Samenvatting: Bvj Hoofdstuk 5 Regeling | 9789402009378 | Malmberg

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BVJ Hoofdstuk 5 regeling | 9789402009378 | Malmberg

• 5 Gaswisseling en uitscheiding

• 5.1.1 Ademhalingsstelsel

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar heeft de samentrekking of ontspanning van de bronchiolen invloed op?

  Hoeveelheid lucht die per ademhaling wordt in- en uitgeademd.

• 5.1.1.1 Aanvoer van zuurstof

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Actieve lichaamscellen verbruiken zuurstof. De O2-concentratie in de cellen neemt daardoor af en de CO2-concentratie neemt toe. Daardoor dreigt de homeostase te worden verstoord.Hoe wordt de homeostase gehandhaafd?

  Door de aanvoer van zuurstof en de afvoer van koolstofdioxide

• Hoe wordt de diffusie van vocht naar bloed vooral veroorzaakt?

  Door het verschil in zuurstofspanning tussen het vocht in de longblaasjes en het bloedplasma. De zuurstofspanning (pO2 ofwel partiële zuurstofdruk) geeft aan hoe groot het aandeel zuurstofmoleculen in de vloeistof is. Het verschil in zuurstofspanning wordt gehandhaafd doordat de lucht in de longblaasjes voortdurend wordt ververst en door de aanvoer van zuurstofarm bloed langs de longblaasjes.

• Hoe vindt diffusie van koolstofdioxide plaats?

  Bloed bevat koolstofdioxide. Dit is o.a. Opgelost in het bloedplasma. Door het verschil in koolstofdioxidespanning (pCO2) vindt diffusie plaats van het bloedplasma naar het vocht in de longblaasjes. Van daaruit wordt koolstofdioxide afgegeven aan de lucht in de longblaasjes.

• Is er verschil in stikstofspanning (pN2) tussen de lucht in de longblaasjes en het bloedplasma?

  Er is geen verschil in stikstofspanning. Er gaan stikstofmoleculen vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloedplasma en er gaan evenveel stikstofmoleculen in omgekeerde richting.

• 5.1.1.1.1 Transport van zuurstof

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de evenwichtsreactie van zuurstof en hemoglobine?

  Hb + O2<---->HbO2      (---=pijltjes heen en weer)

• Hoe noem je het als hemoglobine de maximale hoeveelheid zuurstof heeft gebonden en welke kleur heeft het bloed?

  Verzadigd.
  Bloed met verzadigde hemoglobine is lichtrood.
  Bloed waarvan hemoglobine weinig zuurstof heeft gebonden is donkerrood.

• Waardoor blijft de zuurstofconcentratie in het bloedplasma laag?

  De zuurstof diffundeert eerst vanuit de longblaasjes naar het bloedplasma.
  Het grootste deel van de zuurstof wordt in het bloedplasma meteen weggevangen door hemoglobine.
  Daardoor blijft het concentratieverschil tussen zuurstof in het vocht van de longblaasjes enerzijds en de zuurstof in het bloedplasma anderzijds groot. De diffusie blijft daardoor doorgaan.

• Hoe gaat de afgifte van zuurstof aan lichaamscellen?

  Organen verbruiken zuurstof, vooral als ze hard werken.
  Daardoor gaat de zuurstofconcentratie in de cellen van het orgaan omlaag.
  De zuurstof in de cellen wordt aangevuld door diffusie vanuit de omringende weefselvloeistof.
  De weefselvloeistof krijgt zijn zuurstof weer vanuit het bloed in de haarvaten. 
  Het gevolg is dat de zuurstofconcentratie in de haarvaten daalt.
  In een omgeving met een lage zuurstofconcentratie kan hemoglobine de zuurstof niet meer vasthouden.
  De zuurstofmoleculen raken gemakkelijk los.

• 5.1.1.1.1.1 Verzadiginskromme

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.1.1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarvan is het afhankelijk hoeveel zuurstofmoleculen er vrijkomen?

  Het is afhankelijk van de pO2 in een weefsel.