Ecologie en duurzaamheid - Duurzaamheid - Anders

29 belangrijke vragen over Ecologie en duurzaamheid - Duurzaamheid - Anders

119.  Wat wordt bedoeld met je ecologische voetafdruk?

Je ecologische voetafdruk is het
land- en wateroppervlak
dat nodig is
voor jouw consumptie en jouw afval.

120. Hoeveel vierkante meter aarde is er voor iedere mens beschikbaar?

100 × 100 × 1,7 = 17 000 m2

121. Hoeveel vierkante meter wordt nu gemiddeld gebruikt door iedere Nederlander?

63 000 m2
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

122. De gemiddelde voetafdruk van een inwoner van Qatar is 11,8 ha. Hoeveel aardbollen zouden er nodig zijn om alle mensen te voorzien van voedsel, energie en spullen als alle mensen op aarde net zo zouden leven als de inwoners van Qatar?

   11.8ha (Qatar)
  /1.7 (beschikbaar)
=  6,9 aardbollen

124. Waarom zijn bioplastics duurzaam? Geef twee redenen.

1 Bij het maken van bioplastics raken geen grondstoffen uitgeput.
2 Bioplastic is biologisch afbreekbaar.

125. Waarom is energie uit biomassa duurzaam? Geef twee redenen.

1 Biomassa raakt nooit uitgeput.
2 Verbranding van biomassa leidt niet tot extra koolstofdioxide in de atmosfeer.

126.  Waarom is zonne-energie een duurzame energiebron? Geef twee redenen.

1 De energiebron raakt (voorlopig) niet op.
2 Zonne-energie veroorzaakt geen milieuvervuiling.

134. Wat is een voordeel van verticale landbouw?


Er is minder grond nodig.
Ook goed: de opbrengst is groter doordat de fotosynthese kan worden beïnvloed.

135. Zowel bij precisielandbouw als bij kringlooplandbouw wordt verspilling van energie en grondstoffen tegengegaan, maar de manier waarop dat gebeurt, is verschillend. Beschrijf het verschil.

Bij precisielandbouw
krijgt de plant zo min mogelijk energie en grondstoffen, hij krijgt wat hij nodig heeft en niet meer. Hierdoor is er geen verspilling.

Bij kringlooplandbouw
worden alle energie en grondstoffen zo veel mogelijk hergebruikt. Ook hierdoor is er geen verspilling.

140. Duitsland is economisch vergelijkbaar met Nederland. Daar wordt ongeveer evenveel geld verdiend en hebben mensen dezelfde levensstandaard. Toch is de ecologische voetafdruk van Duitsland met 4,6 ha een stukje kleiner. Waardoor zou de voetafdruk van Duitsers kleiner kunnen zijn dan die van Nederlanders?

Duitsers gebruiken meer duurzame energie,
doen meer aan recyclen, kopen minder producten,
Duitsland heeft minder vervuilende industrie of landbouw.

141.  De gemiddelde voetafdruk van een inwoner van Qatar is 11,8 ha. Qatar is een rijke oliestaat die in een woestijngebied in het Midden-Oosten ligt. Geef een verklaring voor de grote ecologische voetafdruk van Qatar.

In Qatar kan het erg heet zijn. Om huizen en gebouwen te koelen, wordt airconditioning gebruikt. Dit kost veel energie die vaak afkomstig is uit fossiele brandstoffen.

Qatar verdient veel geld met olie. Daarom is er geen economische noodzaak om zuinig om te gaan met energie. •

Omdat in de woestijn nauwelijks landbouw mogelijk is, moet Qatar veel landbouwproducten importeren. Bij dit transport worden fossiele brandstoffen gebruikt.

142.  Gumdrop is een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in kauwgomrecycling. Kauwgum bevat vaak plastic vezels. Deze worden gescheiden van de andere ingrediënten. Van de vezels worden kammen, frisbees en zelfs sneakers gemaakt: de zogenoemde ‘Gumshoes’. Leg uit dat de productie van de Gumdropproducten een voorbeeld is van duurzame ontwikkeling.

Door het plastic uit kauwgom te hergebruiken,
  • vermindert de hoeveelheid afval en
  • er zijn minder grondstoffen nodig.

143. Life Materials is een bedrijf dat ‘MuSkin’ maakt. MuSkin is materiaal voor kleding dat vergelijkbaar is met leer (gemaakt van dierenhuiden) of nepleer (gemaakt van kunststof). De basis van MuSkin (‘mushroom skin’) zijn paddenstoelen. Leg uit dat de productie van MuSkin duurzamer is dan die van kunstleer.



Kunstleer
is gemaakt van kunststof.
Dat is niet biologisch afbreekbaar en
er zijn nieuwe grondstoffen voor nodig (zoals aardolie).

MuSkin
is gemaakt van paddenstoelen.
Die zijn biologisch afbreekbaar en
je kunt steeds nieuwe schimmels kweken.

144. Leer is gemaakt van dierenhuiden, een natuurlijk materiaal. Leg uit dat de productie van leer van koeienhuiden minder duurzaam is dan de productie van MuSkin.

De groei van dierenhuiden duurt vaak enkele jaren.
De groei van paddenstoelen duurt veel minder lang. •
Koeien hebben veel voer nodig om te groeien.
Voor de groei van paddenstoelen zijn minder voedingsstoffen nodig. •

Koeien stoten het broeikasgas methaan uit,
chimmels doen dat niet.
(Ook zijn voor de productie van MuSkin geen chemicaliën nodig, en voor het looien van leer wel.)

145. In afbeelding 6 zie je een cartoon over het verbruik van biobrandstof. Leg uit wat de tekenaar met de cartoon bedoelt.

Als biobrandstoffen op landbouwgronden worden geproduceerd, blijft er minder grond over om voedsel op te verbouwen.

146. Sommige biobrandstoffen worden gemaakt uit afvalhout, landbouwafval (zoals stro en kaf, de harde laag om graankorrels) of gebruikt frituurvet. Wat is het voordeel van deze biobrandstoffen?

Deze biobrandstoffen worden niet gemaakt van voedingsgewassen. Daardoor gaat de productie niet ten koste van landbouwgrond en de voedselvoorziening.

147. Er zijn ook biobrandstoffen die worden gemaakt uit algen (eencellige planten). De algen worden speciaal gekweekt voor de productie van biobrandstof. Wat is een voordeel van biobrandstof uit algen?

Voor het kweken van algen zijn minder grond en minder voedingsstoffen nodig dan voor het verbouwen van planten.

148. Palmolie wordt gebruikt als plantaardige olie in voedingsmiddelen en andere producten.
Palmolie is ook zeer geschikt om er biodiesel van te maken. Om meer palmolie te kunnen produceren, wordt op Borneo regenwoud gekapt om oliepalmplantages aan te leggen.
In de periode 2000–2010 nam het bosoppervlak af met gemiddeld 498 000 ha per jaar. Hoeveel voetbalvelden aan bosoppervlak gingen in deze periode op Borneo per uur verloren om plaats te maken voor olieplantages? Ga voor een voetbalveld uit van 100 × 50 m. Geef bij je antwoord een berekening.



498 000 / 365 = 1364 ha per dag
1364 / 24 = 57 ha per uur
1 ha = 2 voetbalvelden
2 × 57 = 114 voetbalvelden per uur

149. In het beschermde natuurgebied Sebangau op Borneo leefden in 1995 nog 12 000 orangoetans.
Nu zijn dat er tussen de 7000 en 9000.
Leg uit hoe de afname van het aantal orang-oetans een gevolg kan zijn van de aanleg van palmolieplantages.

Door de toename van het aantal plantages
neemt het leefgebied van de orang-oetans af.

De populatiegrootte is afhankelijk van de biotische en abiotische factoren in het ecosysteem.
De biotische factoren worden minder gunstig als bos wordt gekapt (minder voedsel, minder schuilplaatsen, minder leefruimte).

150. In biomassacentrales wordt ‘groene energie’ opgewekt door de verbranding van biomassa.
Leg uit dat biomassacentrales dezelfde schadelijke stoffen (koolstofdioxide, fijnstof en stikstof) uitstoten als kolencentrales.

Steenkool is ontstaan uit resten van dode organismen, zoals planten, die miljoenen jaren geleden op de zeebodem zijn terechtgekomen.
Biomassa bestaat ook uit dood plantaardig materiaal.

151. Hout wordt door de Europese Unie gezien als een klimaatneutrale energiebron, omdat de koolstofdioxide die vrijkomt bij het verbranden van hout door het aanplanten van nieuwe bomen kan worden opgenomen. Geef een argument waarom dit niet voor de korte termijn geldt.


Het duurt tientallen jaren voordat een boom weer net zo groot is als wanneer hij wordt verbrand. Het duurt dus ook tientallen jaren voordat al het koolstofdioxide dat bij de verbranding van een boom vrijkomt, weer is opgeslagen in een nieuwe boom.

152. Hout dat in Nederland wordt gebruikt om groene stroom op te wekken, is deels afkomstig uit de Verenigde Staten.
Om aan de vraag naar biomassa te voldoen, wordt onder andere oerbos gekapt.
Nieuw aangeplant bos bestaat vooral uit dennenbomen die worden gebruikt voor de productie van pellets (biobrandstof van samengeperst organisch materiaal).
Ook die pellets worden als biomassa naar onder meer Nederland verscheept.
Het jonge bos neemt veel minder koolstofdioxide op dan het oorspronkelijke oerbos.
Is de biomassa die uit de Verenigde Staten komt duurzaam? Geef drie argumenten.


Nee, want: •
  • hout wordt met vervuilende schepen (die fossiele brandstoffen verbruiken) naar Nederland vervoerd. •
  • bij het vervoer van hout naar Nederland komt veel koolstofdioxide vrij. •
  • het kappen van oerbos gaat ten koste van de biodiversiteit en de dieren die in de oerbossen leven. •
  • het jonge bos neemt veel minder koolstofdioxide op dan het oorspronkelijke oerbos.

153.Is het duurzaam om in biomassacentrales hout bij te stoken dat afkomstig is uit restafval van bijvoorbeeld de meubelindustrie?



Ja, want het is afvalhout dat opnieuw kan worden gebruikt voor het opwekken van warmte.
Dan hoeft er geen ander product (bijvoorbeeld fossiele brandstof) te worden gebruikt

154. In het Amazonegebied worden grote delen bos platgebrand voor de aanleg van landbouwgrond voor de productie van sojabonen.

Sojabonen zijn een belangrijke vleesvervanger voor veel vegetariërs in Nederland.

Er wordt vaak beweerd dat het duurzamer is om vegetariër te zijn dan om vlees te eten. Geldt dat ook in deze situatie?

Nee, want:
  • • bij de productie van soja wordt natuur in het Amazonegebied vernietigd. •
  • bij het transport van soja van Zuid-Amerika naar Nederland wordt veel fossiele brandstof verbruikt. •
  • bij het vervoer van soja naar Nederland komt veel koolstofdioxide vrij. •
  • door consumptie van soja in Nederland verdwijnen er stoffen uit de kringlopen in het Amazonegebied (die stoffen komen in Europese kringlopen terecht).
  •   

155. Hoe zou je de teelt van sojabonen duurzamer kunnen maken?



  • Door soja te telen op bestaande akkers en het Amazonegebied intact te laten. •
  • Door soja in Nederland te telen, bijvoorbeeld in kassen waarbij het energieverbruik en de uitstoot van koolstofdioxide lager zijn dan bij het vervoer vanuit Zuid-Amerika. •
  • Door soja genetisch te modificeren zodat het ook onder koudere omstandigheden kan groeien.   

156. De bodem van drooggelegd veen daalt. Leg uit hoe dat kan.

Bij drooggelegd veen komt er meer zuurstof in de bodem,
waardoor het veen sneller wordt afgebroken.
Het veen verdwijnt dus, waardoor de bodem lager wordt. (Bovendien wordt door de afbraak van het veen de structuur zwakker, waardoor het verder in elkaar zakt.)

157.  Leg uit waarom het verbouwen van lisdodde als een vorm van duurzame landbouw kan worden gezien.

Duurzaamheid betekent niet meer stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen en niet meer stoffen toevoegen aan het milieu dan het milieu kan verwerken.

Bij het verbouwen van lisdodde wordt veen weer in een natte staat gebracht
waardoor het niet verdwijnt (‘verbrandt’).
Daarnaast is de lisdodde een plant die geen extra stoffen nodig heeft om te kunnen groeien of de omgeving vervuilt en kan het elk jaar weer opnieuw worden verbouwd.

158. Voor het verbouwen van lisdodde hoeft geen kunstmest te worden gebruikt, voor andere gewassen meestal wel. Leg uit dat de teelt van lisdodde minder vervuilend is dan van veel andere gewassen.


Bij de productie van kunstmest komen vervuilende stoffen vrij. Doordat lisdodde geen kunstmest nodig heeft, komen deze vervuilende stoffen niet vrij.

159. Verandert de ecologische voetafdruk van Nederland als drooggelegde veengebieden weer nat worden gemaakt en bijvoorbeeld worden gebruikt om lisdodde te verbouwen? Leg je antwoord uit.

De ecologische voetafdruk zal een beetje kleiner worden.
Doordat het veen niet meer op grote schaal verbrandt, komt er minder koolstofdioxide in de atmosfeer.
Ook neemt de traditionele landbouw iets af, waardoor er minder vervuiling door kunstmest optreedt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo