Waarom casemanagement - Inleiding

16 belangrijke vragen over Waarom casemanagement - Inleiding

Hoe komen we tot een integrale vorm van hulpverlening?

Door inhoudelijk met elkaar samen te werken en verschillende hulpverleners die ieder vanuit hun eigen deskundigheid en opvattingen en mogelijkheden, door casemanager begeleidt worden.

Wat is integrale hulpverlening?

Dit is een samenwerking tussen verschillende disciplines met elk hun eigen
  • deskundigheid,
  • opvattingen en
  • mogelijkheden,
  • begeleid door een casemanager.

Op welk verschijnsel is casemanagement een antwoord?

het verschijnsel dat in onze huidige samenleving steeds meer mensen met complexe en/of langdurige problematiek als pionnen tussen instellingen heen en weer geschoven worden
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Belangrijk is dat de beroepshouding verandert moet worden: hulpverleners moeten afzien van de houding dat het gaat om ‘mijn’ cliënt, ze moeten spreken over ‘onze’ cliënt. Andere verschuivingen zijn?(3)

Een drietal verschuivingen zijn geconstateerd in de maatschappij:

- Zekerheidsmaatschappij naar een risicomaatschappij.
- Verzorgingsmaatschappij naar een marktmaatschappij.
- Weet-maatschappij naar een leer- en informatiemaatschappij.

Hoe komt het dat de vorm van hulpverlening veranderd is?

Door:
  • emancipatieprocessen; de client is mondiger geworden
  • de overtuiging dat samenwerking van disciplines noodzakelijk is.

Casemanagement is meer dan alleen het organiseren & coördineren van de benodigde hulp- & dienstverlening.
Het is een raamwerk waarbinnen vernieuwende hulp- & dienstverlening met & voor mensen met meervoudige
& continuïteitsproblematiek kan worden opgezet, uitgevoerd & getoetst.
Goudriaan zegt hierover:

“het gaat daarbij niet alleen om de coördinatie & afstemming van de hulp bij
gelijktijdige hulpverlening door verschillende disciplines en/of voorzieningen, maar ook om de continuïteit van
de hulp als die in verschillende periodes plaats vindt.”

  Intagliata e.a. (1986) doen de aanbeveling dat professionals:


o Meer kennis kunnen overdagen aan familieleden t.a.v. het casemanagement van hun familielid
o Dat ze meer werken aan integratie van de bijdragen van deze natuurlijke helpers binnen het formele
casemanagement-systeem
o Dat zij familieleden helpen bij hun behoeften hun bijdragen in de zorg te vergroten. Ook aan deze
mogelijkheden die mensen zelf hebben, ook al zijn deze beperkt, dient veel meer aandacht te worden
besteed.

Welke beroepshouding moet er naar aanleiding van veranderde vorm van hulpverlening aangeleerd worden?

In de hulpverlening gaat het niet meer om 'mijn client', maar 'onze client'

  Casemanagement is niet noodzakelijk in alle situaties van hulp- & dienstverlening, het is een arbeidsintensief
instrument & dient te worden gereserveerd voor de situaties waarin sprake is van aansluitings- &
continuïteitsproblematiek op cliëntniveau.


Wanneer spreken we van casemanagement (Van Lieshout 1991):


o Een uitgewerkte, bredere & adequate diagnostiek (assessment)
o De vaststelling van een samenhangend & volledig hulpverleningsplan (planning)
o De systematische (tussentijdse) evaluatie van hulp- & dienstverlening (monitoring)
o Teamorganisatie die het totaal van de individuele inbreng overstijgt (linking)

  Aanbodgerichte hulpverlening: de functionele benadering & de programmatische hulpverlening:


Functionele benadering: berust op te onderscheiden functies. Wordt financieel vertaald in vooraf vast te stellen
budgetten per functie & per hulpvariant (= combinatie van functies).
De term ‘functiegericht’ is in de praktijk vervangen door termen die meer te maken hebben met
‘(zorg)programma’s’  ‘programmatische hulpverlening’ (bijv. jeugdhulpverlening, GGZ, reclassering). De
overstap naar het denken in programma’s op het terrein van de GGZ kreeg in de 2de helft van de jaren ’90
definitief vorm & leidde tot het besluit de zorgprogrammering in de GGZ landelijk te sturen.
  • Programmatische hulpverlening in de jeugdhulpverlening:
  • Programmatische hulpverlening in de GGZ: 

Programmatische hulpverlening in de jeugdhulpverlening:

blz6

  Helaas laat de implementatie net als de richtlijnen, te wensen over. Belangrijkste argumenten om
ontwikkeling van zorgprogramma’s verder te stimuleren:



1. Door verdere doorontwikkeling + implementatie zal kwaliteit & samenhang in de zorg verbeteren.
2. Door verbreding kunnen we de ketenzorg versterken & meer verbinding leggen met de samenleving.
3. Bieden voor de toekomst mogelijkheden voor diseasemanagement (programmatische & systematische
aanpak van ziekten + gezondheidsproblemen d.m.v. managementinstrumenten).

Droes (1993) maakt onderscheid tussen rehabilitatie & casemanagement zoals omschreven door het Center for
Psychiatric Rehabilitation van de Boston University.



o Rehabilitatie = mensen met psychiatrische beperkingen helpen beter te functioneren zodat ze naar
tevredenheid in de samenleving kunnen functioneren met zo min mogelijk professionele hulp.
o Casemanagement = het terzijde staan van cliënten in het onderhandelingsgewijs
verkrijgen van dienstverlening die zij zowel wensen als nodig hebben.
Hulpverlening van psychiatrische patiënten richt zich altijd op 3 aspecten:
1. Probleemgerichte benadering (klacht/probleem staat centraal)
2. Ontwikkelingsgerichte benadering (wens/behoefte van cliënt is uitgangspunt)
3. Milieubenadering (vormgeving van omgeving, relationele omgeving waarin het probleemgerichte/op
ontwikkeling gerichte bezig-zijn zich afspeelt)

Verschillende varianten (Willems 1991):

1. Bijkomende vs. aparte variant: bijkomend = 1 van de betrokken hulpverleners neemt casemanagement op
zich. Aparte = er wordt iemand geheel vrijgemaakt voor deze functie.
2. Interne vs. externe variant: casemanager is onderdeel van hulpverleningssysteem of staat daar geheel
onafhankelijk van
3. Beperkte of uitgebreide variant: casemanager beperkt zich tot gedeelte van het ‘continuüm’ of neemt
gehele traject voor zijn rekening.

  Moxley (1989) maakt onderscheid in directe/indirecte functies van de casemanager. Directe functies worden
vervult in het contact met de cliënt:



o Crisisinterventie (direct optreden casemanager)
o Leren/instrueren (vaardigheden bijbrengen)

o Gids & medewerker zijn (cliënt laten ontdekken & vaststellen welke voorzieningen hij nodig heeft & wijst
hem hoe hij die diensten kan verkrijgen)
o Inzetten van eigen specifieke kennis & vaardigheden om cliënten op weg te helpen naar door hen zelf
gekozen doelen (casemanager fungeert als hulpbron voor cliënt)
o Verschaffen van informatie
o Ondersteuner (cliënt aanmoedigen eigen zaken te regelen)

  Indirecte functies vervult casemanager t.o.v. de wijze waarop instellingen & instanties functioneren in relatie
met zijn cliënt:



o Werken aan veranderingen in de wijze waarop instellingen hun hulp- & dienstverlening in de praktijk
brengen  ontwikkeling nieuwe, meer geëigende vormen van hulp.
o Werken aan veranderingen in de omgeving van de cliënt (uitgaande van wat cliënt nodig heeft)
o Meehelpen aan uitbreiding van voorzieningen
o Aansturen op het ontwikkelen van nieuwe hulpbronnen- & programma’s waarmee cliënten in de toekomst
geholpen kunnen worden

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo