Samenvatting: Casussen Voor Pathologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 46 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Casussen voor Pathologie

  • 1 Virchow

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de redenen om een obductie uit te voeren?

    1. Informatie aan de nabestaanden over de doodsoorzaak
    2. Kennis voor arts over effect van de behandeling
    3. Vaststellen erfelijke/besmettelijke ziekten
    4. wetenschappelijk onderzoek.
  • Wat gebeurt er tijdens de fase Hyperemie?

    Toegenomen doorbloeding door vasodilatatie. Rubor en Calor. vasodilatie door histamine, bradykinine en stikstofoxide.
  • Wat is de procedure voor obductie?

    Na dood van patiënt, wordt er toestemming aan nabestaanden gevraagd. Zij kunnen al dan niet toestemming geven met/zonder toestemmingen voor obduceren hersenen.

    Uitzonderingen:
    1. wilsverklarng: de patiënt wenst geen obductie te krijgen
    2. niet-natuurlijke dood: de gemeentelijk lijkschouwer wordt gebeld, in dit geval wordt met de officier van justitie overlegd. Het lichaam wordt vrijgegeven of in beslag genomen. In geval van in beslagname geldt dat een forensisch patholoog de obductie uitvoert. Hier is geen toestemming voor vereist van nabestaanden.
    3. Obductie kinderen: Dit is lastiger, omdat aangeboren afwijkingen vaak complexer zijn.
  • Wat gebeurt er tijdens de fase exudatie?

    uittreden van vocht door toegenomen vasculaire permeabiliteit (door histamine en bradykinine. Leidt tot opstapeling van extracellulaire vloeistof: oedeem/tumor. Oedeem en bradykinine kunnen pijn veroorzaken: dolor. Deze pijn beperkt de functie van het lichaamsdeel: functio laesa.
  • Wat gebeurt er  tijdens de fase infiltratie van leukocyten

    1. weefselmacrofagen en dendritische cellen scheiden pro-inflammatoire cytokinen uit: IL-1, TNF-alfa en IL-8.
    2. hierdoor komen adhesiemoleculen komen tot uiting 
    3. primaire adhesie door selectinen, de leukocyten gaan over en endotheel rollen
    4. activatie leukocyten: integrinen op leukocyten krijgen hogere affiniteit en gaan hechtere interactie aan met ontstekinsmediatoren op het endotheel
    5. secundaire adhesie: ICAM-1 en VCAM gaan stabiele adhesie aan.
    6. diapedese
    7. chemotaxie
  • Hoe werkt de reactie van acute inflammatie?

    1. Vasodilatatie
    2. Vergrote permeabiliteit
    3. Emigratie van leukocyten
    4. Transmigratie over endotheel
    5. Proliferatie van fibroblasten voor regeneratie van weefsel
  • Hoe werkt leukocytinfiltratie bij acute inflammatie?

    1. Primaire adhesie (selectinen)
    Door L-selectinen op leukocyt en E-selectinen op endotheel naar voor te brengen.
    Selectinen op membraaneiwitten binden op endotheel. De snelheid vertraagt --> de leukocyten rollen nu over endotheel. 

    2. Activatie van leukocyten
    Als adhesie heeft plaatsgevonden worden integrinen op leukocyten naar voren gebracht. Deze kunnen binden aan liganden, Icam en V cam
    3. Secundaire adhesie
    Als Icam en Vcam aan integrinen op leukocyten hebben gebonden ontstaat er een stabiele binding. 

    4. Diapedese       
    Het cytoskelet wordt gereorganiseerd, zodat de leukocyt zich kan spreiden over het endotheel en erdoorheen kan gaan.
  • Wat is de pathofysiologie van het nefritisch syndroom?

    Er ontstaat inflammatie van de glomeruli. 
    Immuuncomplexen ontstaan doordat een antigen aan een antilichaam bindt. Deze immuuncomplexen slaan neet in de glomeruli.   

    Kenmerken:
    1. Leukocytinfiltratie
    2. Immuuncomplexen als oorzaak
    3. Diffuse proliferatie van glomerulaire cellen.

    Oorzaak
    1. immunologisch gemedieerd
    Bv. acute postinfectieuze glomerulonefritis.
    2. niet-immunlogisch gemedieerd (multi-systemische ziekten)

    Symptomen
    1. Hematurie
    2. Milde proteïnurie
    3. Milde hypertensie
    4. Oligurie
    5. Soms oedeem
    6. Azotemie: te veel stikstofverbindingen in het bloed.
  • Welke kleuringen worden bij Glomerulonefritis bekeken?

    1. HE kleuring
    Dit kleurt  celkern paars en minder zure dingen zoals cytoplasma roze.
    Te zien is:
    - vergrote hypercellulaire glomeruli
    - integratie van leukocyten en diffuse proliferatie
    - zwelling endothelcellen
    - blokkade glomerulus doorgang

    2.    IF
    Immuno-fluorescentie --> fluorescerende kleurstoffen worden gebruikt, bv. op IgG.
    Bij glomerulonefritis is te zien:
    - afzettingen van IgG
    - afzettingen van C3 (complementsysteem)

    3.    EM (elektronenmicroscoop). 
    Te zien is:
    - amorfe, dense afzettingen op epitheelzijde van membraan (bulten)
    - subendotheliale afzettingen
    - Intermembraneuze en mesanchiale afzettingen.
  • Symptomen nefrotisch syndroom

    1. grote proteinurie
    2. hyperalbuminemie
    3. gegeneraliseerd oedeem
    4. hyperlipidemie en lipiduria
LET OP!!! Er zijn slechts 46 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Casussen Voor Pathologie