Animal form and function - Basic principles of Animal form and function

13 belangrijke vragen over Animal form and function - Basic principles of Animal form and function

Kubisch epitheel (cuboidal epithelium)

zijn gespecialiseerde kubusvormige cellen die stoffen afgeven (secretie).<-- vind je bij klieren (glands) (speekselklier, schildklier, zweetklier, talgklier)

Plaveisel epitheel (simple squamous  epithelium)

het is ééncellaag dik, dus dun en erg lekkend. Deze cellen vind je waar de uitwisseling van stoffen belangrijk is (diffusie van O2, CO2, voedingsstoffen) --> dus bij bloedvaten en de longblaasjes.

Meer rijig cilindrisch epitheel (pseudostratified  columnar epithelium)

één laag van lange cellen die van hoogte én locatie­­­­­ van hun celkernen variëren. Hierop ligt een slijmmembraan met trilhaarcellen die slijm met gefilterde stoffen afvoeren <-- deze vind je in de luchtwegen, eileiders (bij gewervelde dieren).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Gelaagd plaveisel epitheel (stratified squamous epithelium)

het is meerlaags en vermenigvuldigd zichzelf snel. Het beschermt tegen ziekteverwekkers en uitdroging (vasthouden van vocht). De nieuwe cellen die duwen de oude cellen naar boven (vervanging) <-- vind je bij de huid en de bekleding van de mond, anus en vagina.

Bindweefsel (connective tissue)

een dierlijk weefsel dat vooral dient om weefsels te binden en te ondersteunen; heeft een schaarse populatie cellen die verspreid door een extracellulaire matrix (stof waar die cellen losliggen) ligt. Deze cellen liggen los van elkaar. Je hebt drie soorten: collageen (bied sterkte en flexibiliteit), netvormig (verbind bindweefsel met aangrenzend weefsel) en elastische bindweefsel (bied elasticiteit).

Losmazig bindweefsel (loose connective tissue)

Het zijn losse wevingen van vezels met de 3 soorten. Het bind epitheel met onderliggende weefsels en het houd organen op hun plek. <-- vind je in de huid, rondom de organen en in het hele lichaam.

Straf bindweefsel (fibrous connective tissue)

het zit vol met collageen vezels. <-- zijn pezen die de spieren aan het bot hechten en bij ligamenten(banden) die botten aan het gewricht verbinden.

Vetweefsel (adipose tissue)

in deze cellen wordt vet opgeslagen en eventueel afgegeven als brandstof. Het bekleed en isoleert het lichaam.

Spierweefsel (muscle tissue)

Weefsel dat bestaat uit lange spiercellen die samen kunnen trekken, hetzij uit eigen beweging, hetzij na prikkeling door zenuwimpulsen.

Dwarsgestreept spierweefsel (skeletal muscle)

weefsel die zorgt voor vrijwillige spierbewegingen van het lichaam. Weefsel met samengevloeide cellen.

Gladspierweefsel (smooth muscle):

weefsel die zorgt voor de onvrijwillige spierbewegingen van het lichaam. ß vind je bij het verteringstelsel, blaas, bloedvaten, iris. Onafhankelijke cellen.

Hartspierweefsel (cardiac muscle)

is een holle spier die niet vermoeid raakt. Hartslagfrequentie en de mate van een samentrekking worden door het autonome zenuwstelsel aan de behoefte v.h. lichaam aangepast. (hartspier schijfjes à stuurt de samentrekking van een boezem/kamer met signalen en zenuwen)

Gliacellen (glial cells)

cellen v.h. zenuwstelsel die de functies van neuronen ondersteunen, regelen en aanpassen. Zorgen dat de zenuwcellen zijn geïsoleerd. Zorgt ervoor dat het actiepotentiaal in de juiste richting gaat, en niet naar een andere zenuw.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo