Samenvatting: Casussen Voor Blok 2.4 Mdl

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 33 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Casussen voor Blok 2.4 MDL

  • 1 week 1

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Gastro-Oestofageale Reflux (GOR) vs refluxziekte

    onbedoelde terugvloed van maaginhoud en/of maagzuur in de oesofagus. Dit is een fysiologisch verschijnsel dat bij elk individu meerdere malen per dag voorkomt, vooral na de maaltijd. meeste refluxepisoden zijn kortdurend, asymptomatisch en beperkt tot het onderste gedeelte van de slokdarm. 

    refluxziekte = wanneer de reflux gepaard gaat met andere klachten zoals huilen, overstrekken na of tijdens voeding, aspiratie, substantieel calorieverlies, honger, malaise of ontsteking.  De slokdarmmucosa zijn aangetast, daarom ook klachten!
  • Welke factoren beïnvloeden GOR?

    - roken
    - voeding
    - alcohol
    - medicatie (acetylsalicylzuur, NSAID)
  • verdedigingsmechanismen die schadelijke invloed van reflux op slokdarm beperken

    - anatomie > hoe van hiss en de lage slokdarmsfincter
    - slokdarmklaring > houdt contact tussen teruggevloeide materiaal en slokdarmmucosa zo kort mogelijk. Zwaartekracht en oesofageale peristaltiek verwijderen het teruggevloeide materiaal uit de slokdarm terwijl speeksel en secreties vanuit de submucosale klieren de pH neutraliseren.
    - mucosale weerstand > zodra het contact tussen zuur en slokdarmmucosa langer duurt zoals bij motiliteitstoornissen en tijdens de slaap. Deze mucosale verdediging bestaat uit pre-epitheliale factoren (in speeksel en slokdarmsecretie) en epitheliale factoren (tight junctions, intercellulair glycoproteine) en post-epitheliale factoren.
  • Wat heeft ingedikte voeding voor effect op regurgitatie en refluxepisoden?

    ingedikte voeding doet de regurgitatie afnemen maar NIET het aantal refluxepisoden.
  • 2 BPT 1

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke structuren vind je in de foveola en wat is hun functie?

    Van boven naar onder: 
    - slijmnapcellen - mucus en tight junctions: bescherming zuur en proteasen
    - muceuze halscellen - koolhydraatrijk secreet voor glijfunctie
    - pariëtale cellen - productie H+ ionen: handhaving pH
    - endocriene cellen - coördinatie spijsverteringsactiviteit (hormoonsecretie basale zijde)
    - hoofdcellen - productie spijsverteringsenzymen (pepsinogeen => pepsine ligase)
    - stamcellen
  • Achalasie: pathogenese en behandeling

    = slokdarmaandoening waarbij er een stoornis is in de voortbeweging van het voedsel (mn distaal) veroorzaakt door degeneratie van de parasympathische zenuwvezels in de oesofagus.
    pathogenese:
    - genetisch, ontsteking, virale infectie, degeneratie van neuronen (afwezigheid NO-synthetase => simultane contractiegolven in oesofagus => toename LES druk en inhibitie LES relaxatie)
    behandeling: verlagen LES druk zodat oesofagus kan legen
    medicatie: calciumantagonisten (nifedipine) en/of nitraten
    niet med: pneumodilatatie
  • opbouw dunne darm

    1. DUODENUM 
    - klieren van Brunner (glandulae duodenalis) => productie alcalisch glycoproteïne secreet ter bescherming mucosa tegen maagzuur (HCO3- => pH omhoog)
    - plicae circularis (hoog en breed)
    - villi (breed en tonvormig)
    - paneth cellen in de bodem van de crypte => productie lysozym
    2. JEJUNUM
    - plicae circulares (hoog en smal)
    - cille (dun en lang)
    - veel slijmbekercellen + paneth!
    3. ILEUM
    - plicae circulares (laag en breed)
    - villi (breed en kort)
    - platen van Peyer (aggregaten van immuuncellen in submucosa)
  • Crohn v. CU

    CROHN = transmuraal, granulomen, mond-kont, losse stukken, vaak stenoses.
    CU = alleen slijmvlies, beperkt zich tot colon, aaneengesloten
  • lactose-intolerantie en H2 productie

    Lactase is nodig om lactose te verteren. Als er te weinig lactase is komt lactose onverteerd in colon, dit wordt vergist door bacteriën met restproduct H2.
  • Na een grote dunne darm resectie kan de resterende darm adapteren. Voor orale voeding gelden minimale lengtes:

    50-60 cm is het absolute minimum, exclusief het duodenum, met bij voorkeur resterend ileum.
LET OP!!! Er zijn slechts 33 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart