Vervolgingsbeslissing - Niet-vervolgen
7 belangrijke vragen over Vervolgingsbeslissing - Niet-vervolgen
Wat is met betrekking tot de vervolgingsbeslissing een kenmerk van het Nederlands strafproces?
Er is maar 1 orgaan die mag beslissen tot vervolging; de officier van Justitie.
De vervolgingsbeslissing omkleedt meer dan de vraag of je wel of niet vervolgd wordt. Waar bestaat deze beslissing uit:
- of er wel of niet vervolgd wordt
- wie er vervolgd wordt
- hoe er wordt vervolgd (afdoeningsmodaliteit)
- wat de grondslag is van de vervolging
- welk forum er gekozen wordt; welke rechter.
Door welke ontwikkelingen komen er wat spanningen met betrekking tot het vervolgingsmonopolie?
- Punitief bestuursrecht; bestuursorganen die bestuurlijke boete opleggen lijkt veel op strafrecht.
- Toenemende rol van het slachtoffer ; samenleving kan 'eisen' dat er vervolgd wordt. Heeft OvJ dan een keuze?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Vervolgingsmonopolie hangt samen met het opportuniteitsbeginsel. Welke 2 varianten van dit beginsel kennen we en wat houden deze in?
- Negatief opportuniteitsbeginsel; OM moet in beginsel vervolgen.
- Positief opportuniteitsbeginsel; OM moet in beginsel niet vervolgen.
Duitsland heeft een andere inkleding van het vervolgingsmonopolie, en geen opportuniteitsbeginsel. Wat hebben ze wel?
Hebben we in NL een negatief of positief opportuniteitsbeginsel?
Als OM van gedachte verandert en besluit verder op in het proces niet te vervolgen. Wat moeten ze dan doen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden