Samenvatting: Casussen Voor Traanfysiologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Casussen voor Traanfysiologie

• 2 Traanfysiologie

  Dit is een preview. Er zijn 65 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke laag word sinds kort als 4e laag gezien?

  Sinds kort word de glycocalyx als 4e laag van de traanfilm gezien

• Waarom gaan onderzoekers uit van 6 lagen?

  Onderzoekers gaan uit van 6 lagen omdat de lagen niet abrupt van elkaar gescheiden zijn maar lopen geleidelijk in elkaar over. Bestaat uit: Olielaag, polaire monolaag, geabsorbeerde mucine, waterlaag, mucine en glycocalyx.

• Van de 1,2 µl/min hoeveel verdampt er op het oog en hoeveel verlaat het oog via de traanpuntjes naar de neusholte?

  Van de 1,2 µl/min verlaat het oog 0,2 µl/min door verdamping en 1,0 µl/min verlaat het oog via traanpuntjes naar de neusholte

• Hoeveel is de dikte van de totale traanlaag?

  De dikte van de totale traanlaag is 6-10 µm

• Wat is een belangrijke factor bij de stabiliteit van de traanfilm?

  Een belangrijke factor voor de stabiliteit van de traanfilm is de conditie van het epitheel

• Wie of wat produceert de tranen bij normale productie en bij extreem veel tranen?

  Bij normale productie: de accessoire traanklieren (kliertjes van Krause en Wolfring)
  Bij extreem veel tranen: bijvoorbeeld bij emotie 20 keer zoveel tranen dan komt 95% van de hoofdtraanklier (glandula lacrimalis) en 5% van de accessoire traanklieren (kliertjes van Krause en Wolfring)

• Smeltpunt van deze lipide ligt ongelijk gelijk aan ...

  lichaamstemperatuur

• Over welk van de lagen van de traanfilm verspreiden de lipide zich tijdens het openen na een knipperslag?

  Tijdens het openen na een knipperslag verspreiden lipide
   zich over de waterige laag

• Uit hoeveel lagen bestaat meestal de lipide laag?

  Meestal bestaat de lipidelaag uit 2 lagen

• Welke kant van de lipide molecuul is gericht naar de waterlaag en welke kant naar buiten?

  De hydrofiele kant van de lipide molecuul is gericht naar het water en de hydrofobe kant naar buiten.