Stolling(safwijkingen)

15 belangrijke vragen over Stolling(safwijkingen)

Bij welke stollingsfactoren is calcium nodig?

vorming van factor: 9, 10 , 13, trombine, fibrine, vorming protrombine activator

Wat zijn basale screeningsbepalingen van stolling?

- Protrombinetijd (PT) --> functie van eiwitten in extrinsieke pathway (VII, X, V, II en fibrinogeen). TF, fosfolipiden en calcium worden aan plasma toegevoegd en de tijd die het duurt om fibrinestolsel te vormen wordt bepaald. Normaal 12-14 sec.
- Partiële trombineplastinetijd (aPTT) screent de functie van eiwitten in intrinsieke pathway (XII, XI, IX, X, V en II). Normaal 28-35 sec.
- Fibrinogeen (1,4-4 gr/l)
- D-dimeren (<500 ng/ml) (afbraakproduct stolsel)
- Antitrombine (85-115%)
- Trombinetijd 5 eenheden trombine (20 sec) functie fibrinogeen
- Trombocytenaantal
- Stolfactoren VIII/IX (60-140%)

Wat zijn de belangrijkste functies van trombine?

- Omzetting van fibrinogeen naar cross-linked fibrine. Fibrine bevordert het stollingsproces door factor XI, V en VIII nog meer te activeren.
- Plaatjes activatie
- Pro-inflammatoire effecten
- Antistollingseffecten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn oorzaken voor een verlengd aPTT?

1. Stollingsfactordeficiëntie (incl. orale antistollingstherapie)
2. Aanwezigheid van remmers (bijv. heparine)
3. Aanwezigheid van antistoffen tegen stollingsfactoren (bijv. anti FVIII)
4. Aanwezigheid van lupus anticoagulans

aPTT is verlengd --> bijv. 60 seconden.
1. Uitsluiten van heparinegebruik
2. Inzetten aPTT verdund 1:1
2a. aPTT normaliseert
2b. aPTT blijft verlengd
3a. Factor tekort (congenitaal, OAC, DIS)
3b. Lupus of antilichaam tegen stolfactoren

Wat zijn natuurlijke remmers van de bloedstolling?

Zie afbeelding

Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van een DVT?

- Maligniteit
- Eerder doorgemaakte DVT
- Verminderde mobiliteit
- Trombofilie
- Recent trauma of chirurgie
- Leeftijd van 70 of hoger
- Hart- en of respiratoir falen
- CVA of MI
- Acute rheumatologische ziekte en/of acute infectie
- Obesitas
- Hormoon therapie

Wat doe je wanneer iemand zich met een pijnlijk gezwollen been presenteert?

Klinische beslisregel (wellscriteria)
- Maligniteit
- Collaterale venen
- Kuit verschil van 3 cm
- Chirurgie in afgelopen maand
- Bedrust > 3 dagen
- Immobilisatie van de benen
- Geheel gezwollen been
- Pijnlijke palpatie van de venen
- Pitting oedeem in het been
- Alternatieve diagnose meer waarschijnlijk -2

Indien score van 2 of hoger --> imaging
Indien score lager dan 2 --> d-dimeer

Wat is de differentiaal diagnose van een DVT?

- Spierscheur/spierhematoom
- Tromboflebitis
- Cellulitis/erysipelas
- Artritis
- Geruptureerde bakercyste
- Posttrombotisch syndroom

Hoe behandel je iemand met een DVT?

- Subcutane laag moleculairegewicht heparine injecties (LMWH) voor de initiële behandeling
- Coumarinederivaten voor langetermijnbehandeling (vit-K antagonist)

Wat zijn typische symptomen van een DVT?

- Asymmetrisch oedeem
- Asymmetrische zwelling van de kuit
- Pijn
- Warm been
- Erythrema/rood

Wat zijn typische symptomen van een longembolie?

- Dyspneu
- Pijn op de borst (vastzittend aan de ademhaling)
- Tachycardie
- Hypotensie
- Tekenen van DVT

Wat is het gevolg van een longembolie?

Een longembolie kan leiden tot een verhoogde pulmonaire vasculaire druk. Hierdoor ontstaat er terugvloed van bloed naar de rechterzijde van het hart, wat leidt tot een verhoogde rechter ventrikeldruk. Hierdoor kan er dilatatie ontstaat wat kan leiden tot rechtszijdig hartfalen.

Hierdoor vermindert het slagvolume, de cardiac output en uiteindelijk ook de bloeddruk. Kan ook gevolgen hebben op de linkerzijde van het hart, doordat er minder bloed in de linkerzijde komt, waardoor CO vermindert. Hierdoor wordt de sympathische respons getriggerd, wat leidt tot sinus tachycardie --> vasoconstrictie.

Wat doe je wanneer je iemand verdenkt van een longembolie?

Klinische beslisregel (wellscriteria):
- Klinische tekenen en symptomen van een DVT (3)
- Alternatieve diagnose onwaarschijnlijk  (3)
- Hartslag > 100 per/min (1.5)
- Immobilisatie > 3 dagen, chirurgie in <4 weken (1.5)
- Eerder doorgemaakte DVT/PE (1.5)
- Bloed ophoesten (haemoptoë) (1)
- Maligniteit (of behandeling <6 maanden) (1)

Indien >4 waarschijnlijk longembolie, <4 onwaarschijnlijk

Welke onderzoeken voor je uit bij verdenking van een longembolie?

- X-thorax: vaak geen afwijkingen, maar uitsluiten andere oorzaken (pneumonie, pneumothorax)
- ECG: vaak normaal, MI en pericarditis uitsluiten
- CT-pulmonaire angiogram
- Echocardiogram
- D-dimeren

Welke 3 antistollende eiwitten zijn er?

1. antitrombine
neutraliseren factoren door binding, gemaakt in de lever

2. tfpa
zit voor > 95% vast aan endotheel, neutraliseren factoren door binding

3. proteine C+S
knipt 5a en 5

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo