Samenvatting: Cardlgie En Vsculre Gnsknde

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cardlgie en vsculre gnsknde

• 4 Fysiologie

• 4.1.2 Franks-Starling curve

• Franks starling curve

  = de wijziging in pompwerking (CO)
  De hart spier heeft de mogelijkheid om zich aan te passen aan de verschillende behoeften en omstandigheden. Deze wijziging in pompwerking

• SlagvolumeFactorenWet van StarlingSpiercel niveau 

  Factoren die slagvolume bepalen
  

  1. Preload = vullingsdruk van de hartkamers
  2. Afterload = druk die het hart moet overwinnen om te kunnen pompen
  3. Contractiliteit = de maat voor de pompfunctie van het hart

  
  Wet van Starling: wanneer de aanvoer toeneemt (preload) het hart krachtiger samentrekt
  
  Spiercel niveau
  

  • Meer druk
  • Spiercel rekt meer uit: actine en myosine filamenten worden verder uit elkaar getrokken
  • Hierdoor stroomt er meer calcium
  • De hartspier in
  • Meer calcium = krachterigere contractie

         

• 5 Diagnostiek

• 5.3 ECG

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Sinusritme= ?In rustBij inspanningWie regelt hetDiagnostiek

  = hartritme = hartslagfrequentie
  

  • In rust: 60 per min
  • Slaap: 50 per min
  • Bij inspanning: 120-180 per min

  
  Regelingsmechanismen
  

  • Autonome zenuwstelsel (automatisch)

  
  Diagnostiek
  

  • ECG

• 7 Hartfalen

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• Hartfalen / decompensatio cordis• = ?•  SoortenLinkszijdig hartfalenRechtszijdig hartfalen•  SymptomenForward failureBackward failure

  
  
  
  
  
  
  
  
  
  = Chronische aandoening waarbij het hart het bloed niet goed meer kan rondpompen
  
  Soorten
  Rechtszijdig hartfalen is meestal gevolg van linkszijdig hartfalen. Vaak treft het beide zijden en wordt dan biventriculair hartfalen genoemd
  
  Symptomen
  Backward failure = vocht treedt uit
  

  • Links: bloed blijft in longcirculatie staan > longoedeem > kortademigheid
  • Rechts: bloed blijft in organen > enkel oedeem, leverstuwing, ascites, opgezette halsvenen

  
  Forward failure = onvoldoende perfusie organen
  

  • Links: aorta wordt niet voldoende gevuld > lage bloeddruk > slechte perfusie organen > nierfalen, huid cyanotisch en koud, hersenen verward en moe
  • Rechts: nvt

• Ejectiefractie (EF)= ?NormaalSystolisch hartfalen

  Ejectiefractie (EF) = hoeveel procent van het bloed wordt weggepompt per hartslag
  
  Normaal:   60-70%
  

  • Tijdens hartslag blijft er altijd deel van het bloed achter in de hartkamer. EF is dus nooit 100%

  
  Systolisch hartfalen   <40%

  • HF-rEF = Hart Falen reduced EjectieFractie
  • Verminderd EF is teken van systolisch hartfalen

• Hartfalen /decompensatio cordisDiagnostiek

  
  Anamnese: vermoeidheid, kortademig, vochtophoping
  
  Lichamelijk onderzoek: Bleke huid, perifere cyanose, gestuwde halsvenen, enkeloedeem, dikke buik
  
  Aanvullend onderzoek:

  • ECG (eventueel oorzaak achterhalen, ver stadium hartfalen pas zichtbaar op ECG)

  • Bloedonderzoek: (NT-pro)BNP
  • X-thorax (longoedeem, zichtbaar als wittige wolkjes)

  
  
  EZ: ECG voorbeeld: Myocardinfarct als oorzaak zie evt ST-elevatie. Maar oorzaak anemie is niet zichtbaar op ECG

• (NT-pro)BNPFunctieAbnormale waardeWanneer meten

  = Brain Natriuretic Propeptide = hormooneiwit dat hartwand afgeeft bij toegenomen spanning
  
  Functie
  

  • Signaal naar nieren om vocht uit te scheiden
  • Druk omlaag brengen

  
  Waardes bij hartfalen: verhoogd (NT-pro)BNP
  

  • Als de hartkamers lange tijd onder verhoogde druk staan.

  
  Wanneer meten
  

  • Uitsluiten van hartfalen bij enkeloedeem
  • Oorzaak enkeloedeem vaak veneuze insufficiëntie

• Hartfalen /decompensatio cordisBehandeling

  Doel: Verminderen van de klachten (medicatie) en wegnemen van de oorzaak (pacemaker, ICD, operatie)
  
  Medicatie
  1a. ACE-remmer
  

  • = bloeddrukverlager
  • Bij teveel bijwerkingen ACE-remmer kiezen voor angiotensine-II-receptoranatgonisten

  
  1b. Diurecticum
  

  • = plaspillen
  • Nierstimulatie > meer vochtafscheiden > minder kortademigheid

  
  1c. Bètablokker
  

  • = bloeddrukverlager en hartfrequentie verlager

  
  Hart ondersteuning

• 8 Klepafwijkingen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
  Laat hier meer flashcards zien

• Klepafwijkingen• EpidemiologieLinks of rechts vaker?Top 3 meest voorkomende

  Hartklepafwijkingen
  
  Komen vaker voor in
  

  • Linker hart helft

  
  Meest voorkomende in praktijk
  

  1. Mitralisklepinsufficiëntie
  2. Aortaklepinsufficiëntie
  3. Aortaklepstenose

  
  EZ: Linker > moet veel harder werken want pompt door lichaam heen

• 8.1 Diagnostiek

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8.1
  Laat hier meer flashcards zien

• AusculterenTermenIntercostaalruimteParasternaalWaar zijn de kleppen hoorbaar?AortaklepPulmonalisklepTricuspidalisklepMitralisklep

  
  
  
  
  
  
  
  
  Termen
  Intercostaalruimte (ICR)
  

  • Vertricaal: hoe hoog/laag

  Para-sternale/ midclaviculaire lijn
  

  • Horizontaal: hoeveel links/rechts

  
  Kleppen
  Aortaklep:
  

  • 2e ICR, rechts para-sternaal

  
  Pulmonalisklep:
  

  • 2e ICR, links para-sternaal

  
  Tricuspidalisklep:
  

  • 5e ICR, links para-sternaal

  
  Mitralisklep:
  

  • 5e ICR, links midclaviculair

  
  EZ: Intercostaal = tussen rib