Ecologie en duurzaamheid - Organismen en hun omgeving - Anders

7 belangrijke vragen over Ecologie en duurzaamheid - Organismen en hun omgeving - Anders

181. Sommige ecologen vermoeden dat regenwormen door de trillingen van de regendruppels denken dat er een mol aankomt. Mollen zijn natuurlijke vijanden van regenwormen. Als de theorie van de ecologen klopt, is het vluchten van de regenwormen dan een gevolg van een verandering in een abiotische factor, in een biotische factor of in beide? Leg je antwoord uit.

Het is een gevolg van een verandering in een abiotische factor, want regendruppels zijn een abiotische factor.

Er is geen echte mol, dus is er ook geen verandering in een biotische

184. In afbeelding 13 zie je een voedselketen in zee.
Van elke schakel is de biomassa aangegeven.

Bij een onderzoek naar de hoeveelheid DDT (een landbouwgif) is gebleken dat in de schakel van het zoöplankton per 1000 kg zoöplankton 40 mg DDT voorkomt.

a Noteer bij elke schakel in kolom 3 van de tabel hoeveel milligram DDT er in totaal in die schakel voorkomt.
Bereken voor elke schakel de concentratie DDT per kilogram biomassa. Noteer dit in kolom 4

Mmmm

185. In de jaren tachtig van de vorige eeuw stierven veel zeevogels. Ook dreigden de zeehonden in de Waddenzee uit te sterven. Doodsoorzaak was een zeer hoog gehalte aan diverse giftige stoffen in het lichaam, zoals pcb’s (stoffen uit plastics en elektronische apparatuur), DDT en kwik.

Leg uit waarom juist zeevogels en zeehonden stierven als gevolg van deze gifstoffen.

Zeevogels en zeehonden staan bovenaan de voedselketens.

Door accumulatie wordt de concentratie gifstoffen (hoeveelheid per kilogram lichaamsgewicht) in een voedselketen steeds hoger
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

186.  De meeste voedselketens (90%) hebben drie tot hoogstens vijf schakels.

Leg uit dat een voedselketen van meer dan vijf schakels weinig voorkomt.


Bij een voedselketen met meer dan vijf schakels zijn minstens vijf verschillende consumenten betrokken.

Een voedselketen begint met een producent (een plant),
de tweede schakel is een herbivoor (planteneter) of een omnivoor (alleseter) en
daarna eindigt de keten vaak met een roofdier (derde schakel).

Er moeten dan nog minimaal drie schakels volgen om tot een voedselketen van meer dan vijf schakels te komen.
De kans daarop is dus klein.

188. Leg uit waarom de Veluwe wel een ecosysteem is, maar geen bioom.

De Veluwe is een ecosysteem, omdat het een gebied is met alle erin levende organismen, waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen.
De Veluwe is geen bioom, omdat het klimaat er niet anders is dan in de rest van Nederland en de omringende landen

189. In natuurgebieden worden tegenwoordig nogal eens giftige chemicaliën gedumpt, zoals drugsafval. Welke invloed kan zo’n dumping hebben op het voedselweb

Via gras en de grove den komt het gif in een moeflon en schaap en uiteindelijk in de wolf terecht.
Door accumulatie wordt de concentratie gif in de hogere schakels van de voedselketen steeds groter, waardoor wolven als gevolg van het gif kunnen sterven

190. De wolf eet behalve moeflons ook schapen, reeën, zwijnen, herten en ander wild. Geef een reden waarom vooral de moeflon wordt gegeten door de wolf, terwijl er voldoende andere prooidieren zijn

. De moeflon kan in Nederland bij gevaar niet de bergen in vluchten, zoals het dier gewend is op Corsica en Sardinië.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo