veranderingen in de puberteit komen niet allemaal tegelijk. Sommige veranderingen komen vroeg in de puberteit. Andere pas heel laat. Bij sommige mensen blijven sommige veranderingen uit. Niet alle mannen krijgen bijvoorbeeld borsthaar en vrouwen krijgen niet altijd grote borsten of brede heupen. De secundaire geslachtkenmerken van mensen kunnen daardoor heel verschillend zijn. -
Wat kunnen verschillen tussen mensen zijn?
Ook het resultaat van de lichamelijke veranderingen is bij iedereen anders. De ene jongen krijgt een lange dunne penis, de andere een korte dikke. Sommige meisjes krijgen grote borsten, andere kleine. Bij veel vrouwen zijn de twee borsten niet precies even groot, en ook de grootte en de vorm van de tepels is bij iedereen anders. Sommige jongens krijgen overal haar, andere niet. -
1.1.4 geestelijke veranderingen
-
Wat zijn vormen van geestelijke veranderingen?
in de puberteit krijg je ook te maken met geestelijke veranderingen. Je wordt langzaam volwassen. Bij de een gaat dit wat sneller dan bij de ander. Gemiddeld worden meisjes eerder volwassen dan jongens. Bij geestelijke veranderingen horen je gedachten, je gevoelens, je zelfstandigheid en je sociale leven. -
Hoe verander je sociaal?
Je verandert ook sociaal. In de puberteit ga je je anders opstellen tegenover je ouders. Je wilt niet meer als een kind worden behandeld. Soms word je om niks heel erg boos. Ook ga je anders om met je vrienden en vriendinnen. Had je vroeger misschien het liefst één goede vriend of vriendin, nu voel je je soms beter in een groepje. -
1.2.2 ovulatie
-
Wat gebeurt er met een rijpe follikel?
Een rijpe follikel puilt buiten de eierstok uit. De follikel neemt dan erg veel vocht op, waardoor hij openbarst en de eicel vrijkomt. Dit heet de ovulatie of eisprong. Uit het follikelweefsel dat in de eierstok achterblijft, wordt het gele lichaam gevormd. De cellen van het gele lichaam produceren hormonen. De vrijgekomen eicel wordt door het trechtervormige uiteinde van de eileider opgevangen. Een eicel kan niet uit zichzelf bewegen.
de eileider verovert de eicel naar de baarmoeder. Een eicel blijft na de ovulatie maar twaalf tot vierentwintig uur in leven. Daarna sterft hij af. -
1.2.5 menstruatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer wordt je voor het eerst ongesteld? En wat zijn de gevolgen?
Tussen hun 10de en 16e jaar worden de meeste meisjes ongesteld. Gemiddeld hebben meisjes op 13 jarige leeftijd hun eerste menstruatie. Bij sommige meisjes of vrouwen duurt de menstruatie een dag of drie, bij anderen een week. De samentrekkingen van de baarmoederwand kunnen voelen als pijnlijke buikkrampen. Meisjes en vrouwen kunnen zich vlak voor en tijdens de menstruatie ellendig of verdrietig voelen. Sommigen zijn sacherijnig of afwezig, of hebben last van hoofdpijn, buikpijn, rugpijn of spierpijn. Er zijn ook vrouwen die nergens last van hebben.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden