Delen en gehelen

50 belangrijke vragen over Delen en gehelen

Hoe verklarden de gestalt psychologen perceptie in de vroege 1900?

Structuralisme van Wundt:
verklaarde dat perceptie wordt gevormd door het combineren van elemeneten die sensaties hebben

Gestalt psychologen zeggen dat het geheel is meer dan de som der delen

Wat is het inverse projection Problem?

een bepaald beeld op de retina kan worden gecreëerd door een oneindig aantal objecten. Een circulair beeld op de retina kan worden veroorzaakt door objecten die werkelijk niet circulair zijn. Mensen kunnen dit oplossen door vanaf een ander perspectief te kijken.

Wat was de inspiratie voor wertheimer, koffka&kohler om een lab te openen?

illusie van apparent movement:
2stimuli geven de illusie dat er beweging is
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kunnen mensen wazige objecten toch zien?

Door hun kennis te gebruiken van de omgeving

Wat zijn de subjective/illusory contours?

dat is het waarnemen van randen die er niet zijn. Structuralisten konden dit niet verklaren.
De randen zijn niet fysiek aanwezig maar beinvloeden de perceptie van figuur en achtergrond wel.
Extrinsieke contouren/randen worden als intrinsiek waargenomen. Impliciete diepte aanwijzingen zorgt ervoor dat we denken dat de figuur aanwezig is waardoor we het arrangement herorganiseren tot dat we een figuur zien.

Wat is viewpoint invariante?

Mensen kunnen objecten herkennen vanaf meerder perspectieven

Wat is de gestalt approach?

Groeperen van elementen om het grotere beeld te vormen (perceptuele organisatie)

Wat zegt de wet van gelijkheid?

The law of similarity suggests that things similar things tend to appear grouped together. Grouping can occur in both visual and auditory stimuli. In the image above, for example, you probably see the groupings of squares and circles as columns.

Heet ook law of meaningfulness. Het zijn dingen die patronen vormen die bekend of betekenisvol zijn neigen gegroepeerd te worden, na herkenning moeilijk om ze nite meer te zien.

Wat gebruikte gestalt psychologen als kritiek tegen wundt?




  1. Apparent movement: vindt plaats wanneer twee stimuli snel achter elkaar worden geflitst, zodat het lijkt alsof er beweging is tussen de stimuli. Dit is echter een illusie, omdat er in werkelijkheid geen beweging plaatsvindt. Sensaties konden dit verschijnsel niet verklaren, omdat er geen stimulatie in de ruimte tussen de stimuli is.
  2. Illusory contours: representeren de randen van een object, maar zijn in werkelijkheid niet aanwezig. De randen zijn slechts een illusie veroorzaakt door de aanwezigheid van andere figuren. Structuralisten kunnen dit niet verklaren, want er is geen werkelijk contour, dus ook geen sensaties.

Wat is de law of similarity?




  • dingen die soortgelijk zijn wat betreft kleur, vorm en grootte lijken samen gegroepeerd te zijn.

Wat is de law of good continuation?

punten die, wanneer ze verbonden zijn, resulteren in rechte of vloeiend gevormde lijnen worden gezien als bij elkaar horend, en de lijnen worden zo gezien als dat ze het meest vloeiende pad volgen

Wat is het probleem of figure-ground segregation?

Bj het zien van objecten is dat meestal als figuur die los staat van de achtergrond. Wat bepaald dat je het eene als figuur ziet en de andere als grond. Figuur is een groep contouren die objectachtige eigenschappen heeft.

Wat is de principle of uniform connectedness?

Een verbonden gedeelte van de visuele eigenschappen, zoals lichtheid, kleur, textuur of beweging wordt waargenomen als een eenheid

Wat houdt reversible figure-ground in?

Kan op verschillende manieren worden waargneomen en niet tegelijk

Wat is de principle of synchrony?

Visuele gebeurtenissen die op hetzelfde moment gebeuren, worden waargenomen als bij elkaar horend

Wat zijn de eigenschappen van figure-ground?

- de figuur is meer een ding, makkelijker te onthouden en betekenisvoller dan de achtergrond
- figuur staat meer vóór de grond
- figuur heeft meer contrast, ziet er lichter of donkerder uit
- figuur:: contour die het figuur scheidt hoor bij de figuur

- grond is ongevormd materiaal en lijkt door te gaan achter de figuur

Wat is de law of common fate?

Dingen die in dezelfde richting bewegen lijken samen gegroepeerd te zijn

Welke factoren bepalen welk deel het figuur is?

- lager gelegen gebieden in een beel dworden meer als figuur gezien
- symmetrie
- kleiner gebied
- orientatie, verticaal of horizontaal gebieden
- beteknisvolheid (een gebied lijkt bijv op een golf)

Wat zijn intrinsieke contouren?

vorm contouren worden in een vroeg stadium gelabeled als intrinsieke (horen bij het figuur) of extrinsieke contouren (een gevolg van het blokkeren van objecten). Het is essentieel om het ondescheid tussen de contouren te kunnen maken. Als extriniske bijvoorbeeld als intrinsiek doorgaat kan je object niet meer worden herkend.

Wat voor een rol speelt visual texture?

texture bedoeld een verzameling van kleine contour elementen of vormen die niet verschillen in lichtheid of kleuir. Kan ook voor object grenzen zorgen. Geven een subjectief contour (textual contour). Deze contour lijkt op grouping bij gelijkheid. De orientatie/richting van groepen van vormen zorgt ook voor een sterkere grens tussen verschillende vormen.

De vormen heten "textons".

Welke eigenschappen hebben figure en ground?

  • Het figuur is meer een ding en meer memorabel dan de achtergrond
  • Het figuur wordt gezien als dat het voor de achtergrond staat
  • de achtergrond wordt gezicht als ongevormd en lijk uit te breiden achter het figuur
  • border ownership: grens wordt enkel geassocieerd met het figuur

Wat betekenen NPA's?
(non-accidental properties)

De eigenschappen van randen op het retinale beeld die corresponderen met de eigenschjappen van randen in de 3 D omgeving

Wat zijn heuristieken en algoritmes?




Heuristics: vuistregels die een best-guess oplossing
bieden voor een probleem. Algoritme: een procedure die
gegarandeerd tot een oplossing zal leiden. De Gestalt principes kunnen het beste worden beschreven als heuristieken, omdat ze snel zijn en vaak goed werken, maar niet gegarandeerd tot een oplossing zullen leiden.

Waar wordt onderscheid tussen gemaakt bij objectherkenning?




  • Recognition: de ervaring van iets waarnemen als bekend.
  • Identification: een naam geven aan het object, het correct classificeren in een
    categorisatieschema, weten in wat voor context het meestal wordt tegengekomen. Dus: meer over een object herinneren dan enkel het eerder hebben gezien ervan.

Van welke typen verwerking gaan moderne theorieen over objectherkenning en identificatie uit?




1. Data-driven processing: begint met de binnenkomst van zintuigelijke informatie bij de receptoren. Dit type verwerking wordt gekarakteriseerd door een vaste set aan regels of procedures die worden toegepast op alle binnenkomende data.
- Bij objectherkenning registratie van kenmerken in het beeld, zoals verschillen in helderheid, contouren en andere onderscheidende kenmerken.
2. Conceptually driven processing: hogere conceptuele processen, zoals herinneringen van eerdere ervaringen, organisatiestrategieën en verwachtingen, sturen een actieve zoektocht naar bepaalde patronen in de binnenkomende stimuli. In dit type wordt de nadruk dus vooral gelegd op ervaringen en verwachting.

Wat zijn local features?




Local features zijn de kleinschalige, gedetailleerde aspecten van een figuur. Global aspects geven het gehele figuur zijn vorm. De detectie van globale aspecten gaat vaak sneller dan de detectie van lokale kenmerken, dit idee wordt global precedence genoemd. Bij een groter figuur is het gemakkelijker om de lokale kenmerken te detecteren dan de globale aspecten.

Wat voor invloed heeft context op objectherkenning?




Een figuur wordt als de letter B herkend in de context van andere letters, maar hetzelfde figuur wordt als 13 herkend in de context van andere cijfers. De figuren zijn identiek, maar de identificatie ervan wordt beïnvloed door conceptually driven processing gebaseerd op kennis en aannames.

Wat zijn model based theories?




conceptually driven processing theorieën die stellen dat object identificatie plaatsvindt door de projectie van het werkelijke object op het retinaal beeld te vergelijken met een projectie van een model dat opgeslagen is in het geheugen. De projectie van het model wordt aangepast totdat het precies overeenkomt met het werkelijke object. Met deze informatie kan de positie en afstand van de observeerder tot het object worden bepaald. De enige objecten die kunnen worden “gezien”, zijn diegene waarvan modellen zijn opgeslagen in het geheugen (oftewel, door eerdere ervaring met het object).

Is de visuele waarneming te complex om door een paar aantal geons waargenomen te worden?

1.
Er zijn factoren die toegevoegde waarde hebben op geons. Zij verbeteren het identificeren. VB zelfde vorm van vogel maar andere textuur of kleur. Sommige objecten zijn moeilijk door geons te identificeren (vb wolken). 

2.
theorie is niet bedoeld om alles te verklaren over object waarneming. De theorie zegt niks over snelle processen van randen waarnemen, het groperen van dingen (gestalt) en hoe we leren om verschillende typen objecten te herkennen.

Wat is kritiek op model based theories?

Kan niet verklaren hoe wij nieuwe objecten verwerken

Wat zijn de manieren hoe je onderscheid kunt maken in het herkennen en identificeren van objecten?

1. data-driven processing (bottom up)

2. en conceptually driven processing (top down)

3. je kan kijken naar local features (gedetaileerd)

4. en het globale aspect (het geheel)     

5. er kan spraken zijn van global precedences (sneller herkennen van het geheel)

6. onder bepaalde condities (VB groote, etc.)

Wat is de recognitiën by componenten theory?




stelde dat objectherkenning gebaseerd is op kenmerken genaamd geons. Deze term staat voor “geometrische ionen”, omdat net
als ionen basiseenheden van moleculen zijn, zijn
deze geonen basiseenheden van objecten.



Biederman stelde 36 verschillende ionen en suggereerde dat dit aantal voldoende is om een grote proportie van de objecten die we gemakkelijk herkennen mentaal te representeren.

Waarom is de context heel belangrijk in het herkennen van objecten?

vanwegen semantieke regularities

Wat zij non accidental properties?




dit zijn eigenschappen van randen in het retinaal beeld die corresponderen met de eigenschappen van randen in de driedimensionale omgeving.



  • De eigenschap van kromming bij een muntstuk wordt een non-
    accidental property genoemd, omdat kromming alleen niet
    plaatsvindt wanneer je de munt ziet vanaf de rand. Omdat je
    een munt bijna nooit vanaf de rand ziet, wordt deze een
    accidental viewpoint genoemd. De meerderheid van onze perspectieven van ronde objecten resulteert in een gekromd beeld op de retina, wat volgens de RBC theorie duidt op de aanwezigheid van gekromde randen in de omgeving.

Wat zijn global image features?

Deze eigenschappen maken het mogelijk om de kern van de situatie snel waar te nemen. Ze zijn holistisch. Deze eigenschappen geven informatie over de structuur en de ruimtelijke indeling.
Denk hierbij aan...

- graad van natuurlijkhied
- graag van openness
- .. roughness
- .. expansion
- .. colour

Waarom kunnen we horizontale lijnen makkelijker herkennen`?

Er zijn meer - lijnen en | lijnen dan /.
Dit heet ook oblique effect of experience-dependent plasticity.

Wat is viewpoint invariance?

de geon kan vanaf de meeste perspectieven juist worden geïdentificeerd.

Wat is kritiek op de RBC theorie?




  • -  Objecten kunnen ook worden herkend en onderscheiden d.m.v. de textuur of kleur.
  • -Bijvoorbeeld wolken kunnen niet worden opgemaakt uit verschillende ionen.
    Weerlegging door theorie: RBC theorie is ook niet bedoeld om alles te verklaren.

Wat is het likelihood principle?

we zien het object dat het meest waarschijnlijk is dat het patroon van stimuli heeft veroozaakt

Welke 3 gebieden in de brein zijn gespecialiseerd op informatie voor bepaalde objecten te verwerken?

- FFA = fusiform face area, fusiform gyrus (temporale kwab: gezichten

- EBA = extrastriate body area: lichamen

- PPA = parahippocampale place area: voor gebouwen en locaties

Zijn de gespecialiseerd gebieden in de brein totaal gespecialiseerd?

Neen.

Een neuron die op gezcihten reageert doet dat voor meerdere gezichten. Objecten worcden door distributed coding weergegegevn, dus een specifiek gezicht wordt door een patroon van vuren door neuronen die reageren op gezichten weergegeven.  

Objecten zorgen ook voor activiteit in anderen delen, niet alleen in een.

Wat is integrative agnosia?




  • het onvermogen om delen van objecten te integreren in een samenhangend geheel. Deze mensen kunnen alleen kenmerken of delen van objecten herkennen, maar niet het object als geheel

Wat is associatie agnosia?

kunnen objecten waarnemen met het visuele systeem, maar kunnen geen betekenis toeschrijven aan de objecten.

Wat is category specific agnosia?

het onvermogen om objecten te herkennen enkel van bepaalde categorieën. Vb. niet-levende objecten wel herkennen, maar levende niet.

Wat is het model-based identification/ template theorie?

top down, conceptually gestuurd

Vermijdt het gebruik van speicifieke eigenschappen, vergelijken van de profectie op de retina van een echt object met een projecti van eeen modeil in het geheugen (template). Projectie wordt aangepast aan het gezichtspunt tot dat het matcht met de wermkelijkheid, positie en afstand. Werkt dus niet voor nieuwe objecten.

Verwerken de mechanismes van gezichtsherkenning en objectherkenning informatie op verschillende manieren?

  1. Hollistic processing: het zien van een geheel. Vooral gezichten worden op deze manier verwerkt, omdat we gezichten zien als een geheel en niet als twee ogen, een neus en een mond. In dit systeem worden gezichten dus onderscheiden door direct te kijken naar de opsomming van de verschillende delen.  rechter hemisfeer
  2. Analytic processing: het zien van delen. Dit is essentieel bij lezen, omdat de verschillende letters moeten worden herkend om een woord te kunnen lezen. In dit systeem moet dus eerst worden nagedacht over de delen (letters) en hoe ze samenwerken tot een groter effect (woorden).  linker hemisfeer

Welke rol speelt het corpus callosum bij obejct herkenning?

Ventrale pad krijgt input via CC. Leasie aan een kant is niet genoeg om geen objecten meer te kunnen zien.

DOrsale pas is minder afhaneklijk van CC.

Verwerking van waar de informatie vandaan komt is meer gescheiden per hersenhelft.

Parietale kwab heeft meer unilateriale waarnemingsvelden.

Wat voor cellen zitten er in de temporale kwab?

complexe cellen die alleen op bepaalde stimuli reaperen zoals een hand.

Wat zijn de 3 problemen van gnostic units

- cellen vuren constant en zijn meilijk teveranderen dus is dit coderingssysteem ontvankelijk voor fouten. als een cel sterft zou een object verloren gaan

- kan niet verklaren hoe we nieuwe objecten dan kunnen waarnemen

- geen verklaring hoe de gnostic units zich moet aanpassen

Wat is het 2 proces model van Farah?

bij gezichtsherkenning

hollisische analyse - rechterhelft, prosopagnosia

analyse door onderdelen - linkerhelft, alexia

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo