Samenvatting: Cardiovasculair Risico Management: Pathologie 4.1

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cardiovasculair risico management: Pathologie 4.1

  • Pathologie HC1: Metabool syndroom

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee ziektes zijn het sterkst geassocieerd met metabool syndroom en wat is de RR?

    Diabetes type 2, RR 3-6 (5x zo veel kans)
    Cardiovasculaire aandoeningen, RR2 (2x zo veel kans)
  • Bij welke groepen komt metabool syndroom meer voor?ouderen - jongerenvrouwen - mannenlaag opgeleiden - hoog opgeleiden

    Ouderen, mannen en laag opgeleiden
  • Welke 7 ziektes zijn geassocieerd met metabool syndroom?

    - als 1e: DM2
    - als 2e: CVD
    - NAFLD, NASH en levercirrose
    - Slaapapneu syndroom
    - Cholesterol galstenen
    - Prostaat-, borst- en pancreaskanker
    - Polycystic ovarian disease
  • Hoe verloopt de ontsteking van vetcellen door overgewicht/obesitas?

    1. Hypertrofie (groter worden van de cellen) en hyperplasie (meer worden van de cellen) van de adipocyten (vetcellen)
    2. Hypoxie van de vetcellen: de cellen krijgen gebrek aan zuurstof omdat de vetcellen sneller groeien dan dat er bloedvaten kunnen worden aangemaakt.
    3. Er ontstaat schade aan de cellen en deze gaan ontsteken door tekort aan zuurstof.
    4. De ontsteking trekt macrofagen aan die allemaal stofjes uitscheiden.
    5. Necrose = celdood van de adipocyten
  • Welke 2 stofjes worden door vrije vetzuren verhoogd?

    Fibrinogeen en PAI-1 (antifibrinolytic factor)
  • Wat zijn de 4 gevolgen van de adipokine TNFa, dat vrijkomt bij de ontstekingsreactie van vetcellen?

    Dit is een ontstekingsmediator die zorgt voor:
    - Insulineresistentie
    - Verhoging FFA uitscheiding van adipocyten
    - Verhoogt TG in bloed
    - Negatief effect op HDL in bloed
  • Waarvoor wordt de adipokine CRP gebruikt?

    CRP (c-reactive protein) is een ontstekingsmediator. Het is een klinische maat om ontstekingen vast te stellen. Bij longontsteking bvb meer in het bloed dan bij vet. Het is een voorspeller voor HVZ
  • Wat zijn de 4 gevolgen van de adipokine IL-6, dat vrijkomt bij een ontstekingsreactie?

    IL-6 (interleukine-6) is een ontstekingsmediator. Heeft effect op:
    - Honger/verzadigingsgevoel
    - Insulineresistentie
    - Onderdrukt LPL
    - Verlaagd HDL in bloed
  • Wat doet het enzym LPL?

    Lipoproteinlipase zorgt ervoor dat de TG in de lipoproteinen worden afgebroken tot glycerol en vetzuren, zodat ze de cel in kunnen
  • Wat doet de adipokine PAI-1, die vrijkomt bij een onstekingsreactie?

    PAI-1 is antifibinolytic factor. Dit remt het oplossen van een stolsol

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart