Samenvatting: Bw
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BW
-
bw
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Waar bestaat de piramide van Kibler uit?
- sportspecifieke vaardigheden
- sportspecifieke fitheid
algehele fitheid -
Wat is en doet de T-tibuli in een spier?
verbindingen waardoor zenuwsignalen snel kunnen worden verzonden tussen myofibrillen en naar afzonderlijke myofibrillen -
Wat is het sarco-plasmatisch reticulum?
Netwerk van buisjes en is deel van spiervezel. Het dient als opslagplaats voor calcium. Calcium is essentieel voor spiercontractie. -
Wat ligt er in een sarcomeer tussen de Z-lijnen?
-I-band
-A-band
-H-zone(midden van de A-band)
-M-lijn in midden van H-zone
-Rest van A-band
-2de I-band -
Leg de sliding filament theory uit?
myosine bind zich vast aan actine --> koppen van myosine buigen om ook wel, power stroke genoemd --> het trekken van dunne langs het dikke filament veroorzaak verkorting van
de sarcomeer en het leveren van kracht --> onmiddellijk nadat de myosinekop is omklapt komt hij los van de bindingsplaats, draait terug naar zijn beginpositie en bevestigt zichzelf op een nieuwe actieve bindingsplaats --> herhaalde powerstrokes en binding zorgen ervoor dat de filamenten langs elkaar kunnen glijden. -
Welke 2 spiervezeltypes zijn er en wat zijn de eigenschappen van deze spiervezels?
Spiergroep I (Duursport), ST-vezels (Slow-twitchvezels)
- Langzame vezels.
- Kracht (F) laag
- Duurzaam
- Algemene dagelijkse activiteiten (ADL)
- Aerobe capaciteit: hoog
- Anaerobe capaciteit: laag
Spiergroep II (a en x)(Kracht), FT-vezels (Fast-twitchvezels)
- Snelle vezels
- Kracht (F) hoog
- Eerder vermoeid
- Snellere ATP-ase
- Beter ontwikkeld SR, waardoor Calcium sneller wordt afgegeven.
- MU zijn op meer spiercellen aangesloten, hierdoor sneller maximale spanning en meer kracht. -
Wat zijn de verschillen qua eigenschappen van de spiervezeltypes (slow-twitch en fast-twitch)?
• ATP-ase; ATP wordt sneller gesplitst binnen type II vezels(Adenosine Tri-fosfaat)
• Sarcoplasmatisch reticulum; Type II vezels hebben een beter ontwikkeld SR, waardoor sneller Ca+ aan de spiercel afgegeven wordt.
• Motor-units; MU van type II cellen innerveren meer spiercellen dan type I MU. Hierdoor bereiken type II MU sneller maximale spanning en meer kracht -
Wat houdt de rekrutering van spiervezels in?
-Motor Unit (MU) innerveert spiervezels
-Activeren van meer spiervezels resulteert in meer Kracht
-Type II MU bevatten meer spiervezels dan Type I MU.
-Als intensiteit toeneemt dan verloopt de rekrutering van spiervezels als volgt:
Type I à Type IIa à Type IIx
Principe van de volgorde van rekrutering -
Welke 2 soorten contracties zijn er in een spier?
1. Isometrische contractie: Hierbij vind geen beweging plaats, de spier levert kracht maar de lengte blijft gelijk.
2. Dynamische contracties: de spier beweegt hier wel, hij kan verkorten (Concentrisch) of langer worden (Excentrisch) -
Welke 3 bronnen van energie zijn er en hoe worden ze omgezet van voeding naar energie?
Van voeding naar Energie:
• Koolhydraten àglucose
• Vet àTriglyceride
• Eiwit àaminozuren
Omgezet naar
‘bruikbare’ energie = ATP Adenosine–tri-fosfaat
Snelheid van Energielevering:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden