Gerd heeft een brok in de keel
12 belangrijke vragen over Gerd heeft een brok in de keel
Hoe is de wand van de oesophagus opgebouwd?
Het bovenste gedeelte van de oesophagus bevindt skeletspierweefsel (dwarsgestreept) en onderste 2/3e deel glad spierweefsel.
Wat voor soort epitheel bevindt zich in de oesophagus en wat is de Z-line?
Uit welke fasen bestaat het slikproces?
- Faryngeale fase
- Oesofageale fase
Wordt gecontroleerd door het slikcentrum in de medulla oblongata.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is dysfagie en welke vormen heb je?
- Orofaryngeale dysfagie (slik- en verslikklachten)
- Oesofageale dysfagie (slokdarm passageklachten)
Wat zijn eventuele oorzaken van orofaryngeale dysfagie?
- Spierziekten: bemoeilijken het kauwen en slikken, bijv. polymyositis en myasenia gravis.
- Afwijkingen aan m. cricopharyngeus of bovenste slokdarmsfincter.
- Neurologische aandoeningen waardoor farynxspieren verminderen, bijv. CVA met laesies in hersenstam, Parkinson.
Wat zijn eventuele oorzaken van oesofageale dysfagie?
- Druk van buitenaf op oesofagus, bijv. door bronchustumor of divertikel.
- Stoornissen in motoriek van oesofagus, bijv. ontbreken van peristaltiek, verinderde peristaltiek, hypermotiliteit.
- Stoornissen van onderste slokdarmsfincter.
Wat is GERD en hoe ontstaat het?
Oorzaken:
- Uitzetting van de maag na eten
- Stress
- Abrupte verhoging intra-abdominale druk
- Alcohol
- Tabak
- Obesitas
- Zwangerschap
- Hiatus hernia
- CNS onderdrukkers
Wat zijn symptomen van GERD en wat kunnen eventuele complicaties zijn?
Brandend maagzuur, dysfagie, oprispingen, pijn achter sternum, chronische heesheid, moeite met slikkel.
Complicaties:
- Oesofagitis
- Ulcus pepticum oesfagie
- Hematemesisi
- Melena
- Barret oesofagus
Hoe kun je GERD diagnose stellen en hoe kun je dit behandelen?
Behandeling GERD:
- Protonpomp inhibitors:
- H2 receptor antagonisten
- Antacida: neutralisatie maagzuur
- Leefstijveranderingen
Wat is een Barret-oesofagus en hoe ontstaat het?
Vooral in blanke mannen tussen 40-60 jaar. Zorgt voor verhoogd risico op adenocarcinoom.
Wat is kenmerkend voor een plaveiselcarcinoom in de oesofagus?
Hoe is de pathogenese van een adenocarcinoom?
Metaplasie (premaligne) --> laaggradige dysplasie --> hooggradige dysplasie --> neoplasie --> carcinoma in situ --> carcinoma met metastase.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden