Samenvatting: C&l
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van C&L
-
College stolling fibrinolyse
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/12/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie factoren komen er uit een plaatje die belangrijk zijn voor stolling en wat doen ze? Hint: begint met S, Ph/F en Tx
Serotonine: vasoconstrictie
Tromboxaan A2 (en ADP): vasoconstrictie en plaatjesaggregatie
Fosfolipiden: bevorderen coagulatiecascade (bindingsplek stollingsfactoren na carboxylering en calciumbinding) -
Hoe heet het glycoproteïne dat plaatjes gebruiken voor adhesie aan andere plaatjes?
GpIIb/IIIa. Denk aan: II-stollingsfactoren haken samen.
Dus GpIb is voor hechting van plaatjes aan vWF. -
Welk prostaglandine remt plaatjesaggregatie?
PgI2. Denk I van inhibitie. -
Plaatjes hechten aan elkaar via GpIIb. Ze hechten aan vWF via GpIb. Hoe hechten ze aan fibrinogeen?
Via alphaII-betaIII integrine -
Hoe leidt morbus Glanzmann tot trombocytopenie?
Glycoproteïnes ontbreken op plaatjes, waardoor geen plaatjesplug vormt. De plaatjes hechten niet meer, waardoor ze glad zijn. -
Wat is het probleem bij storage pool disease?
Autosomaal recessief erfelijke deficiëntie van de dense granulae met ADP en serotonine -
Welk domein van stollingsfactoren hecht aan trombocyten?
Gla-domein (gamma carboxy glutamic acid rich domain) -
Noem twee fosfolipiden van plaatjes waar stollingsfactoren aan kunnen hechten
Fosfatidylserine, fosfatidylinositol -
Hoe remt trombomoduline de stolling?
Het activeert proteïne C -
Welk dopje is blauw, welke paars, welke groen?
EDTA = paars, want meneer Fischer droeg wel eens paars en hij is een chemicus
Citraat = blauw, want blauw past mooi bij oranje
Heparine = groen, want dat blijft over
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden