Startpagina / Samenvattingen / Casussen voor Blok 2.2 Cardiovasculaire aandoeningen / plaque-arteriele-ap

Atherosclerose en vaatlijden

Q: Behandeling arteriële trombose:

- stoppen met roken - secundaire preventie: ascal, simvastatine (reductie kans op myocard- of herseninfarct) - looptraining - operatieve behandeling (subintimale angioplastiek => bypass van vene onder de tunica intima).

25 belangrijke vragen over Atherosclerose en vaatlijden

Wat wordt er verstaan onder arterieel vaatlijden?

Een vernauwing of afsluiting van de grote of middelgrote slagaderen. Dit is een uiting van een systeemziekte. In 50% van de gevallen zijn er geen symptomen.

Noem de vier niveaus van preventie van perifeer vaatlijden

primordiaal = samenleving veranderen
primair = individu behandelen voordat er complicaties zijn
secundair = individu behandelen om recidief te voorkomen
tertiair = late gevolgen van ziekte voorkomen

Wat is een arteriële embolie? welke symptomen gaan hierbij gepaard?

Een 'propje' dat uit een ander deel van het lichaam afkomstig is (afkomstig van thrombus, vet etc) maar uit het hart wordt gepompt. Dit gaat gepaard met acute symptomen:
- Pallor (bleekheid)
- Pain (pijn)
- Pulseless (geen pulsaties)
- Paralysis (motorische uitval)
- Paraesthesia (sensibiliteitsstoornis)

Wat is een arteriële thrombose?

een afsluiting van de arterie ter plaatse van de thrombose. Risicofactoren van AT worden de trias van Virchow genoemd:
- (trage) flow
- (verhoogde) viscositeit
- pro-coagulatieve status

ook: endotheelschade

Hoe ontstaat een arteriële thrombose?

Het ontstaat het meeste bij een pre-existente atherosclerose. Wanneer er een kleine beschadiging van het endotheel is gaan monocyten hierin zitten. Deze monocyten nemen vetten en cholesterol op (schuimcellen) en sterven af. Het vet en cholesterol hoopt zich op in de vaatwand en dat is het begin van de plaque.

Een scheur/erosie van de fibreuze kap leidt tot activatie van het stollingssysteem waardoor een trombose in het vaatlumen ontstaat. Daarnaast kan ook een ruptuur van microvaten in de plaque ervoor zorgen dat er een bloeding in de plaque ontstaat => expansie => stenosering.

Wat zijn risicofactoren voor het sneller scheuren van de plaque?

- dunne fibreuze kap
- inflammatoire activiteit
- grote lipide pool in de plaque
- weinig gladde spiercellen in de plaque

Welke medicatie geven we bij atherosclerose?

statines => ter stabilisatie van de plaque (leiden niet tot regressie)

Wat is een complicatie bij chronische arteriële thrombose?

Claudicatio Intermittens = pijn in de benen bij het lopen. Bijj 5 % van de gevallen gaat dit over in kritieke ischemie.

Hoe kan de ernst van de Claudicatio Intermittens bepaald worden?

Volgens de Fontaine classificatie:
Stadium I = geen klachten
Stadium IIa = Claudicatie, actieradius > 100m
Stadium IIb = Claudicatie, actieradius < 100m
Stadium III= Rust of nachtpijn
Stadium IV = Ischemische ulcera/gangreen
* >2 weken pijnstillers nodig
* enkeldruk <50 mmHg of teendruk <30 mmHg

Behandeling arteriële trombose:

- stoppen met roken
- secundaire preventie: ascal, simvastatine (reductie kans op myocard- of herseninfarct)
- looptraining
- operatieve behandeling (subintimale angioplastiek => bypass van vene onder de tunica intima).

Noem een ernstige complicatie na revascularisatie

Het loge- of reperfusiesyndroom. Hierbij ontstaan klachten van pijn en spierzwakte. De gevolgen zijn rhabdomyolyse (spiervezels gaan tegelijk kapot). De nieren kunnen deze grote hoeveelheiden myoglobine niet verwerken waardoor nierschade ontstaat. Myoglobine in de urine uit zich in zwarte urine: myogloburie.

Wat is de behandeling bij kritieke ischemie?

- 25% conservatief
- 50% endovasculair als er geen goede vene beschikbaar is of als het gaat om een oudere patiënt met veel comorbiditeit.
- 25% bypass als er wel een goede vene beschikbaar is en als het gaat om een patiënt met weinig comorbiditeit.

Wanneer de ischemie zeer ernstig is kan een amputatie overwogen worden. Maar:
sterftekans OBA = 4-10% (binnen 2 jaar 30%).
sterftekans BBA = 20% (binnen 2 jaar verliest 15% het andere been ook)

Aanvullende medicatie bij behandeling atherosclerose

- aspirine
- cholesterolverlaging
- bloeddruk verlaging
evt. DM bestrijding

Wat zijn Varices en noem de risicofactoren:

Varices zijn spataderen, die ontstaan als gevolg van insufficiënte kleppen in de venen. Risicofactoren voor het krijgen van spataderen zijn:
- zwangerschap
- obesitas
- leeftijd
- DVT
- staand beroep

Ulcus crurius: wat is het en hoe ontstaat het?

Een wond die ontstaat door klepgebrek: wanneer de kleppen kapot zijn ontstaat een hoge druk in de venen. deze drukgolven worden voort geleid naar de capillairen maar deze zijn niet bestand tegen deze druk, waardoor er vocht (pitting oedeem), erytrocyten (ijzerpigmentatie) en fibrine gaat lekken. Door de geprikkelde endotheelcellen ontstaat een milde ontstekingsreactie van de huid => wond.

Hoe maak je onderscheid tussen een ulcus crurius en wonden met arteriële oorzaak?

veneus: - beperkte diepte
               - afgeronde vormen
               - gele necrose
               - pitting oedeem
               - hyperpigmentatie
               - hyperkeratose
               - atrofie blanche

Arterieel: - diepe schade
                 - grillig
                 - zwarte necrose
                 - onderbeen, scheenbeen, hiel, voet en tenen zeer pijnlijk
                 - koele voeten
                 - verlaagde refill
                 - zwakke pulsaties

Noem de drie fasen van coronair vaatlijden

1. stabiele angina pectoris
2. instabiele angina pectoris
3. hartinfarct

Wanneer spreken we van stabiele AP?

als er sprake is van een glad oppervlak (geen trombose) maar er wel een hoge mate van stenosering is, door bijvoorbeeld een stabiele plaque. Een stabiele plaque bestaat uit veel bindweefsel en/of kalk, weinig lipiden en weinig tot geen ontsteking.

Bij welke symptomen spreken we van een typische AP?

1. drukkende beklemmende pijn achter het sternum
2. provocatie van de klachten door inspanning of emotie
3. verdwijnen van de klachten in rust en/of na toediening van SL nitraten binnen 2-15 minuten

Wanneer er slechts 2 van bovenstaande klachten aanwezig zijn spreken we van atypische AP. één of minder klachten = atypische thoracale pijn en duidt op een andere oorzaak dan coronair lijden.

Wanneer spreken we van instabiele AP?

Wanneer een plaque trombose aan het oppervlak heeft (door een plaqueruptuur), de pre-existente stenose variabel is en er een kwetsbare morfologie is. Een instabiele plaque kan binnen korte tijd kritische lumen vernauwing veroorzaken. Bij instabiele AP kan al (reversibele) ischemie optreden:
- stunning: weefsel dat na een periode van ernstige acute maar voorbijgaande ischemie systolische dysfunctie vertoont, maar geleidelijk weer herstelt.
- Hibernation: weefsel dat een blijvend verminderde chronische systolische dysfunctie vertoont door een chronisch aanhoudende verminderde bloedtoevoer.

Wat is een maat voor hartspierfunctie?

troponine

Welk proces wordt in gang gezet na het optreden van een myocardinfarct?

dagen: acute ontstekingsreactie met oedeem, granulocyten en coagulatie necrose
weken: granulatieweefselreactie , met vaatnieuwvorming, jong bindweefsel en macrofagen
maanden/jaren: littekenreactie: gedilateerde vaten en vorming van fibreus littekenweefsel.

Hoe kan meer schade voorkomen worden na myocardinfarct?

- ballon dilatatie (PTCA)
- directionele atherectomy
- STENT
- thrombolyse
- thrombusobstructie

een spoedcatheterisatie wordt gedaan bij:
- cardiogene shock
- hartfalen
- recidief of persisterende angina ondanks behandeling
- ernstige ritmestoornissen

Wat is het effect van reperfusie op het geïnfarceerde gebied?

reperfusie < 6 uur voorkomt het infarct en verkleint het geinfarceerde gebied
reperfusie > 24 uur verminderd de reperfusieschade (microvasculaire schade, dysfunctioneel myocard, grotere weefselschade).

Welke complicaties kunnen ontstaan bij beschadiging van het myocard?

elektrische complicaties: ritmestoornissen (VT, VF) of geleidingsstoornissen (bundeltakblok).
mechanische complicaties: hartruptuur, aneurysma cordis, hartfalen, cardiogene shock, murale trombose of pericarditis.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Casussen voor Blok 2.2 Cardiovasculaire aandoeningen

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Atherosclerose en vaatlijden

25 belangrijke vragen over Atherosclerose en vaatlijden

Wat wordt er verstaan onder arterieel vaatlijden?

Noem de vier niveaus van preventie van perifeer vaatlijden

Wat is een arteriële embolie? welke symptomen gaan hierbij gepaard?

Wat is een arteriële thrombose?

Hoe ontstaat een arteriële thrombose?

Wat zijn risicofactoren voor het sneller scheuren van de plaque?

Welke medicatie geven we bij atherosclerose?

Wat is een complicatie bij chronische arteriële thrombose?

Hoe kan de ernst van de Claudicatio Intermittens bepaald worden?

Behandeling arteriële trombose:

Noem een ernstige complicatie na revascularisatie

Wat is de behandeling bij kritieke ischemie?

Aanvullende medicatie bij behandeling atherosclerose

Wat zijn Varices en noem de risicofactoren:

Ulcus crurius: wat is het en hoe ontstaat het?

Hoe maak je onderscheid tussen een ulcus crurius en wonden met arteriële oorzaak?

Noem de drie fasen van coronair vaatlijden

Wanneer spreken we van stabiele AP?

Bij welke symptomen spreken we van een typische AP?

Wanneer spreken we van instabiele AP?

Wat is een maat voor hartspierfunctie?

Welk proces wordt in gang gezet na het optreden van een myocardinfarct?

Hoe kan meer schade voorkomen worden na myocardinfarct?

Wat is het effect van reperfusie op het geïnfarceerde gebied?

Welke complicaties kunnen ontstaan bij beschadiging van het myocard?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Introductie en gestoorde pompfunctie

Cases for Blok 2.2 Cardiovasculaire aandoeni…

Statistiek in stappen

Medische terminologie pathologie

Verpleegtechnische handelingen niveau 4

VVT / 1 Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuis…

Traject v&v ziekenhuis 1 niveau 4

Verpleegtechnische handelingen / niveau 4 / …

tractus circulatorius

Pijn en farmacologie

Fertiliteit

Het bewegingsstelsel

Reader Oncologie