Samenvatting: Cases In Comparative Politics | 9780393624595 | Patrick H O'neil, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cases in Comparative Politics | 9780393624595 | Patrick H. O'neil, Karl Fields, Don Share
-
1 Introduction
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Met betrekking tot welke factoren verschillen staten van elkaar?
Staten verschillen met betrekking tot:- Organisatie;
- Effectiviteit;
- Stabiliteit;
- Soevereiniteit behouden;
-
Wat zijn de kenmerken van een zwakke staat?
- Slecht in grenzen bewaren
- Slecht in autoriteit bewaren;
- Slecht in orde bewaren;
- Infrastructuur
- Belasting innen
- Wetten handhaven; geweld
- Slecht in grenzen bewaren
-
Wat is een "failed state"?
- Een "failed state" geeft de legitimiteit verloren; geweld, anarchisme.
- Een "failed state" geeft de legitimiteit verloren; geweld, anarchisme.
-
Op welke twee manieren kan een staat de macht verdelen?
- Eenheidsstaat: centrale overheid, kan decentraliseren, maar kan altijd bevoegdheden terughalen.
- Federale staat: macht is verdeeld tussen centrale overheid en regionale autoriteiten.
- Eenheidsstaat: centrale overheid, kan decentraliseren, maar kan altijd bevoegdheden terughalen.
-
De macht van een staat hangt af van legitimiteit, welke drie soorten legitimiteit bestaan er?
- 1) Traditioneel: staat heeft macht omdat het de macht al een hele tijd heeft: traditie.
- 2) Charismatisch: leider heeft de macht omdat hij een soort aantrekkingskracht heeft naar het volk die hem maar al te graag willen volgen.
- 3) Rationeel: aantal wetten en procedures die zijn geïnstitutionaliseerd en daarom worden nageleefd.
-
Wat houdt een "politieke regime" in en welke twee soorten politieke regimes bestaan er?
- Politiek regime: regels over wetten en vrijheden, waar de macht is gelokaliseerd en hoe die gebruikt mag worden.
- Democratisch: veel macht voor het volk: rechten en vrijheden.
- Autoritair: kleine rol voor het volk: weinig rechten en vrijheden.
- Politiek regime: regels over wetten en vrijheden, waar de macht is gelokaliseerd en hoe die gebruikt mag worden.
-
Welke drie politieke instituties zijn er?
- Uitvoerende macht: draagt beleid uit.
- Wetgevende macht: maakt beleid.
- Rechterlijke macht: Hoger gerechtshof.
- Uitvoerende macht: draagt beleid uit.
-
Wat houdt "head of government" en "head of state" in onder de uitvoerende macht?
- Head of government: dagelijkse praktijk van het regeren van een land.
- Head of state: symbool voor en representatie van het volk.
- Head of government: dagelijkse praktijk van het regeren van een land.
-
Wat houdt Unicameral en Bicameral in onder de wetgevende macht?
- Unicameral: 1 huis dat over beleid maken gaat
- Bicameral: 2 huizen (lower en upper house) dat over beleid maken gaan;
- Lower house: huis van afgevaardigen, gekozen door het volk: representeert het volk.
- Upper house: representeert geografische subunits, bijvoorbeeld provincies en districten.
- Unicameral: 1 huis dat over beleid maken gaat
-
Wat houdt "judicial review", "concrete review" en "abstract review" in onder de rechterlijke macht?
- Judicial review: het toetsen van beleid aan de grondwet als het is aangenomen, ongevraagd of niet.
- Concrete review: toetsen in concrete gevallen, als het wordt gevraagd.
- Abstract review: toetsen aan de grondwet, ook als datgene wat wordt getoetst nog niet is aangenomen.
- Judicial review: het toetsen van beleid aan de grondwet als het is aangenomen, ongevraagd of niet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden