Samenvatting: Casussen Voor Verbintenissenrecht C.s.
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Casussen voor Verbintenissenrecht C.S.
-
1 Vaststellingsovereenkomst
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hof Arnhem 3 februari 2009, LJN BJ2186, NJF 2009/270
Een vaststellingsovereenkomst kan buitengerechtelijk worden ontbonden, maar art. 7:905 BW geeft wel een beperking aan. Deze geldt voor het geval de ontbinding een reeds door één partij of derde genomen beslissing treft, maar geldt dus niet in andere gevallen, bijvoorbeeld een gezamenlijk tot stand gebrachte vaststelling. -
1.1 In strijd met dwingend recht, art. 7:902 BW.
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
C/Heesen Yacht Builders HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:39
Een vaststellingsovereenkomst kan slechts geldig in strijd komen met dwingend recht wanneer die overeenkomst strekt tot het beëindigen van een daadwerkelijk gerezen geschil, niet wanneer slechts sprake is van voorkoming (art. 7:902 BW zegt dit eigenlijk ook al). -
1.1.1 Indemniteitsbeginsel
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
OZ/Mangnus HR 5 april 1991, NJ 1992/244
Een boerderij brand af. De verzekeraar keert uit. Ondertussen wordt Mangnus geadviseerd dat als hij als ondernemer handelt hij het BTW-bedrag bij herbouw vergoed kan krijgen. Het uitgekeerde bedrag blijkt achteraf veel te hoog, dit is in strijd met het indemniteitsbeginsel, art. 7:960 BW. Echter er was sprake van een vaststellingsovereenkomst en dan moet je achteraf niet meer zeuren en kan dwingend recht opzij worden gezet, art. 7:902 BW. -
1.2 Dwaling
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
ABN AMRO/Hendriks HR 29 september 1995, NJ 1998/81
Het ging om beleggingsadviezen die niet goed uitpakten. Hendriks verliest daarom €750.000. De bank stelt dat ze geen schade hoeven te vergoeden, maar toch wel €150.000 willen vergoeden en hem een gunstige lening willen aanbieden. Hendriks accepteert, maar komt er later achter dat hij bij een ‘klachtencommissie’ had kunnen klagen en dan veel meer vergoed had kunnen krijgen. Hendriks beroept zich op dwaling. Kansloos?
HR: dwaling wordt aangenomen. De bank had een zorgplicht geschonden en heeft zelf de dwaling veroorzaakt (spreekplicht verzaakt). Daarom is hier wel dwaling aangenomen -
2 Borgtocht
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn alle arresten van het onderwerp borgtocht?
- Van Lanschot/Bink
- NJ 2007/74
- Hof Amsterdam 3 april 2012, JOR 2012/302
- X/Rabobank Hilvarenbeek
- Dulack q.q./X
- Van Lanschot/Bink
-
2.1 Inlichtingenplicht en 1:88 BW
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Dulack q.q./X HR 21-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:679
Een curator handelt niet als financiële dienstverlener of bank, is daar niet mee vergelijkbaar en heeft dus niet dezelfde zorgplicht. De borgtochtovk is niet tot stand gekomen in het kader van professionele kredietverstrekking. In dat geval heeft de curator niet de bijzonder zorgplicht (BZP) die voor banken en financiële dienstverleners voortvloeit uit hun maatschappelijke positie en professionele deskundigheid. -
X/Rabobank Hilvarenbeek HR 12-04-2103, ECLI:NL:HR:2013:BY8651
De bijzondere zorgplicht van de schuldeiser jegens de echtgenoot van de borg vloeit niet voort uit art 1:88 BW. Die zorgplicht kan evenwel wel voortvloeien uit de klantrelatie die de schuldeiser heeft met die echtgenoot. Tekort schieten in die zorgplicht, en dan met name in de daaruit voortvloeiende waarschuwingsplicht kan meebrengen dat de bank o.g.v. art. 6:248 BW geen verhaal kan nemen op de echtgenoot. Of zij ogv art. 1:88 BW toestemming nodig had van echtgenoot is in dezen dus niet relevant, omdat de zorgplicht niet uit dat artikel voortvloeit. -
3 Verjaring
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn alle arresten van het onderwerp verjaring?
- Asbest I
- Vellekoop/Wilton Fijenoord
- Van Dam en Post/Kringkoop
- Avago/Axel
- Saelman/AC.Ziekenhuis VU
- Gem. Stadskanaal/Deloitte
- Reesink/Gem. Apeldoorn
- X en Y/Staat
- Nefalit/Jantje Schraa
- X/Bemoti
- Asbest I
-
Van Dam en Post/Kringkoop HR 11-01-2002, NJ 2002, 81
Vorderingen tot terugbetaling koopprijs, ook bij combinatie met vordering tot ontbinding, vallen onder art. 3:317 lid 1 BW. Lid 2 heeft geen aanzuigende werking, omdat juist afbreuk zou worden gedaan aan de wens niet te dwingen tot het instellen van rechtsvervolging. -
3.2 Start termijn, bekendheid
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Vellekoop/Wilton FijenoordHR 06-04-2001, NJ 2002, 383
Echtgenoot is overleden aan asbestziekte. 8 jaar later spreekt weduwe werkgever aan en stelt niet te weten dat het overlijden is veroorzaakt door asbest kwam. Objectieve of subjectieve criterium voor bekendheid?
Bekend is geworden moet subjectief worden opgevat, daadwerkelijke bekendheid door aangesprokene bewijzen. Bekendheid mag door rechter worden aangenomen door ten processe gebleken feiten en omstandigheden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden